Nurevsan Göktepe 2021-2022
Bijzondere overeenkomsten
Examen: schriftelijk, gesloten boek, meerkeuzevragen met giscorrectie van 1/5 (0,2) van een punt.
HOOFDSTUK I: INLEIDING
Onderscheid benoemde en onbenoemde overeenkomsten. Benoemde overeenkomsten worden geregeld in de wet. Onbenoemde
overeenkomsten zijn overeenkomsten die niet of heel weinig zijn geregeld in de wet.
Een overeenkomst is altijd even dwingend als de wet (1134 BW), met uitzondering van overeenkomsten die ingaan tegen regels van dwingend
recht of die strijdig zijn met de openbare orde of goede zeden.
Welke soort overeenkomst?
Afhankelijk van gemeenschappelijke bedoeling van de partijen (1156 oud BW) en de verenigbaarheid van contractuele bepalingen met wettelijke
toepassingsvoorwaarden van gekozen rechtsfiguur (= hieraan gekoppelde rechtsregels)
Indien meerdere rechtsfiguren vervat in contractuele bepalingen ofwel:
• Ofwel gezamenlijke toepassing rechtsregels meerdere rechtsfiguren
• Ofwel voorrang van één rechtsfiguur (regels openbare orde/dwingend recht/belangrijkste karakteristieken van overeenkomst)
• Ofwel overeenkomst sui generis (van zijn eigen soort, met eigen rechtsregels)
Regels van openbare orde zijn regels waarvan niet afgeweken mag worden. Regels van dwingend recht zijn opgesteld ter bescherming van een
zwakke contractspartij.
HOOFDSTUK 2: KOOP
OVERZICHT
Koop bestaat uit:
• Gemeen kooprecht
• Enkele specifieke koopovereenkomsten:
o Wet consumentenkoop (1649bis tem 1649octies BW)
o Overdracht van schuldvorderingen
o Veiling van onverdeelde goederen
o Weense koopverdrag
o Verkoop op afstand
o Wet Productaansprakelijkheid
1. Definitie en constitutieve bestanddelen
1.1. Definitie en kenmerken
Definitie
1582 BW: definitie van een koopovereenkomst.
2 essentiële bestanddelen niet opgenomen:
• Eigendomsoverdracht van een zaak
• Betaling van een geldprijs
Kenmerken
• Onder bezwarende titel, tegenovergestelde van een overeenkomst om niet. Er bestaat een tegenprestatie.
• Overeenkomst is wederkerig: beide partijen moeten een prestatie leveren
• Consensueel, niet zakelijk of plechtig. Overeenkomst bestaat al indien er een akkoord/wilsovereenstemming is over de 2 essentiële
bestanddelen.
• Een zaak (goed), geen dienst. Onderscheid met aanneming.
1.2. Constitutieve bestanddelen
Eigendomsoverdracht
De eigendomsoverdracht gebeurt al bij het ontstaan van de overeenkomst, ongeacht levering of betaling. 1582 BW is van aanvullend recht,
daarom kunnen partijen onderling overeenkomen om het bestaan van de koopovereenkomst afhankelijk te maken van bijkomende essentiële
bestaansvoorwaarden.
Eigendom gaat in principe over zodra de koopovereenkomst tot stand komt (1583 BW).
Uitzondering:
• Contractueel overeengekomen afwijking
• Omwille aard van het goed. Bij verkoop van soortzaken of vervangbare zaken gaat eigendom pas over op moment van het individualiseren
(1585 BW)
• Alternatieve koop (vanaf keuze van goed)
• Toekomstige zaak (vanaf bestaan)
• 1587 BW: bij wijn, olie en andere zaken bestaat de koop vanaf te hebben geproefd en aanvaard
vb. Clausule van eigendomsvoorbehoud: ondernemer beslist dat de eigendom pas overgaat nadat de volledige prijs van het goed wordt betaald.
1
,Nurevsan Göktepe 2021-2022
Uitvoering van de koopovereenkomst
Bij verkoop onder opschortende voorwaarde betekent dat de koop al tot stand komt maar uitvoering (of opeisbaarheid) ervan maar plaatsvindt
van zodra een toekomstige, onzekere gebeurtenis plaatsvindt (of heeft plaatsgevonden voor zover partijen er nog geen kennis van hebben) 1181
& 1178 BW. Een zuiver potestatieve opschortende voorwaarde waarvan vervulling volledig afhangt van één partij is nietig.
