Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting onderste extremiteiten module 2.1 €6,02   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting onderste extremiteiten module 2.1

 1 vue  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Dit is een samenvatting van de onderste extremiteiten voor de module 2.1

Aperçu 3 sur 28  pages

  • 13 juin 2022
  • 28
  • 2020/2021
  • Resume
avatar-seller
Anatomie kennistoets 2.1
Het skelet van de bekkengordel
Dit bestaat uit het os coxae, dat opgebouwd is uit drie botstukken: het os ilium, het os ischii
en het os pubis. Deze botstukken grenzen aan elkaar in de kom van het heupgewricht, het
acetabulum, waar zij tot in de puberteit van elkaar gescheiden zijn door kraakbeen dat de
vorm van een Y heeft. Door verbening van dit kraakbeen, gaan de drie beenderen met elkaar
vergroeien en kunnen op volwassen leeftijd niet meer als aparte botstukken worden
onderscheiden. Het bovenste gedeelte van het os coxae bestaat uit het os ilium, het voor-
onderste gedeelte uit het os pubis en het achter-onderste gedeelte uit het os ischii. De beide
laatste botstukken omgeven samen het foramen obturatum.

Os ilium
Het os ilium, het darmbeen, kan in twee delen worden verdeeld: het corpus ossis ilii, dat
meehelpt aan de vorming van het acetabulum, en de ala ossis ilii, die het grootste gedeelte
van het os ilium vormt en die als een vleugel naar boven, naar lateraal en naar achteren
uitsteekt. De bovenrand van de ala is de crista iliaca, die zich uitstrekt vanaf de spina iliaca
anterior superior tot aan de spina iliaca posterior superior en die een iets gekromd verloop
heeft. Het grootste deel van de crista vertoont een buitenste en een binnenste lijn, labium
externum en labium internum, met een verheven ruw gebied ertussen, de linea intermedia.

Aan de ala kan men een buitenzijde, een binnenzijde, een voorrand en een achter rand
onderscheiden. De buitenzijde, facies glutea, wordt gekenmerkt door drie gebogen lijnen, de
lineae gluteae posterior, anterior en inferior. Deze geven grenzen aan tussen
spieraanhechtingen en zijn meer of minder duidelijk aanwezig, al naargelang de ontwikkeling
van de musculatuur. De linea glutea posterior begint bij de crista iliaca en loopt, vanaf een
punt iets voor de spina iliaca posterior superior, als een naar voren lijn naar onderen tot aan
de incisura ischiadica major. De linea glutea anterior begint ook bij de crista iliaca, en wel
iets achter de spina iliaca anterior superior, en loopt als een naar onder concave lijn
eveneens naar de incisura ischiadica major. De linea glutea inferior, onder de vorige gelegen
en de minst duidelijke van de drie lijnen, begint iets onder de spina iliaca anterior superior en
loopt van hieruit naar achteren.

De voorrand van de ala strekt zich uit vanaf de spina iliaca anterior superior tot aan het
acetabulum en vertoont vlak hierboven nog de spina iliaca anterior inferior. De achter rand
wordt behalve door de spina iliaca posterior superior gevormd door de spina iliaca posterior
inferior, die de bovenste begrenzing vormt van de incisura ischiadica major.

Os ischii
Aan het os ischii, het zitbeen, kan men een corpus en een ramus onderscheiden. Het corpus
ossis ischii neemt deel aan de vorming van het acetabulum; de ramus ossis ischii vormt de
achterste en een deel van de onderste begrenzing van het foramen obturatum en gaat naar
voren toe over in de ramus inferior van het os pubis. Aan zijn achter-onderzijde vertoont hij
een ruwe zwelling, het tuber ischiadicum, dat bovenaan breed is en naar onder toe
geleidelijk smaller wordt. Ongeveer op de grens van het corpus en de ramus ligt de spina
ischiadica, die de achter rand van het os ischii in twee delen scheidt. Het bovenste gedeelte
begrenst samen met het os ilium de incisura ischiadica major, het onderste gedeelte vormt
de begrenzing van de incisura ischiadica minor. Deze bevindt zich tussen de spina ischiadica
en het tuber ischiadicum.

