Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Werkgroep Successiewet- en Estateplanning €2,99
Ajouter au panier

Cas

Werkgroep Successiewet- en Estateplanning

 0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

Werkgroep Successiewet- en Estateplanning

Aperçu 2 sur 6  pages

  • 14 juin 2022
  • 6
  • 2021/2022
  • Cas
  • X
  • 7-8
avatar-seller
Successiewet en Estate Planning 2021/2022
Werkgroepopgaven week 3


Vraag 1

A. Het huwelijksvermogensrecht wordt ook wel de eerste pijler van estate planning
genoemd. Kunt u deze bewering toelichten?
 Je moet eerst die pijler bekijken wil je toekomen aan de nalatenschapsplanning
 Tweede pijler is erfrecht
 Derde pijler is alles wat je tijdens leven kan doen, zoals schenken

B. Is al dat wat een echtgenoot krijgt krachtens huwelijksvermogensrecht vrijgesteld van
de heffing van schenkbelasting?
 Boedelmenging is helemaal onbelast, heeft geen fiscale vermogen.
 Alles wat je via huwelijksvermogensrecht kan regelen, is onbelast, MAAR bij
verschillende typen verrekenbedingen kan het wel belast zijn; art. 11 SW wordt
gezien als legaat, dus wel belasting over heffen.


Vraag 2

Onno en Peter besluiten in het huwelijk te treden. Onno bezit € 25.000. Peter heeft pas van
zijn suikeroom een aanzienlijk vermogen geërfd en bezit circa € 5.000.000.

A. Wat zijn de civielrechtelijke gevolgen van hun huwelijk?
 Ervan uitgaan dat ze in beperkte GVG gehuwd zijn, waardoor hun vermogens
NIET in een grote pot komen, maar dat er 3 vermogens gaan ontstaan:
voorhuwelijks vermogen van Onno en Peter elk en vanaf het huwen een
gezamenlijk vermogen dat ze vanaf dan gaan opbouwen.
 In HV kunnen ze kiezen voor algehele GVG waardoor de vermogens wél in
gemeenschap gaan vallen, tenzij de oom het vermogen heeft nagelaten onder
een uitsluitingsclausule.

B. Is in de bovenstaande situatie sprake van een schenking door Peter aan Onno?
 Beperkte GVG: nee, want er is geen overgang v vermogen
 Algehele GVG: nee, HR: op moment dat mensen trouwen in GVG
(uitsluitingsclausule daargelaten), valt het geld in de gemeenschap. Het is niet te
zeggen dat er een realiseerbaar voordeel is tov Onno: geen voltooide
waardeverschuiving, er kan nog van alles met de gemeenschap gebeuren.

Op advies van een vriendin van Peter gaan Onno en Peter voor hun huwelijk nog even langs
de notaris. Deze geeft een nadere toelichting op de verschillende vormen van huwelijkse
voorwaarden.

C. Wat wordt bedoeld met een “koude uitsluiting”.
 Er zijn 2 aparte gescheiden vermogens, geen verrekening: ieder houdt zijn eigen
vermogen. GEEN GVG die wordt uitgesloten
 LET OP: kan wel alsnog gemeenschap zijn ex boek 3, slechts geen
huwelijksgemeenschap.

D. Wat wordt bedoeld met een “Amsterdams of periodiek verrekenbeding”?
 Ieder huwelijksjaar aan het einde van het jaar de overgespaarde inkomsten bij
helfte verdelen (= onverteerd inkomen) wat onder het inkomen valt, duidelijk
opnemen in HV

1

, E. Omschrijf het risico van het niet uitvoeren van een Amsterdams of periodiek
verrekenbeding.
 Als het niet bijgehouden is, komt er een enorme bewijslast om van jaren terug te
verzamelen wie wat betaald heeft; is ondoenlijk.
 1:141 lid 3; bewijsvermoeden  je krijgt een soort finaal verrekenbeding


Ondanks de drukke voorbereiding rondom de grote dag komen Onno en Peter nog voordat
hun huwelijk wordt voltrokken huwelijkse voorwaarden overeen, met daarin ondermeer het
navolgende opgenomen:

“De echtgenoten zijn met uitsluiting van elke (beperkte) gemeenschap van goederen
gehuwd. Uit feitelijke handelingen en/of gedragingen mag ook geen (beperkte)
gemeenschap van goederen worden afgeleid.” = koude uitsluiting

Enige tijd later wordt Peter ernstig ziek. Op advies van de belastingadviseur van Onno
wijzigen Onno en Peter hun huwelijkse voorwaarden, waarbij ook onderstaande wordt
opgenomen:

“Ingeval het huwelijk wordt ontbonden door overlijden van een echtgenoot, vindt er
verrekening van het vermogen van de rechtsopvolgers van de overledene en het vermogen
van de langstlevende echtgenoot, hierna ook te noemen “partij” of “partijen”, plaats zo, dat
ieder van de partijen gerechtigd is tot een waarde gelijk aan die, waartoe een partij
gerechtigd zou zijn geweest ingeval sprake zou zijn geweest van de wettelijke
gemeenschap van goederen (zoals deze gold tot en met 31 december 2017).

Ingeval het huwelijk wordt ontbonden door echtscheiding of ten tijde van het overlijden van
een echtgenoot een procedure tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed in rechte
aanhangig is gemaakt of tussen de echtgenoten scheiding van tafel en bed is uitgesproken
of dat zij anders dan in onderling overleg geen gemeenschappelijke huishouding voeren,
vindt er geen finale verrekening van de vermogens van de echtgenoten plaats.”

Twee dagen nadat de nieuwe huwelijkse voorwaarden in werking zijn getreden komt Peter te
overlijden.

F. Beschrijf de gevolgen van bovenstaande transactie. Vindt u het advies van de
adviseur van Onno een juist advies?
 Obligatoire aangelegenheid: er ontstaat geen gemeenschap, maar we doen alsof
 Als er uitsluitingsclausule op zit: Alleen vermogen Onno is te verrekenen,
waardoor hij een schuld aan de nalatenschap heeft en Peter een vordering op de
nalatenschap
 Als er GEEN uitsluitingsclausule op zit (wat adviseur hopelijk heeft aangeraden)
dan is er meer muziek in finaal verrekenbeding, want alles op een grote hoop en
beide heren hebben dan recht op de helft ervan = GEEN schenking.

G. Stel dat niet Peter maar Onno twee dagen nadat de nieuwe huwelijkse voorwaarden
in werking waren getreden was komen te overlijden als gevolg van een auto ongeluk.
Beschrijf de gevolgen. Vindt u het advies van de adviseur van Onno een juist advies?
 Op moment dat overlijden anders is, minst vermogende overlijdt eerst  Peter
moet dan over eigen vermogen belasting betalen = keerzijde van verplicht
wederkerig finaal verrekenbeding.
 Goed advies is afhankelijk van wat daarna met vermogen gaat gebeuren, als
erfgenamen gespreid ervan, dan wel. Maar als het niet gedaan was, was er geen
belastingheffing op de deurmat.



2

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Notarieelrechtenstudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67479 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 15 ans

Commencez à vendre!
€2,99
  • (0)
Ajouter au panier
Ajouté