Een ontbindende voorwaarde in koopovereenkomst is ook mogelijk (1584 BW), van zodra die in vervulling gaat heeft ontbinding van overeenkomst
o.g.v. 1184 BW een terugwerkende kracht tot op moment van contractsluiting.
vb. Recht van wederinkoop is een wettelijke ontbindende voorwaarde die wordt voorzien in 1658 BW.
Belang van het moment van de eigendomsoverdracht
Door overdracht van het eigendomsrecht gaat het zakelijk recht op het verkochte goed over, die krijgt het beschikkingsrecht over goed. Op
moment dat eigendom van een goed overgaat, gaat in principe ook het risico van het goed over. Contractueel kunnen partijen wijzigingen
aanbrengen aan die regel, dat gebeurt vaak in gevallen waarin verkoper een eigendomsvoorbehoud inlast in zijn contract of in zijn algemene
voorwaarden. Als verkochte goederen die onroerend zijn geworden door incorporatie wordt het eigendomsvoorbehoud behouden, daarbij moet
men die clausule wel registreren in het pandregister (71 wet zakelijke zekerheden).
Verkoop van andermans zaak
De verkoop van andermans zaak is nietig (1599 BW). De koper kan hierbij een schadevergoeding vragen indien hij niet wist dat de aan hem
verkochte zaak van iemand anders was.
1599 BW is niet toepasbaar op als iemand in andermans naam verkoopt maar daar eigenlijk niet toe bevoegd is. 1599 BW is ook niet toepasbaar
als iemand zich ertoe verbindt om goed van een ander eerst te kopen en daarna aan iemand anders te verkopen. De regel van nietigheid is van
toepassing op vrijwillige als een gedwongen verkoop. 1599 BW geeft aanleiding tot een relatieve nietigheid, alleen de koper kan de nietigheid
vorderen. De werkelijke eigenaar kan het goed revindiceren.
Betaling van de prijs
De betaling moet in geld gebeuren. De prijs kan in elke munteenheid. De prijs moet bepaald of bepaalbaar zijn (1591 BW), het is bepaalbaar als
het vastgesteld kan worden aan de hand van objectieve gegevens van het contract.
Bijzonder regel: bij verkoop door ondernemer aan een consument. VI.3 WER bepaalt dat elke onderneming die aan consument goederen te koop
aanbiedt, prijs hiervan schriftelijk en ondubbelzinnig moet aanduiden. De prijs moet bovendien leesbaar en goed zichtbaar zijn. Voor bepaalde
goederen kan wel afgeweken worden van die regel.
vb. Afwijking voor juwelen waarvan verkoopprijs hoger is dan €870.
Prijs moet voldoende ‘ernstig’ zijn. Anders kan er eventueel sprake zijn van een schenking, opdat er sprake zou zijn van een schenking moet men
wel een animus donandi (= intentie om te schenken) aantonen.
Indien bij verkoop van een onroerend goed in koopakte een lagere prijs wordt vermeld dan werkelijk overeengekomen prijs, is er sprake van
prijsbewimpeling, is in strijd met de openbare orde en nietig.
Partijen moeten prijs vaststellen (1591 BW), bepaling van koopprijs kan men ook aan derde overlaten. 1592 BW + 1593 BW. Partijen zijn in principe
vrij om de prijs overeen te komen bij de koop, op die regel bestaan uitzonderingen. In aantal gevallen bepaalt de overheid immers prijs of legt ze
beperkingen op aan vrije vaststelling van de prijs.
Wettelijke voorschriften over prijsreglementering en inzake verkopen met verlies raken zelfs de openbare orde.
2. Geldigheidsvoorwaarden
Voor een geldig verkoopovereenkomst moeten 4 voorwaarden vervuld zijn (1108 BW).
2.1. De bekwaamheid
Algemene regel
1594 BW. Algemene regel: iedereen kan een degelijk koop-verkoopovereenkomst afsluiten, zowel als koper of als verkoper.
Uitzonderingen
• Minderjarigen en personen die onder beschermingsstatuur van het bewind staan, kunnen niet onbeperkt goederen kopen of verkopen.
