Deel 1: Inleiding
Niveau 1:
1. Wanneer kunnen de aandeelhouders kiezen voor een coöperatieve vennootschap?
-> Wanneer de vennootschap aan hun gezamenlijke behoeften kunnen doen of als ze kiezen
voor een vennootschap die hun sociale of economische activiteiten ontwikkeld.
2. In welk boek vind je de gemeenschappelijke bepalingen aan de rechtspersonen?
-> Boek 2
Niveau 2:
1. Zijn de bepalingen van boek 2 WVV van toepassing op de maatschap?
-> Neen, boek 2 is enkel van toepassing op de rechtspersonen, een maatschap heeft geen
rechtspersoonlijkheid
2. Artikel 2:3 WVV is van toepassing op de nv?
-> Ja, het gaat over de naam en zetel van de rechtspersoon, een naamloze vennootschap is
een vennootschap die volkomen rechtspersoonlijkheid heeft, deze moet daardoor dus een
naam en zetel hebben.
3. De bepalingen van boek 2 WVV zijn:
-> Altijd van toepassing op alle vennootschappen en verenigingen
-> Altijd van toepassing op alle rechtspersonen tenzij er in latere boeken van afgeweken
wordt
Deel 2: Algemene bepalingen
H1: Inleidende bepalingen
Niveau 1:
1. Geef de materiële geldigheidsvereisten voor een vennootschapscontract:
-> wordt opgericht bij een rechtshandeling door 1 of meer personen, er zijn 4 voorwaarden
vereist voor de geldigheid nl: de toestemming van de partij die zich verbindt, de
bekwaamheid om contracten aan te gaan, een bepaald voorwerp als inhoud van de
verbintenis, een geoorloofde oorzaak van verbintenis ART 1108 OUD BW
I. Contract/rechtshandeling
II. Inbreng
III. Voorwerp/doel, welbepaade activiteiten
IV. (On)rechtstreeks vermogensvoordeel
2. Wat zijn de basiskenmerken van een vennootschap met onvolkomen
rechtspersoonlijkheid?
-> Er is wel degelijk een afgescheiden vermogen maar de vennoten genieten niet van
beperkte aansprakelijkheid en de vennootschap kan optreden in rechte, privéschuldE
kunnen niet aan het afgescheiden vermogen van de vennootschap, de venn schuldE kunnen
wel aan het vermogen van de vennoten
, 3. Definieer vermogensvoordeel:
-> Vennootschappen worden opgericht om een (on)rechtstreeks vermogensvoordeel te
krijgen. Een voorbeeld van een onrechtstreeks vermogensvoordeel is bv de kosten besparen,
een voorbeeld van een rechtstreeks vermogensvoordeel is winstuitkering aan de ADH.
Niveau 2:
1. Een vennootschap zonder rechtspersoonlijkheid:
-> Heeft onbeperkt aansprakelijke vennoten
2. Een volkomen rechtspersoon kan bestaan:
-> zonder inbreng in arbeid
3. Stelling A is juist = de maatschap is een personenvennootschap
4. De inbreng in een vennootschap:
-> Kan het genot van een roerende zaak betreffen
5. Wat is het grote voordeel van een vennootschap met volkomen rechtspersoonlijkheid
tegenover de andere vennootschappen zonder en met onvolkomen?
-> De beperkte aansprakelijkheid die de vennoten hebben, dit betekent dat de
vennootschapsschuldeisers niet verhaal kunnen halen op het privévermogen maar enkel op
de gedane inbreng van de vennoten in de vennootschappen. De privéschuldE kunnen ook
geen verhaal halen op het vennootschapsvermogen
H2: Bepalingen gemeenschappelijk aan rechtspersonen:
Niveau 1:
1. Bespreek ART 2:2, wat is praktische nut van deze bepaling?
-> Wanneer een rechtspersoon in oprichting is, kunnen de vennoten een verbintenis
aangaan in naam van de rehctspersoon, echter zijn deze vennoten hoofdelijk en onbeperkt
aansprakelijk voor de verbintenis tenzij dat de rechtspersoon binnen de 2 jaar
rechtspersoonlijkheid heeft verkregen en binnen 3 maanden erna de verbintenis op zijn
naam neemt.
2. Wat is een vaste vertegenwoordiger? In welke situatie?
-> Andere vennootschappen kunnen ook in het bestuur zitten van een vennootschap (deze
neemt dus een mandaat op), echter wanneer dit voorkomt zal de vennootschap een vaste
vertegenwoordiger moeten aanduiden. Deze vaste vertegenwoordiger moet een natuurlijke
persoon zijn. Die vaste vertegenwoordiger zal belast worden met de uitvoering van het
mandaat in naam en rekening van de venootschap. ART 2:55
3. Op welke manier krijgt een vennootschap rechtspersoonlijkheid?
-> De vennootschappen verkrijgen rechtspersoonlijkheid vanaf de dag van neerlegging van
de authentieke/onderhandse akte, het uittreksel van de oprichtingsakte, en de benoeming
van de personen die gemachtigd zijn de vennootschap te besturen en te vertegenwoordigen
ART 2:6 en ART 2:8
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur koberoosens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €3,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.