Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Criminologische Sociologie (Hoorcolleges + boek) (GESLAAGD) €11,99   Ajouter au panier

Notes de cours

Samenvatting Criminologische Sociologie (Hoorcolleges + boek) (GESLAAGD)

1 vérifier
 129 vues  6 fois vendu

Deze duidelijke samenvatting bevat: - ALLE hoorcolleges + aantekeningen tijdens de les - Fragmenten uit het boek + vertaling

Aperçu 6 sur 41  pages

  • 14 juin 2022
  • 41
  • 2021/2022
  • Notes de cours
  • Parmentier stephan
  • Toutes les classes
Tous les documents sur ce sujet (8)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: julieryckaert • 1 année de cela

avatar-seller
criminolgystudent
Inhoudstafel
Hoofdstuk 1: Situering van sociologische theorieën over criminaliteit………………………………………………..1
- Klassieke theorie: Cesare Beccaria
- Klassieke theorie: Jeremy Bentham
- Sociologische theorieën:
- Ecologische theorie: André-Michel Guerry
- Ecologische theorie: Adolphe Quetelet
- Economische theorie: Karl Marx
- Anomietheorie: Emile Durkheim

Hoofdstuk 2: Sociaal-ecologische theorieën……………………………………………………………………………………….9
- Concentrische zone-theorie: Ernest Burgess
- Sociale desorganisatie: Clifford Shaw & Henry McKay

Hoofdstuk 3: Anomie theorieën…………………………………………………………………………………………………….…11
- Strain-theorie : R. Merton
- Subculturentheorie: A.Cohen
- Differentiële kansen-theorie: Richard Cloward & Lloyd Ohlin

Hoofdstuk 4: Sociale procestheorieën………………………………………………………………………………………………17
- Differentiële associatietheorie: E. Sutherland
- Neutraliseringstheorie: G. Sykes & D. Matza

Hoofdstuk 5: Controletheorieën……………….………………………………………………………………………………….…..22
- Containment-theorie: W. Reckless
- Sociale bindingstheorie: Travis Hirshi

Hoofdstuk 6: Sociale reactietheorieën………………………………………………………………………………………………25
- Voorloper (G.H. Mead)
- Labelling-theorie:
- F. Tannenbaum
- E. Lemert
- H. Becker

Hoofdstuk 7: Conflictcriminologie……………………………………………………………………………………………………29
- Voorloper R. Dahrendorf
- Groepsconflicten-theorie: G. Vold
- Theorieën inzake “Crime, Law and Order”:
- A. Turk
- W. Chambliss

Hoofdstuk 8: Kritische criminologie…………………………………….……………………………………………………………35
- Radicale criminologie: The New Criminology: I. Taylor, P. Walton & J. Young
- Links realisme: Rethinking Criminology, the Realist Debate: : J. Young & R. Matthews

,Hoofdstuk 1: Situering van sociologische theorieën over criminaliteit

1. Klassieke theorie (1)

• Historische context: grote transities in de 18de-19de eeuw in Europa

o 18e eeuw: van feodaliteit (= systeem van pyramidale opbouw van de samenleving) naar
moderniteit. De feodaliteit kwam in verval door opkomen van een nieuwe klasse, een
derde stand naast clerus en koning. De Moderniteit was gebaseerd op de menselijke
mogelijkheden door ontwikkeling en de fundamentele rechten van de mens. Maar deze
derde stand heeft geprofiteerd en de rechten voor zichzelf mee opgeëist.

o Bestraffing aanpassen → van brutale lichamelijke bestraffing (= niet-rationeel) naar op
regels gefundeerde, institutionele sanctie (= rationeel)

o Fundamentele rechten van de mens: foltering zou moeten verbannen worden (meer op
rationele redenen gebaseerd)



• Cesare Beccaria: Dei delitti e delle pene (1764)
Hij werd beschouwd als de klassieke school van de criminologie ( = betekende dat hij inging
en de nadruk legde op de rationaliteit)

In zijn fameus werk maakt hij het duidelijk dat…
o Doelstelling van straffen = preventie: straffen met het oog op voorkomen criminaliteit,
dezelfde persoon gaat niet nog eens hetzelfde feit plegen
o “Let the punishment fit the crime”
o Tegenstander van de doodstraf
o Visie van utilitarisme met homo rationalis: gedragingen worden gesteld omdat die
persoon denkt dat ze nuttig zijn → mensen kunnen dus nadenken over positie



