samenvatting macro economie hoorcolleges en werkcolleges
Livre connecté
Titre de l’ouvrage:
Auteur(s):
Édition:
ISBN:
Édition:
Plus de résumés pour
Samenvatting - Macroeconomie 2022/2023
Macroeconomics - full exam summary
Samenvatting Grondslagen Macro Economie
Tout pour ce livre (25)
École, étude et sujet
Tilburg University (UVT)
Bedrijfseconomie
Grondslagen Macro Economie
Tous les documents sur ce sujet (17)
Vendeur
S'abonner
toinevanes2001
Avis reçus
Aperçu du contenu
Macro economie
Week 1
H1.1 Macro-economie
De macro-economie bestudeert de economie als geheel (een land, een regio, de gehele wereld)
De macro-economie bestudeert onderwerpen als
• groei en fluctuaties van de economie als geheel (BBP)
• inflatie
• Werkloosheid
Zowel
• kwantitatief als
• kwalitatief
micro vs macro economie
• Micro-economie bestudeert individuen
- hoe huishoudens en bedrijven keuzes maken
- hoe zij elkaar beïnvloeden op specifieke markten
- hoe de overheid hun keuzes beïnvloedt
• Macro-economie bestudeert de economie als geheel (van een land, regio, of de gehele
wereld)
• Veel macro-economische modellen zijn tegenwoordig micro-economisch onderbouwd
Economische modellen
• zijn een versimpeling van een (erg) complexe realiteit
➔ geen irrelevante details , gebruiken alleen relevante variable
• kunnen worden weergegeven in wiskundige vergelijkingen of grafieken
• worden gebruikt om
- verbanden tussen economische variabelen te laten zien
- het “gedrag van de economie” te verklaren
- beleidsmakers te adviseren hoe de economie te verbeteren
• er zijn verschillende modellen voor verschillende doeleinden
• Belangrijk:
- aannames
- wat kunnen we ermee? (doel en mogelijkheden)
- wat kunnen we er niet mee? (beperkingen)
• Geen enkel model kan alles verklaren
1
,Vraag en aanbod op verschillende ‘geaggregeerde’(Economie als geheel: consument, bedrijven,
buitenland, overheid & centrale bank) markten:
-> Algemeen evenwicht: als alle markten tegelijk in evenwicht zijn -> 1 markt in evenwicht is partieel
evenwicht
Modellen en variabelen
Verschillende soorten variabelen in modellen:
• exogene / endogene variabelen
• nominale / reële variabelen
• stroom (flow) / voorraad (stock) variabelen
• lange termijn (>10 jaar) / korte termijn (1-2 jaar)
• gesloten economie / (kleine) open economie(verband met andere economieën)
endogeen vs exogene variablen
• De waarde van een endogene variabele wordt binnen het model bepaald
• De waarde van een exogene variabele wordt buiten het model bepaald: binnen het model
wordt deze als gegeven beschouwd
- N.B.: een grootheid kan in model 1 een exogene zijn, maar in model 2 een endogene!
- Voorbeeld: model van de automarkt
endogene variabelen: prijs van een auto, gevraagde hoeveelheid, aangeboden
hoeveelheid
exogene variabelen: inkomen, prijs van inputs
• We kijk vaak naar bepaalde gebeurtenis: meestal verandert één van de exogenen
➔ ceteris paribus = alle andere exogenen blijven hetzelfde
analyse: wat gebeurt er met de endogenen?
Algemene regel: Een economisch model is oplosbaar als er evenveel modelvergelijkingen zijn als
endogene variabelen
- Voorbeeld 1: x+y=4 en x–y=2 → x=3; y=1
- Voorbeeld 2: x+y=4 → ??
- Voorbeeld 3: x=4 en x=2 → geen oplossing
Marktevenwicht: Bij de evenwichtsprijs hebben ondernemingen en consumenten geen prikkel om
hun gedrag te veranderen
- Als een exogene factor verandert, verschuift of draait een curve, en het evenwicht
veranderd
- Vb inkomen stijgt
2
, Vb. grondstoffen stijgen
Nominale vs. reële variabelen
• Nominale variabelen: uitgedrukt als een bedrag (€, $) -> gaat om de waarde van op het
moment
- Maar wat zeggen deze bedragen? → wat telt is wat je ermee kunt kopen
• Reële variabelen: uitgedrukt in eenheden goederen bij constante prijzen = nominaal
gecorrigeerd voor prijzen of prijsveranderingen
- Zijn bedoeld dat bedragen over tijd verglijkbaar zijn door ze te corrigeren
- Bv 6000 salaris per maand en inflatie is 10% dan was salaris in 2010 maar 5400
Stroom- en voorraadvariabelen
Stroom variabelen (flows)
• voorbeelden: inkomen, consumptie, investeringen, afschrijvingen / water dat in een bad
stroomt
• geldt voor een periode, en wordt gemeten per tijdseenheid (inkomen is x euro per jaar, of
x/12 euro per maand)
• Vaak vermelden we de periode niet, dat is verwarrend. (Het inkomen in 2020 is x euro
Voorraad variabelen (stocks)
• Voorbeelden: kapitaal, schuld, tegoed, voorraad goud bij de bank / water in het bad
• Wordt bepaald op 1 specifiek moment in de tijd (bijv. eind 2020) Het verschil in een
voorraadvariabele tussen tijdstip t1 en t2 wordt weergegeven door stroomvariabelen over de
periode t1-t2:
• De kapitaalvoorraad eind 2020 = kapitaalvoorraad eind 2019 + investeringen 2020 –
afschrijvingen 2020
• De hoeveelheid water in het bad om 20:00 uur = water in bad om 19:00 + water dat uit
kraan stroomt – water dat wegloopt tussen tussen 19:00 en 20:00
Korte vs. lange termijn
→ prijzen: flexibel(benzine) vs. Star(lonen)
Het gedrag van de economie hangt onder andere af van hoe flexibel prijzen zijn
• Lange termijn → flexibele prijzen → marktruiming → geen/lage werkloosheid en
onderbezetting
- Op lange termijn kan markt zich aanpassen
• Korte termijn → veel prijzen zijn star: passen zich in eerste instantie niet/in beperkte mate
aan na schokken aan vraag- en aanbodkant
Reden: het is vaak kostbaar voor bedrijven om hun prijzen steeds aan te passen
- Prijzen passen zich dus niet meteen aan
3
, → het potentiële aanbod (= productiecapaciteit) is dus niet telkens gelijk aan de vraag ->
omdat prijzen zich niet aanpassen→ dit verklaart bv. recessies en werkloosheid
Gesloten vs. kleine open economie
• Gesloten economie:
- Geen handel met buitenland: totaal binnenlands aanbod goederen = totale
binnenlandse vraag goederen
- Geen internationale kapitaalstromen: totale binnenlandse besparingen = totale vraag
naar financiële middelen (investeringen)
• Kleine open economie:
- Rente(prijs kapitaal) wordt bepaald op internationale kapitaalmarkt (als er geen
kapitaalrestricties zijn)
- Wisselkoers is erg belangrijk voor handel met buitenland
→ de meeste economieën zitten ergens tussen deze twee extremen in
Belangrijke macro-economische grootheden
• BBP → basis voor berekenen van economische groei, -> veel variabelen wordt uitgedrukt als
% van het BBP (bv. de schuldquote)
• Inflatie → basis voor berekenen van koopkracht, -> belangrijk voor de rente die de centrale
bank vaststelt
• Werkloosheid → belangrijk voor de welvaart van een land, hoge werkloosheid kan tot
sociale problemen leiden
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur toinevanes2001. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.