Samenvatting Aardrijkskunde weer & klimaat mavo 4 (ce & se)!
66 vues 1 achat
Cours
Aardrijkskunde
Type
VMBO
Ik heb een samenvatting voor mijn examen van aardrijkskunde gemaakt omdat ik ak heel moeilijk vind. In de samenvatting is alles uit de tekstboekjes kort en duidelijk samengevat. Door deze samenvatting te leren ben ik met een ruime voldoende voor ak geslaagd! Water & bevolking en ruimte staan ook in...
Weer & Klimaat.
Hoofstuk 1
Paragraaf 1.
Het weer is de toestand van de dampkring op een bepaald moment op een bepaalde plaats.
Nederland heeft wisselvallig weer. Er zijn verschillende weerselementen:
De temperatuur word gemeten met een thermometer in de schaduw. Water kookt bij 100 graden en
bevriest bij 0 graden. Neerslag ontstaat wanneer waterdamp afkoelt en veranderd in waterdruppels
(condenseren). Wanneer deze druppels te zwaar zijn, kunnen ze niet meer zweven en vallen ze als
neerslag uit de lucht. Neerslag kan vloeibaar zijn zoals regel of in een vaste vorm zoals hagel en
sneeuw.
Wind is bewegende lucht. De lucht rondom de aarde is voortdurend in beweging. Lucht heeft
gewicht en drukt op de aarde, dit noem je luchtdruk. Je merkt hier weinig van. De schaal van
Beaufort geeft de snelheid waarmee de wind beweegt aan. Windsnelheid word uitgedrukt in meters
per seconde. De richting van waaruit de wind waait noem je de windrichting. In Nederland waait de
wind meestal vanuit het zuidwesten. De windrichting word aangegeven met windroos. De
bewolkingsgraad geeft aan welk percentage van de hemel met wolken bedekt is. Als het onbewolkt
is, is de bewolkingsgraad 0%, bij 100% is de lucht geheel bedekt.
Naast het gewone zichtbare licht straalt de zon ook ultraviolette straling uit. Bij een lage
bewolkingsgraad bereikt meer uv-straling het aardoppervlak. De verwachte hoeveelheid uv-straling
word uitgedrukt in de zonkracht.
Paragraaf 2.
Het klimaat is de gemiddelde toestand van het weer over een langere periode (30 a 40 jaar).
Nederland heeft een gematigd zeeklimaat met koele zomers en zachte winters en neerslag in alle
jaargetijden (seizoenen).
De breedteligging is de afstand tot de evenaar en deze is van invloed op de temperatuur. Hoe verder
van de evenaar, hoe lager de gemiddelde temperatuur word en andersom. De hoogte van de
temperatuur word mede bepaald door hoe schuin de zonnestralen vallen, dit noem je de
zoninvalshoek. De hoogteligging bepaald mede de temperatuur (hoe hoger je komt, hoe kouder het
word). Elke 100 meter hoger, word het 0,6 graden kouder.
In Europa waaien vooral westenwinden. Een aanlandige wind (of zeewind) brengt de koele lucht van
boven zee naar het land. Aan het eind van de zomer wanneer het zeewater is opgewarmd, brengt de
zeewind warmere lucht naar het land. Zeewind heeft een hogere luchtvochtigheid dan landwind.
Een aflandige wind (of landwind) zal in de winter koude lucht aanvoeren. Daardoor kan het in de
winter vriezen. In de zomer is de landwind juist erg warm.
, Paragraaf 3.
Lucht heeft gewicht, 1 liter lucht weegt 0,003 gram. Luchtdruk kun je meten met een barometer. In
een weerbericht word de luchtdruk aangegeven in hectopascal (hPa).
Op een weerkaart worden punten gezet met daarbij de hoogte van de luchtdruk (bijvoorbeeld 980 of
990 hPa). Punten van gelijke luchtdruk worden met elkaar verbonden door een lijn (zo’n lijn heet een
isobaar).
In een gebied waar de lucht daalt, neemt de lucht op het aardoppervlak toe. Er ligt een
hogedrukgebied of maximum. Op een weerkaart is het symbool voor een hogedrukgebied de letter
H. deze letter H word altijd in de kern van een hogedrukgebied genoteerd, daar is de luchtdruk het
hoogst.
Een lagedrukgebied is een gebied met een lage luchtdruk (L). Het word ook wel minimum of
depressie genoemd.
Het water op aarde is constant in beweging, elke dag gaan er grote hoeveelheden water over van de
ene toestand in de andere. Boven zee kan het water verdampen, het word onzichtbaar als
waterdamp in de lucht. Bij vorst zal het water bevriezen tot ijs en bij door zal het ijs smelten tot
water (vloeibaar).
Het voortdurend overgaan van water van de ene toestand in de andere is de waterkringloop. Het
zeewater verdampt. In de atmosfeer vormt deze waterdamp wolken waaruit neerslag valt. Deze
neerslag kan afstromen of infiltreren. Bij afstromen gaat het water via rivieren en sloten terug naar
de zee. Als het water gaat infiltreren stroomt het als grondwater in de bodem.
Lucht kan een beperkte hoeveelheid vocht bevatten. De luchtvochtigheid geeft aan hoeveel
waterdamp de lucht bevat.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur danique7. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