Kenmerken van straffen:
- Openbaar: voor iedereen duidelijk
- Snel (na de feiten), zodat het verband duidelijk wordt
- Noodzakelijk (om andere misdrijven te vermijden)
- De ‘juiste’ straf → persoon in kwestie moet beseffen
wat hij heeft gedaan
- Proportioneel: verhouding van de straffen
- ‘Nulla poena sine lege’ (geen straf zonder wet)




1

,Klassieke theorie (2)

• Jeremy Bentham: (hij volgde Cesare Beccaria hierin)

o Criminaliteit is inbreuk op het “greatest happiness principle”: de bedoeling van de
samenleving is om zoveel mogelijk geluk te produceren voor zoveel mogelijk
mensen, maar criminaliteit brengt ongeluk.

o Achterliggende visie van de "hedonistische calculus“: hij probeerde te berekenen op
welke manier het meeste geluk zou kunnen worden voortgebracht voor het meest
aantal personen → Criminaliteit is een inbreuk op zijn principe.

o Invloed op penologische (= bestraffing) en juridische praktijk

- Panopticon gevangenis = in het centrale gedeelte
van de gevangenis is er een toren van waar men heel
de gevangenis kan bewaken

- Panopticon = alomvattend oog, men kan als
bewaker honderden cellen aldus bewakers in het
oog houden.




• Evaluatie van de klassieke school:
o Sterktes
▪ lot in eigen handen
▪ rationele visie op mens (fundamentele rechten) en samenleving

o Zwaktes
▪ geen oog voor oorzaken (opvoeding en omgeving)
▪ geen oog voor types van criminaliteit (verkeer vs persoonsdelicten)
▪ is plegen van misdaad echt een ‘vrije’ keuze? In welke mate is criminaliteit
beïnvloedt door de (mensen in de ) omgeving?


2. Overgang naar sociologische theorieën

• Essentiële invalshoek

o Aandacht voor relatie criminaliteit en sociale omgeving

o Nadruk op gelijkheid van criminelen en niet-criminelen

• Probleem van de individuele verantwoordelijkheid
Er is een permanent continuüm in de sociologie en crimi. kan zich op vele plaatsen bevinden

Vrije wil / individuele verantwoordelijkheid Determinisme




2

,3. Grondleggers van de sociologische benadering (Quetelet, Marx en Durkheim)

3.1 De Ecologische theorie

Historische context: na het keizerlijke régime van Napoleon en de Franse Revolutie ontstaan er
problemen en opstanden.

• André-Michel Guerry (was een jurist en amateur statisticus)

o Analyse van de officiële misdaadstatistieken in Frankrijk (1833 – criminaliteit tegen
personen vs criminaliteit op eigendommen): hij deed dit aan de hand van kaarten.




Criminaliteit tegen personen strekt zich vooral in het Zuiden van Frankrijk, criminaliteit op
eigendommen is eigenlijk het tegenovergestelde.


• Adolphe Quetelet: Sur l'homme et le développement de ses facultés ou Essai de physique
sociale (1835)
→ L’homme ≠ de man = de mens
→ Faculté≠ faculteit = mogelijkheden (die mensen hebben om zich te ontwikkelen)
→ Physique social= sociale fysieke, wetten van de samenleving

o ‘Vader van de sociale statistiek’

o Conclusie: niet de vrije wil is belangrijk, maar de impact van sociale factoren,
Bepaalde factoren zorgen ervoor dat mensen jaar op jaar criminaliteit plegen

Bespreking ‘Du dévoloppement du penchant’ (Ecologische theorie)
p5
• Probabilité = waarschijnlijkheid, kans dat iemand een vorm van criminaliteit zal plegen
• Hij wil nagaan welke factoren kunnen bekeken worden om te begrijpen waarom iemand
criminaliteit pleegt
→ Seizoen, klimaat, geslacht en leeftijd
• Zijn statistieken zijn ‘partieel’, hij zegt dat het maar een gedeeltelijk beeld geeft van de
totaliteit van criminele gedragingen
p7
• Het aantal veroordelen zijn proportioneel aan de oorzaken van criminaliteit en dat die
effecten ongeveer dezelfde zijn als de oorzaken waartoe ze aanleiding hebben gegeven, zijn
niet veranderd



3

,p10
• Hij gaf een verklaring aan de hand van zijn tabel voor het verband tussen opleiding en het
aantal misdrijven: mensen met een lagere opleiding (in die tijd zelfs analfabeet) pleegden
meer misdrijven dan mensen met een hoge opleiding → met een opleiding staat men goed
in de maatschappij en is de drang tot het plegen van delicten vele lager.

