Resume
Samenvatting Groei En Ontwikkeling H5 (L04J1A)(21-22)
- Établissement
- Katholieke Universiteit Leuven (KU Leuven)
Samenvatting Groei En Ontwikkeling H5 (L04J1A) VETWEEFSEL
[Montrer plus]
Vendeur
S'abonner
Aperçu du contenu
GROEI EN ONTWIKKELING :HOOFDSTUK 5 : ONTWIKKELING VAN HET VETWEEFSEL
5.1 VETCEL = COMPLEXE STRUCTUUR
Je kan vetcellen niet echt zien maar je kan ze wel voelen, iedereen heeft namelijk een groter
of kleiner vetlaagje. Lang dacht met dat vetcellen enkel belangrijk waren voor
energieopslag. Na meer en meer kennis die vergaard werd kwam men van het passief
weefsel los en is met overgestapt naar het idee van een actief weefsel :
Functie van vetcel:
o Vroeger= opslag van VVZ (als triacylglycerol molecules) en mogelijke
vrijzetting indien nodig (als brandstof) = PASSIEF
o Nu: beseffen we dat vetcel=complex orgaan = ACTIEF
Vetcellen worden voornamelijk opgeslagen in groepjes (ADIPOCYTES), tesamen met een
ondersteunend netwerk van collageen, verzameld in “FAT DEPOTS”, die goed doorbloed en
bezenuwd zijn.
Vetcellen: ENDOCRIENE, AUTOCRIENE en PARACRIENE functies (lopend onderzoek)
→ Ze gaan dus hun eigen functie, de functie van omliggende cellen, maar ook de functies
van veel verder gelegen cellen goed gaan beïnvloeden.
SCHEMATISCHE WEERGAVE :
We zien een vetcel met een celkern en een vetdruppel :
De molecule die vrijgezet worden en dus in de bloedbaan terecht komen worden hier
weergegeven. Het is niet een volledige lijst maar de belangrijkste staan er wel op en
bespreken we nu ook.
,VRIJGEGEVEN STOFFEN DOOR VETCEL :
o LPL : (lipoproteïne lipase): opname van vvz uit bloedbaan naar vetcel toe
(cfr. Infra). Belangrijk naar eigen functie toe.
o Leptine: vooral door subcutane vetcellen, bindt aan receptor (LEPR) in
hypothalamus: stuurt een gehele cascade van processen (zie fig. hfst
19.19): regulatie voedselopname (verzadigingsgevoel),
energieverbruik, glucose en vetmetabolisme, (voorwaarde) puberteit,
reproductieve functies, angiogenese …
o IGF-1: in aanwezigheid van GH (in preadiposiet = voorlopercel van een
mature vetcel)
o PAI-1: plasminogen activator inhibitor-1, verhoogde bloedklontering
(tromboserisico), actief in omentaal vet (buikvlies)
o Angiotensinogeen: precursor van angiotensine II ➔ regeling van bloeddruk
(obesitas-hypertensie relatie)
o Adipsin-ASP : (acylating stimulating protein): binnen ‘the alternative complement
pathway’ - immuniteit gerelateerde moleculen (D factor=adipsin, ASP is
enzymatisch gemodificeerd C3a). ASP stimuleert triglyceride synthese
in vetcellen (mogelijke rol in adipogenese en vetcelgrootte)
o TNF-alpha: (tumor necrosis factor-alpha): connectie met ontwikkeling type 2
diabetes (?).
de vetcel zelf zal dus afhankelijk van waar hij gepossitioneerd zit gelinkt kunnen worden aan
bepaalde pathologiën waar geldt dat er teveel aan vet aanwezig is.
5.2 ADIPOGENESE
Als je kijkt naar een vetbiopt dan zie je verschillende versies van vetcellen.
We zien ADIPOBLASTEN (embryonaal ontwikkeld vanuit MULTIPOTENTE MESENCHYMCELLEN),
de voorlopercellen die naar PREADIPOCYTEN ontwikkelen en uiteindelijk naar kleine
adipocyten en MATURE ADIPOCYTEN. Deze differentiatie noemen we ook COMITTEN.
We gaan zien dat afhankelijk van de fase waarin de vetcel verkeerd er andere genen tot
expressie brengen en afhankelijk van welke merkers aanwezig zijn kan je achterhalen in
welke fase de vetcel zich bevindt.
Het verschil zit vooral in het feit of er al vetdruppels aanwezig zijn of nog klein zijn of groot :
, Het vetweefel kan toenemen door twee factoren :
→ de preadipocyten kunnen zich ontwikkelen tot mature vetcellen = hyperplasie
→ er kan ook een toename plaatsvinden in grootte van de cellen = hypertrofie
Daarnaast geldt natuurlijk ook dat er apoptose plaatsvind.
Er geldt dat er heel wat interindividueel verschil geldt op vlak van aanmaak van vetcellen en
groei, hangt af van je genen maar ook van je levenswijze, wat voor voedsel en hoeveel van
dat voedsel je inneemt.
Er zijn ook een aantal hormonaal gelinkte situaties die bepalen hoe je onderhuisvet
verschillend zal zijn. We hoeven de tabel niet te kennen maar we moeten weten dat een
bepaald teveel of tekort van bepaalde hormonen die in principe niet veel te maken hebben
met het vet in je lichaam het aantal vetcellen of de grootte van de vetcellen kan gaan
beïnvloeden of beide.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur joke02. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.
Peut-on faire confiance à Stuvia ?
4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)
72042 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours
Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans