Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Inleiding Tot De Wijsbegeerte €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Inleiding Tot De Wijsbegeerte

 1 vue  0 fois vendu

Samenvatting van 58 pagina's voor het vak Inleiding Tot De Wijsbegeerte aan de KU Leuven (Samenvatting he)

Aperçu 4 sur 58  pages

  • 7 juin 2022
  • 58
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (16)
avatar-seller
bokenis3
Inleiding tot de wijsbegeerte
HOOFDSTUK A: Wat is filosofie?
Filosofie is een heel breed domein, men is het niet eens wat men hier juist in
bestudeert en welke methodes een filosoof moet gebruiken
 cursus gaat in op wat het is om ‘goed te denken’

Het ontstaan
Filosofia = filia (verlangen) + sofia (wijsheid) = verlangen naar de wijsheid =
wijsbegeerte
• In stand gekomen in het klassieke Griekenland (8e – 4e eeuw VC)
• Diverse politieke bestuursvormen in de stadstaten  beraadslaging en
onderling overleg centraal  veel discussies

Vanaf de 5e eeuw VC  aantal mensen specialiseren zich in hoe je goed kan
argumenteren en hoe je je gelijk kan krijgen
• Gorgias van Leontini: een van de bekendste leraren (hoe je iemand kan
vrijpleiten)
• Waren vaak rondreizende leraars = sofisten (wijze mannen)
• Kregen veel erkenning

 ook tegenhangers (in Athene)
Socrates
• zegt dat er een verschil is tussen je gelijk krijgen en gelijk hebben
• Stelt andere onderwijsvorm voor: zoektocht naar het ware, goede en het
schone  hier naar leven ipv naar politiek succes
• Kritisch tegenover democratie: geen zoektocht naar het goede als de discussie
een ‘gesloten einde’ heeft
o ligt op voorhand vast dat er een beslissing word genomen
• Wil discussies met ‘open einde’
o kunnen eindigen in besluiteloosheid = aporia
• Verzamelt grote groep antidemocratische mensen

Plato
• Volgeling Socrates
• Start school in Athene op (de Akademia) waar zoektocht naar kennis, waarheid
en deugdzaamheid centraal staan
• Introduceert daar de term ‘filosofie’

Aristoteles: verlangens en verwondering
Aristoteles
• Bekender in de westerse wereld: zijn teksten werden vertaald
• Vormden de grondslag van het filosofisch onderwijs in West-Europa
• Had ideeën over alle gebieden (politiek, psychologie, biologie, fysica,…)
• “Alle mensen verlangen van nature om te weten”, ook dieren
o Mbv hun zintuigen, onthouden waar er water is, waar hun partner is,…

Soorten kennis
• Empeiria = ervaring: laagste vorm, particulier feit onthouden, komt voort
uit de zintuigen, geen nood aan redeneren
• Epistèmè = wetenschap: universeel feit, feiten verklaren, beantwoord
waarom-vragen
o Tecnhè = praktische wetenschappen: bv genezen patiënten, huizen
bouwen
o Theoretische wetenschappen: werkelijkheid verklaren, oorzaken van
alles bepalen

1

, Kinderen kunnen niet aan filosofie doen  te weinig ervaring opgedaan om
universele inzichten te snappen

Verlangen naar de kennis hangt samen met verwondering (je vraagt je af hoe alles in
elkaar zit, je bent nieuwsgierig)  op zoek naar verklaringen en antwoorden
1. Mythische verhalen als verklaring
2. Studie van de hemellichamen

Archaïsche Griekenland (700-500 VC): toen al bevrediging van hun bewondering
nastreven
Probeerden het
materiele • Thales van Milete: bv water: alles ontstaat uit water en kan er ook naar
principe (archè)terugkeren
• Anaximander van Milete: bv het oneindige
vast te leggen
• Anaximenes van Milete: universele principe van alle verandering is lucht
• Herakleitos van Ephese: immateriële principe, op zoek naar die universele
orde die achter de archè schuilhoudt, bv vuur: altijd veranderlijk, maar toch
hetzelfde  zo is het universum ook

+p6

Descartes: de zoektocht naar een methode
Descartes
• “Cogita, ergo sum” = “ik denk, dus ik ben”
• Veel mensen zitten met de vraag “Wat geloof ik en hoe uit ik dat?” 
macht katholieke kerk neemt af en mensen weten niet wie ze nu moeten
volgen  “Waarom zouden wij de kerk ondersteunen terwijl anderen dat
plots niet meer doen?”
• “Vertoog over de methode” (1637): hij verteld over de vele geschriften 
zegt dat je die als vals moet beschouwen en dat er maar 1 juist kan zijn
• Filosofie moet in het teken staan van de zoektocht naar de methode om te
bepalen of een opvatting met zekerheid waar is
• Moet beginnen bij een zoektocht in je eigen geest
• Vanaf dat het mogelijk is dat een stelling fout is, moet je die achterwege
laten

4 regels
1. Alleen stellingen aanvaarden waar geen twijfel over mogelijk is  ook
zintuigen zijn niet 100% betrouwbaar (bv je dromen lijken echt, maar dat zijn
ze niet)  aan 1 opvatting kan je niet twijfelen: “ik denk dus ik ben”
2. Opsplitsen in zo veel mogelijk deeltjes
3. Eerst simpele deeltjes  dan pas de complexe
4. Probeer overzichtelijk te blijven, geen stappen overslaan

