Klassen van biomoleculen:
Koolhydraten, lipiden, proteïnen en nucleïnezuren. Opgebouwd uit een beperkt aantal
bouwstenen. Alle levensvormen op onze aarde gebruiken deze biomoleculen.
Belangrijk is ook hun interactie met water, in ons lichaam komen ze meestal voor in water.
Koolhydraten:
Uit monosachariden, verbonden door een glycosidebinding. De koolhydraten liggen niet
gecodeerd in het genoom (wel de enzymes die ze aanmaken en afbreken). Er zijn grote
verschillen in grootte. De polysachariden spelen een grote rol in de voeding, ook het
probleem van toegevoegde suikers (vb. invloed op cariës). En de invloed op chronische
metabole ziekten zoals obesitas, diabetes, …
De ruimtelijke positie rond het koolstofskelet: daarin bestaan varianten: de ruimtelijke
isometrie rondom chirale centra. Rond een koolstof zijn de groepen tetraëdrisch
gepositioneerd. D-glucose heeft op C5 dezelfde configuratie als D-glyceraldehyde. In
glucose zitten er 4 chirale centra, er zijn dus 16 stereoisomeren. Spiegelbeelden van elkaar
noemen we epimeren.
Er kan een intramoleculaire binding worden gemaakt tussen C1 en C5: we spreken van een
hemi-acetaal binding: leidt tot een ringstructuur: een pyranose (zesring). Bij een
beta-anomeer van glucose wijst de hydroxylgroep naar boven, bij een alfa-anomeer naar
onder.
Disachariden:
Maltose: een verbinding tussen 2 D-glucose eenheden: met daarbij een alfa (1-4) binding.
Ontstaat uit de spijsvertering van zetmeel en komt vrij bij het mouten (bierproductie)
Sucrose/sacharose: D-glucose en D-fructose met een alfa (1-2) binding. Het komt voor in
planten, nectar, vruchten, … Er is hierbij een relatie met tandcariës en diabetes/obesitas.
Lactose/ melksuiker: verbinding tussen D-galactose en D-glucose met een beta (1-4)
binding. Het is de belangrijkste suiker in moedermelk en koemelk en andere melk van
zoogdieren.
Oligosachariden:
Oligosachariden vinden we vooral op lipiden of proteïnen: belang van de membranen
(suikers interageren graag met water). Het aantal bouwstenen kan hier hoog oplopen, er zijn
ook veel soorten manieren waarop de residu’s aan elkaar vast zitten. Belang in de
bloedgroepen: verschillende bloedgroep door verschillende suikerbomen. Bij glycoproteïnen
is er een manier van O- en een manier van N-linked.
Polysachariden:
Polysachariden: heel grote ketens. Cellulose in de celwand en houtvezels: glucose residu's
via een beta (1-4) binding en ook waterstofbruggen: hierdoor krijgt het een stevige structuur.
Kriekemans Kristiaan 1
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur kristiaankriekemans. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,79. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.