,Os pubis
Het os pubis, het schaambeen, is te verdelen in een ramus superior, die de boven
begrenzing van het foramen obturatum vormt en verder deelneemt aan het acetabulum, in
een ramus inferior, die samen met de ramus van het os ischii de onder begrenzing van het
foramen obturatum vormt, en in een corpus ossis pubis, dat tussen de beide rami ligt en het
foramen obturatum aan de voorzijde begrenst. Aan zijn mediale zijde bezit het een
gewrichtsvlak voor de symphysis pubica, de facies symphysialis, en aan zijn voor-bovenzijde
een ruwe rand, de crista pubica, die naar lateraal uitloopt in een iets verheven knobbel, het
tuberculum pubicum.

Acetabulum
Het acetabulum wordt voor het grootste gedeelte ingenomen door de facies lunata, die
hoefijzervormig en glad is, en met kraakbeen bekleed. Hij omgeeft de fossa acetabuli,
behalve aan de onderzijde, waar hij onderbroken wordt door de incisura acetabuli. In het
midden van de incisura acetabuli geeft een klein tuberculum obturatorium posterius de
achter grens aan van de sulcus obturatorius. Aan de vorming van het acetabulum neemt het
os ilium voor bijna twee vijfde deel, het os ischii voor iets meer dan twee vijfde en het os
pubis voor ongeveer een vijfde. Wanneer het os coxae zo wordt geplaatst dat de spina iliaca
anterior superior en het tuberculum pubicum in eenzelfde frontaal vlak staan, is de ingang
van het acetabulum naar lateraal, naar onderen en naar voren gericht.

Het skelet van het bovenbeen
Dit wordt gevormd door het dijbeen, het femur, dat het langste en het zwaarste beenstuk van
het lichaam is. Het femur bestaat uit een schacht of corpus, een proximaal uiteinde dat weer
bestaat uit een caput, een collum, een trochanter major en een trochanter minor, en een
distaal uiteinde dat gekenmerkt wordt door een condylus medialis en een condylus lateralis.

Aan het proximale uiteinde van het femur vormt het met kraakbeen beklede caput femoris
ongeveer twee derde deel van een boloppervlak. Iets onder en achter het midden hiervan
bevindt zich een klein putje, de fovea capitis femoris. De vrij lange hals, het collum femoris,
is aan de voorzijde en aan de achterzijde afgeplat en vertoont vele kleine foramina nutricia.
Het collum femoris wordt door een duidelijke rand van het caput gescheiden, behalve aan de
voorzijde waar de overgang meer geleidelijk is.

Van de beide trochanters bevindt de trochanter major zich aan de laterale zijde, waar hij
uitsteekt boven de overgang van het collum in de schacht. Zijn mediale oppervlakte is aan de
achterzijde sterk uitgehold en vormt de fossa trochanterica. De veel kleinere trochanter minor
is aan de mediale achterzijde gelegen en wordt door de crista intertrochanterica verbonden
met de achter rand van de trochanter major. Aan de voorzijde bevindt zich verder nog de
linea intertrochanterica, die vanaf de trochanter major schuin naar mediaal-onder loopt en
zich onder de trochanter minor voortzet in het labium mediale van de linea aspera aan de
achterzijde van het femur.

Het corpus femoris is, behalve in zijn distale gedeelte, op doorsnede min of meer rond en
vertoont behalve zijn gebogen vorm alleen aan de achterzijde een bijzonder kenmerk, de
linea aspera. Deze ruwe, overlangs verlopende lijst bestaat uit een labium mediale en een
labium laterale, die in het midden van het femur naast elkaar liggen. Het labium laterale gaat
in het proximale een vierde deel van de schacht over in de tuberositas glutea. Het labium
mediale spiraliseert in het proximale gedeelte van de schacht naar de voorzijde en zet zich
hier voort in de linea intertrochanterica. Ook is hij continu met de linea pectinea, een
aanhechtingslijn voor de m. pectineus, die zich vanaf de trochanter minor tot aan het labium
mediale uitstrekt.

, In het distale een derde gedeelte van het corpus femoris ligt tussen de beide labia de vlakke,
driehoekige facies poplitea. Hiervan vormt de linea intercondylaris, de verbindingslijn tussen
de achter randen van de condylen, de basis. Verder vertoont het labium mediale, vlak boven
de condylus medialis, nog een kleine verhevenheid, het tuberculum adductorium, dat dient
voor de aanhechting van de pees van de m. adductor magnus.