• 1596 BW: toepassing van algemeen rechtsbeginsel dat verbiedt dat persoon in eenzelfde akte in 2 verschillende hoedanigheden 2
tegenstrijdige belangen behartigt.
Voor voogd: 411 BW
• 1597 BW
• In aantal specifieke wetten voerde men onbekwaamheden om te kopen of verkopen
Sinds 2018 kunnen echtgenoten koop-verkoopovereenkomsten afsluiten met elkaar. Toelating van afsluiten van overeenkomsten tussen
echtgenoten kunnen ertoe leiden dat echtgenoot zich onvermogend maakt ten nadele van zijn schuldeisers. Indien dat gebeurt beschikken
schuldeiser over wettelijke middelen om koop in vraag te stellen, ze kunnen beroep doen op zijdelingse 1166 BW of pauliaanse vordering 1167
BW. Ze kunnen ook inroepen dat er sprake is van een misdrijf (bedrieglijk onvermogen).
Bij pauliaanse vordering kan schuldeiser rechtshandeling aanvechten om ervoor te zorgen dat rechtshandeling niet tegenstelbaar is tegen hem
waardoor hij er geen rekening mee hoeft te houden.
2
,Nurevsan Göktepe 2021-2022
2.2. Voorwerp
Zaak moet bestaan
Verkoper kan alleen zaak verkopen die bestaat, 1601 BW. Koper doet prijs bij vergelijkende waardering bepalen.
Bij tenietgaan van de zaak na verkoop, geldt deze regel niet. Er moet gekeken worden wie het risico over goederen in kwestie draagt. Uitgangspunt
is dat risico over verkochte overgaat op moment van overdracht van eigendom.
Ook een toekomstige goed kan voorwerp uitmaken van een koopovereenkomst, koop is alleen uitvoerbaar vanaf bestaan van de zaak. Zaak kan
ook toekomstig zijn omdat verkoper er op moment van verkoop nog geen eigenaar van is. Uitzondering: 1600 BW
Voorwerp moet in de handel zijn
1598 BW. Zaak is in de handel als ze in het rechtsverkeer opgenomen is en voorwerp kan uitmaken van een rechtshandeling. Goederen waarvan
wet de verkoop verbiedt zijn niet in de handel. Bepaalde aan persoon verbonden rechten zijn niet in de handel.
Voorwerp moet bepaald of bepaalbaar zijn
1129 BW. Overeenkomst is nietig wegens aan gebrek aan verwerp als om voorwerp te bepalen een bijkomende wilsovereenstemming van de
partijen nodig is = relatieve nietigheid.
1586 BW & 1584 BW
2.3. Toestemming
Wat houdt toestemming in?
Voor een geldig koop-verkoop moeten partijen hun toestemming geven. Ze moeten akkoord zijn over dezelfde zaak. Toestemming is de
wilsovereenstemming van partijen over de essentiële en substantiële elementen van de overeenkomst.
• Wilsovereenstemming van partijen over goed en prijs
• Koper en verkoper moeten eens zijn over alle bestanddelen van de koop die voor hen substantieel zijn, daarbij gaat hem om voorwaarden
en modaliteiten die doorslaggevend van belang zijn.
Afwezigheid van toestemming – wilsgebreken
Toestemming kan volledig ontbreken, dan is de overeenkomst nietig.
1109 BW + 1118 BW
Dwaling
Dwaling is onvrijwillig verkeerde voorstelling van de werkelijkheid die persoon ertoe brengt om overeenkomst af te sluiten. 1110 BW = elk element
dat betrokken partij als essentieel beschouwde en waarvan zij op een voor wederpartij kenbare wijze, sluiten van overeenkomst afhankelijk maakt.
Dwaling wordt in aanmerking genomen als ze verschoonbaar is. Dwaling is onverschoonbaar als ze niet zou zijn begaan door redelijk, voorzichtig
en zorgvuldig persoon geplaats in dezelfde omstandigheden.
Bedrog
Bedrog is als contractant een list of kunstgreep aanwendt om andere partij te brengen tot sluiten van overeenkomst. Ook verzwijgen van
informatie kan men onder bepaalde omstandigheden als bedrog worden beschouwd.