Werkelijkheid bestaat uit 3 substanties
• Denkende substantie (ziel/geest): je kan denken zonder dat je een lichaam
hebt: denken is onafhankelijk van je lichaam
• Goddelijke substantie: geen enkele mens is perfect dus ergens moest er
wel een perfect wezen bestaan; God is de oorsprong van het idee van
perfectie
• Uitgebreide substantie (materie): externe wereld bestaat uit dingen van 3
dimensies (lengte, breedte en diepte) die kunnen je niet bedriegen; kleuren,
smaak, geur,… wel

• Hierdoor ontstaat er een nieuwe wetenschap: natuur- en zielsleer: materiele
deeltjes volgen wetten  wetten kan je uitdrukken door wiskunde 
natuurfilosofie




2

, Descartes Artistoteles
Nadruk op methode Waarheid is een doel dat je niet kan
missen
Geen pleit over hoe je je leven moet Heeft duidelijke ideeën over alles
leiden

Provisoire/voorlopige moraal  hoe je moet handelen
• Wetten van in het land waarin je bent opgegroeid + cultuur dat je van thuis uit
hebt meegekregen
• Niet twijfelen, met zekerheid je gekozen handelingen uitvoeren
• Niks verlangen dat je niet kan bereiken (niet te groot dromen)

Natuur: alles in twijfel trekken (radicaal)  sociaal en politiek: regels volgen
(conservatief)

Lodewijk XIV (zie schilderij)
• Richt clubje op met wetenschappers
• Sterrenkunde: veel gebieden veroveren  goede oriëntatie nodig om de juiste
weg op zee te vinden
• Kennis over materialen: handig om te weten hoe dik je kasteelmuur moet zijn
zodat die kanonkogels kan tegenhouden
• (!!) staat ook een geestige bij  wetenschap en geloof zijn geen vijanden

Kant: filosofie als kritiek
Kant
• 3 grote werken: kritiek van de… zuivere rede, praktische rede,
oordeelsvermogen
• Filosofe als een kritisch onderzoek  veranderd het centrale idee +
introduceert een verband tussen wetenschap en filosofie

2 soorten kennis
• Zuivere filosofie: louter op basis van reflectie  men is het hier niet mee
eens, er ontstaat veel oneensheid  onderzoek naar de vertrekpunten:
kritische filosofie
• Experimentele filosofie: door zintuigelijke info (iedereen erkent dit) bv
iedereen is het eens dat we de wet van newton niet meer in vraag moeten
stellen

Transcendentaal onderzoek = onderzoek naar de vooronderstellingen, aannames

De tijd van de verlichting
• Het is een activiteit, iets dat je zelf moet uitvoeren, je
moet je eigen verstand bedienen
• Het vereist lef, moed om alles in vraag te stellen

(!!) filosofie is nooit neutraal
Aristoteles, streven allebei naar
waarheid


filosofie vormt het fundament voor
de wetenschap



enige die echt onderscheiden, maar wel
een verschil betrokken op elkaar
tussen beide
erkent
3

, HOOFDSTUK B: Wat is denken? Wat is kennis?
Voorbeeld Coca-Cola light reclame: sexy man drinkt cola light  vrouwen aanspreken
• Verkopen aan vrouwen want goed voor de lijn, maar man als hoofdfiguur
• Reclames werken met associaties  man als aantrekking
• Effect  argument

Socrates ziet filosofie als een zoektocht naar de waarheid, door open gesprekken te
voeren, hele tijd doorvragen (waarom… ? Daarom)
• Wou dat de gesprekspartner een reden of bewijs gaf om jou te overtuigen dat
zijn stelling waar is
• Argumenten = redenen om een stelling te aanvaarden
• Wat denk jij over X?  Over X denk ik Y  Waarom denk jij Y?  Ik denk Y omwille
van Z

+ PAGINA 13



Deductieve argumenten
• Als de premissen waar zijn, is de conclusie sws ook waar
• Doel: zekerheid conclusie garanderen
• Kan nooit zijn dat de premissen waar zijn en de conclusie niet
• Geldig
o Waarheid premissen moet waarheid conclusie garanderen
o Checken door je in te beelden of er een ander scenario mogelijk is
o Tegenvoorbeeld gevonden  geldigheid in vraag stellen  niet geldig
• Goed
o Zowel deductief geldig + premissen die waar zijn
• Absolute zekerheid = geen enkele twijfel mogelijk, (!!) kan alleen bij deductief
argument

Inductieve argumenten
• Tonen aan dat conclusie ‘waarschijnlijk’ waar is
• Bieden geen zekerheid
• Soms sterker maken door meer premissen toe te voegen
• Zoals detectives: twijfel altijd mogelijk
• Niet evalueren op geldigheid, maar op kracht
o Sterke: zeer waarschijnlijk waar
o Zwakke: nog veel twijfel mogelijk
• Morele zekerheid = vaak gebruikt in het dagelijkse leven, wanneer accepteer je
iets als een waarheid? Voor veel mensen is dit de ‘moderne wetenschap’

• Over het algemeen redeneren mensen inductief
De vorm van een argument
• Argumenten opdelen volgens hun vorm




4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur bokenis3. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49
  • (0)
  Ajouter