p12- p13: zijn bevindingen in cijfers en statistische gegevens: GROOTSTE FACTOREN
• De leeftijd is het belangrijkste criterium om te begrijpen welke criminaliteit en waarom de
criminaliteit wordt gepleegd
• Welke leeftijd?
▪ Toppunt fysiek kunnen: 25 jaar → bepaalt wie criminaliteit zal plegen
▪ Morele ontwikkeling is nog niet ontwikkeld en kan duren tot 35 jaar
→ Periode tussen leeftijd van 25 en 35 = het hoogst aantal misdrijven

• Het geslacht: verhouding is 1 op 4 → bij elke 100 beschuldigde zijn er 20 vrouwen en 80
mannen
• Vrouwen plegen andere types van criminaliteit (meer eigendomscriminaliteit dan persoons-)

• De seizoenen: tijdens de zomer is er meer persoonscriminaliteit en in de winter meer
eigendomscriminaliteit

• Klimaat: gekoppeld aan bevolkingsgroepen, rassen aan de middellandse zee, Corsica zijn
meer gericht op persoonscriminaliteit en Italianen, dalmatiërs, Tirolers zijn meer gericht
eigendomscriminaliteit

• Beroepen: vrije beroepen gaan meer persoonscriminaliteit plegen, arbeidsklassen meer
eigendomscriminaliteit (duidt op inkomensverschil)

• Criminaliteit hangt samen met plaatsen waar er meer mengeling is tussen volkeren, meer
nijverheid (economische activiteit), meer ongelijkheid van fortuinen (inkomen)

• Alcoholgebruik: als alcohol erbij komt is er meer kans op criminaliteit → Mannen drinken
meer dus meer criminaliteit


Evaluatie van de(ze) ecologische school

o Sterktes
o Aandacht voor sociale context
o Zoeken naar empirische basis: men doet dit aan de hand van cijfermateriaal
o Zwaktes
o Onbetrouwbare statistieken (zelfs vandaag zijn ze met een korrel zout te
nemen)
o Overvleugeld door biologische theorieën: de ecologische school heeft daarna
nauwelijks aandacht gekregen




4

, 3.2 Economische theorie: Karl Marx

Marx is geboren in Trier, Duitsland. Hij kwam uit een gezin met een welstand, zijn vader was
advocaat, hij heeft ook rechten gestudeerd en daarna filosofie. Hij is bekend van zijn Magnum Opus,
‘Das Kapital’.

• Economisch determinisme: Economie was voor hem de motor die de samenleving in gang
zette, we noemen het hier determinisme omdat hij zodanig veel aandacht aan economie
besteedde, dat hij andere oorzaken uitsloot.

o Samenleving verklaren vanuit ‘arbeidsproces’
= productiemiddelen + productiekrachten
(mensen)

o Kloof tussen kapitaalbezitter en arbeider,
kapitaal wordt een determinerende bron om
de motor van de economie te doen draaien.


• Dialectisch materialisme:
o Dialectiek tussen benedenbouw en bovenbouw (= juridisch-politieke niveau en
ideologische niveau)
o Arbeiders overleven op alle mogelijke manieren = ‘survival crime’


• Wetenschappelijk socialisme
Marx was een sos, hij wou dat de mensen van lagere klassen konden meegenieten van de
vruchten van het kapitalisme. Hij gelooft dat de kloof tussen kapitaalbezitter en arbeider
telkens groter wordt.



Bespreking ‘Class conflict and law’ (Economische theorie)

p17

• Marx spreekt over een ondoorbreekbaar gevecht tussen kapitaalbezitters en arbeiders in de
samenleving dat soms iets meer naar de voorgrond treedt en soms iets meer verborgen werd
• Dit gevecht kan eindigen in een revolutionaire herdefiniëring van de samenleving of het
gemeenschappelijke ondergaan van de twee klassen

p18

• Zijn ideologie was dat de staat de problemen van de samenleving zoekt in andere oorzaken.
Hoe machtiger de staat wordt, hoe politieker een staat wordt en hoe minder dat de basis van
sociale problemen gezocht wordt in de staat zelf → de staat kijkt naar individuen en is te weinig
in zichzelf gekeerd.
• Als individuen continu in strijd zijn moet er een scheidsrechter zijn om deze neutraal te houden
→ meestal de staat



5

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur criminolgystudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €11,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

66579 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€11,99  6x  vendu
  • (1)
  Ajouter