Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Geschiedenis hoofdstuk 1 t/m 5 Centraal examen! €5,39   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Geschiedenis hoofdstuk 1 t/m 5 Centraal examen!

 1 vue  0 fois vendu
  • Cours
  • Type

Dit is een samenvatting van alles wat je moet weten voor het Centraal Examen. Ik heb met deze samenvatting een 7.3 gehaald.

Aperçu 4 sur 45  pages

  • 10 juin 2022
  • 45
  • 2021/2022
  • Resume
  • Lycée
  • 4
avatar-seller
Geschiedenis Centraal Examen.
Hoofdstuk 1.
Paragraaf 1.
Wat was de machtsverhouding tussen de koning en het parlement voor 1848?

- Het leger van Willem l had veel geld gekost dus de parlementsleden wilden verandering van
de grondwet om de macht van de koning te verkleinen en de uitgave beperken.
- Willem l wilde zijn macht niet verliezen dus was tegen de verandering van de grondwet.
- De strijd om hoge uitgave zorgde voor steeds meer spanningen tussen de koning en het
parlement.

Wat veranderde er met de grondwet van 1848?

- Iedereen kreeg dezelfde grondrechten.
- De koning werd onschendbaar.
- Elke 4 jaar waren er rechtstreekse verkiezingen voor de Tweede Kamer.
- Eerste Kamer werd indirect gekozen.

Met de nieuwe grondwet verloor de koning bijna al zijn macht.

Hoe werd het parlement echt de baas in Nederland?

- Door de Luxemburgse Kwestie (1866-1867) kwam er ruzie tussen de koning en het parlement
over Luxemburg.
- Willem lll wilde achter de rug van het parlement Luxemburg verkopen omdat de koning
onschendbaar was konden ze hem niet de schuld geven.
- Het parlement kon de wel de ministers aanpakken. Willem lll steunde de ministers en er
kwam een nieuw parlement die het ook niet eens waren met Willem lll.
- De minister stapte nu wel op dus het parlement werd nu de baas van Nederland.




Paragraaf 2.
Hoe werd in 1848 de Tweede Kamer gekozen?

, - Het censuskiesrecht (alleen rijke mannen mochten stemmen).
- Districtenstelsel (elk gebied dus district kiest zijn eigen vertegenwoordiger voor het
parlement).

In elk district werd 1 kamerlid gekozen, dat was degene die in zijn district de meeste stemmen kreeg
en die persoon kwam in de Tweede Kamer.

Hoe breidde het kiesrecht zich tussen 1848 en 1887 uit?

- In 1887 werd het censuskiesrecht afgeschaft en vervangen door het grondwetsartikel
“kentekenen van geschiktheid en maatschappelijke welstand”. Maar wat die kentekenen
(kenmerken) precies waren, stond nergens beschreven.
- Door dit artikel kregen steeds meer mensen kiesrecht. Behalve aan mensen die een bepaalde
belasting konden betalen, werd stukje bij beetje ook kiesrecht gegeven aan mensen die een
bepaald bedrag aan huur betaalden of een bepaald inkomen hadden.
- De eisen aan het kiesrecht konden dus als het ware worden uitgerekt, net als rubber dus
kreeg het artikel de bijnaam “caoutchouc-artikel” (caoutchouc = rubber in het Frans).

Hoe kwamen de socialisten en confessionelen op voor hun rechten?

- Arbeiders, protestanten en katholieken kwamen op voor hun belangen. Iedere groep richtte
een eigen politieke partij op maar ook zijn eigen vakbond, krant en verenigingen. Zo raakte
de samenleving steeds meer verdeeld in aparte groepen die langs elkaar heen leefden.

Deze verdeling van de samenleving in groepen met hun eigen politiek of godsdienstige overtuiging
noem je verzuiling.

Er waren 4 zuilen in Nederland:

- Een protestantse
- Een katholieke
- Een socialistische
- Een liberale.

Je had openbaar en bijzonder onderwijs, bijzonder onderwijs zijn protestantse en katholieke scholen.
De staat betaalde alleen openbaar onderwijs en de Confessionelen vonden dat de overheid ook
bijzonder onderwijs moesten betalen maar de Liberale waren hier op tegen, ze vonden dat de staat
alleen openbare scholen met neutraal onderwijs moest betalen. Dit was de schoolstrijd.