Het distale uiteinde van het femur bestaat uit twee grote uitsteeksels, de condylus medialis
en de condylus lateralis, die aan de voorzijde, de onderzijde en aan de achterzijde bekleed
zijn met gewrichtskraakbeen. Zij promineren in sterke mate aan de achterzijde van het
botstuk en worden hier van elkaar gescheiden door de diepe fossa intercondylaris. Beide
condylen convergeren van achteren naar voren en vormen aan de voorzijde de facies
patellaris voor de articulatie met de patella. Dit gewrichtsvlak wordt door een overlangs
lopende groeve in twee ongelijke delen verdeeld, waarvan het laterale gedeelte het grootst is
en het verst naar proximaal reikt. Op de laterale zijden van de condylen bevinden zich kleine
uitsteeksels, de epicondylus medialis en de epicondylus lateralis, waarvan de collaterale
ligamenten van de knie ontspringen. Evenals het proximale uiteinde bezit ook het distale
uiteinde van het femur vele kleine foramina nutricia voor de vascularisatie van dit gedeelte
van het botstuk.

Het heupgewricht
In het heupgewricht, de articulatio coxae, articuleert het caput van het femur met het
acetabulum van het os coxae. De incisura acetabuli, die zich aan de onderzijde van het
acetabulum bevindt, wordt overbrugd door het lig. transversum acetabuli, waardoor de
gewrichtskom de vorm van een halve holle kogel krijgt. De kom wordt bovendien verdiept
door een driehoekige rand van vezelig kraakbeen, het labrum acetabulare, dat aan de
benige rand van het acetabulum vasthecht en ook overgrijpt op het lig. transversum. Op
deze wijze wordt ongeveer twee derde gedeelte van de gewrichtskop bedekt. Het labrum
acetabulare sluit als een ventiel om de kop van het femur en draagt hierdoor in belangrijke
mate bij aan de stevigheid van het gewricht.

Alleen het dragende oppervlak van het acetabulum, de facies lunata, is bedekt met
kraakbeen; in de fossa acetabuli bevindt zich een vetkussen, bekleed met membrana
synovialis, dat een schok dempende functie heeft. Ingebed in dit vetkussen ligt het lig. capitis
femoris, dat ontspringt van de randen van de incisura acetabuli en van hieruit naar de fovea
capitis femoris loopt. Het wordt bekleed door een voortzetting van de membrana synovialis
en bevat bloedvaten voor de voeding van de femurkop. De bloedvaten bereiken het ligament
door een kleine opening tussen het diepste punt van de incisura acetabuli en het lig.
transversum.

De membrana fibrosa van het kapsel is vrij dik en wordt nog versterkt door drie ligamenten:
het lig. iliofemorale, het lig. pubofemorale en het lig. ischiofemorale. Van deze drie is het lig.
iliofemorale dat het sterkste ligament van het gehele lichaam is, het belangrijkste. Het
bevindt zich aan de voorzijde van het heupgewricht en ontspringt van de spina iliaca anterior
inferior en van het hieronder gelegen gedeelte van het os ilium tot aan het acetabulum. Van
hieraf waaiert het driehoekig uit naar het femur, waar het vasthecht aan de voorzijde van de
trochanter major en aan de linea intertrochanterica.

Het lig. pubofemorale loopt vanaf het laterale gedeelte van de ramus superior van het os
pubis naar caudaal en lateraal. De vezels bereiken ten dele het femur en hechten vast aan
de mediale zijde van het collum femoris, ten dele stralen zij uit in de pars medialis van het lig.
iliofemorale. Het lig. ischiofemorale ontspringt van de achterzijde van het os ischii, boven en
achter het acetabulum. Van hieruit loopt het ligament bijna horizontaal naar lateraal en buigt
vervolgens om naar de voorzijde van het heupgewricht. De bovenste vezels gaan over in de
pars lateralis van het lig. iliofemorale; de onderste vezels hechten onder het lig. iliofemorale
vast in de fossa trochanterica van het femur. In deze ringvormige band stralen ook vezels uit

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur vanduijlnoelle. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,02. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

76799 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!

Récemment vu par vous


€6,02
  • (0)
  Ajouter