Paragraaf 3.
Welke gevolgen van de industrialisatie waren rond 1900 in Nederland zichtbaar?

, - Bevolkingsgroei ( rond 1850 zo’n 3 miljoen, rond 1920 zo’n 7 miljoen). De steden groeiden
ook snel (een kwart in de stad en de rest op het platteland).
- Economische groei dus meer welvaart. De welvaart was ongelijk verdeelt, vooral hogere en
middelste lagen van de bevolking profiteerden van het nieuwe rijkdom.
- Verslechtering van leef en werkomstandigheden van de onderste bevolkingslagen. Veel
arbeiders verdienden te weinig om hun gezin te voeden en daarom moesten vrouwen en
kinderen ook gaan werken en die kregen zeer lage lonen. De onderste bevolkingslagen
hadden last van massale werkloosheid.

De slechte leef en werkomstandigheden, zeer lage lonen en massale werkloosheid werd de sociale
kwestie genoemd.

De eerste belangrijke sociale wet was het Kinderwetje van Van Houten uit 1874. Deze wet stond dat
kinderen onder de 12 jaar niet in fabrieken mochten werken.

Op welke manier streden vrouwen voor hun rechten?

- Veel mensen vonden zorg voor het gezin de belangrijkste taak van vrouwen. Vrouwen
hadden minder rechten dan mannen, vrouwen mochten bijvoorbeeld niet stemmen maar
mannen wel.

De ongelijke positie van de vrouw zorgde voor de opkomst van het feminisme. Feministes zijn
vrouwen die strijden voor gelijke rechten en kansen voor vrouwen en daarmee voor emancipatie van
vrouwen.

Er waren 2 belangrijke feministes:

- Wilhelmina Drucker: (vrije vrouwen vereeniging (vvv))
- Aletta Jacobs (Vereeniging voor Vrouwenkiesrecht (VvVK).

Zij hoorden beiden bij de eerste feministische golf (een beweging eind 19 e, begin 20e eeuw die
opkwam voor de rechten en belangen van vrouwen).

- De VVV was vooral voor gelijke kansen en behandeling van mannen en vrouwen en dit moest
in de wet komen te staan.
- De VvVk was voor het vrouwenkiesrecht.

De meningen waren verdeeld:

- Socialisten vonden dat het loon omhoog moest zodat vrouwen niet hoeven te werken. Ze
steunden het vrouwenkiesrecht maar vonden kiesrecht voor mannen belangrijker.
- Confessionelen zagen helemaal niks in het vrouwenkiesrecht.
- Liberalen waren verdeeld. Het grootste deel vond dat vrouwen moeten kunnen stemmen.




Wat veranderde er met de grondwetswijziging van 1917?

3 belangrijke veranderingen in de grondwet van 1917:

, - Algemeen kiesrecht voor mannen dus alle mannen ouder dan 25 mochten stemmen.
Vrouwen alleen passief kiesrecht (het recht om gekozen te worden). In 1919 kregen vrouwen
ook actief kiesrecht en mochten ze stemmen.
- De financiële gelijkstelling van openbaar- en bijzonder onderwijs werd ingevoerd. De
overheid betaalde tegenwoordig ook onderwijs op de bijzondere scholen. Dit was het einde
van de schoolstrijd.
- Districtenstelsel werd vervangen door het stelsel van evenredige vertegenwoordiging (de
verdeling van de Kamerzetels naar verhouding van het totale aantal stemmen). Heb je een
kwart van alle stemmen? dan krijg je ook een kwart van de zetels. Zo kregen ook kleinere en
nieuwe partijen een kans om in de Tweede Kamer te komen.

Het algemeen kiesrecht voor mannen maakten de socialisten blij en de confessionelen waren blij met
de financiële gelijkstelling van openbaar- en bijzonder onderwijs.

Samen worden deze 2 belangrijke veranderingen de pacificatie van 1917 genoemd (pacificatie = het
sluiten van vrede).




Paragraaf 4.
Welke rechten hebben de ministers en de Eerste en Tweede kamer?

Ministers hebben:

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur danique7. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76449 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€5,39
  • (0)
  Ajouter