Voor bedrog als grond van nietigheid moeten 3 voorwaarden zijn vervuld:
• Medecontractant (verkoper) moet kunstgrepen aanwenden
• Bedoeling moet wederpartij bewegen tot sluiten van overeenkomst zijn
• Gebruikte kunstgrepen moeten doorslaggevend zijn geweest voor sluiten van overeenkomst
Als kunstgrepen alleen tot gevolg hadden dat tegen meer bezwarende voorwaarden werd gecontracteerd, kan men nietigverklaring niet vorderen.
Alleen kan men een schadevergoeding vragen.
Specifieke wetgeving over bedrog bij koop-verkoopovereenkomst bestaat voor verkoop van tweedehandsvoertuigen:
Het is verboden op kilometerteller van voertuig aangegeven kilometerstand te wijzigen of correcte registratie van kilometers te vervalsen of te
verhinderen. In dat geval kan koper ontbinding van de koop vragen, hij kan zijn geld terugvragen en ook een eventuele bijkomende
schadevergoeding.
Geweld
Geweld is het uitoefenen van of bedreigen met fysieke of morele dwang om iemand te laten contracteren. Geweld kan zowel van fysieke als
morele aard zijn. Geweld kan ook gericht zijn tegen bepaalde naaste verwanten. Om tot nietigheid van overeenkomst te kunnen leiden, moet
geweld aanzienlijk zijn. Vrees is niet voldoende. Geweld moet van dien aard zijn dat indruk maakt op redelijk mens of hem kan doen vrezen dat hij
zelf of zijn vermogen aan aanzienlijk of dadelijk kwaad blootgesteld zijn. Hierbij wordt rekening gehouden met leeftijd, geslacht en stand van
personen.
Benadeling
Benadeling is als bij overeenkomst onder bezwarende titel een onevenwicht bestaat tussen wederzijds bedongen prestaties.
Bij overeenkomsten waarbij onroerend goed wordt verkocht is een benadeling van meer dan 7/12den (1674 BW), daarvoor moet men onroerend
goed schatten volgens zijn staat en waarde op ogenblik van koop. Eis tot nietigverklaring is niet meer ontvankelijk na verloop van 2 jaar te rekenen
vanaf dag van koop.
3
, Nurevsan Göktepe 2021-2022
Aanbod en aanvaarding
Als een van de partijen aan andere een aanbod doet om te contracteren, volstaat dat andere partij dat bod aanvaardt om koop tot stand te
brengen.
Aanbod
Bij aanbod doet een van de partijen een voorstel aan de andere dat alle elementen bevat om koopovereenkomst af te sluiten.
Als verkoper een vraagprijs opstelt is dat louter een uitnodiging tot onderhandelen. Verkoper kan dan nog altijd weigeren om te verkopen zelfs
als iemand vraagprijs biedt, hij kan goed dan zelfs verkopen aan iemand anders die uiteindelijk een lager bod doet.
Bod is bindend. Bod aanvaarden volstaat opdat diegene die bod doet erdoor gebonden is. Indien na aanvaarding diegene die de bod deed die niet
honoreert, dan riskeert hij een schadevergoeding te moeten betalen.
Kandidaat-koper kan bod mondeling of schriftelijk uitbrengen. Het is aangewezen om een geldigheidsduur te koppelen aan het bod, anders geldt
dit voor een redelijke termijn. Termijn moet lang genoeg zijn om aanvaarding toe te laten.
Aanvaarding
Aanvaarding is een wilsverklaring die overeenstemt met aanbod of hoofdbestanddelen ervan. Door aanvaarding is overeenkomst gesloten.
Koopovereenkomst komt tot stand op moment dat aanbieder kennisneemt van aanvaarding of hiervan redelijkerwijze kennis kon nemen.
Tegenbod is als men in aanvaarding voorwaarden van het aanbod niet volledig aanvaardt, maar bepaalde zaken aanpast. Diegene die bod deed
moet dat tegenbod aanvaarden opdat er een koopovereenkomst zou zijn. Aanvaarding kan stilzwijgend of uitdrukkelijk.
Aan- en verkoopopties
Kandidaat-(ver)koper kan ook een verkoop/aankoop-optie verlenen. Een verbintenis waarbij persoon zich tegenover andere persoon verbindt om
goed te kopen/verkopen tegen bepaalde of bepaalbare prijs.
Aankoopoptie (call-optie) gaat uit van verkoper, die neemt eenzijdig belofte op zich om te verkopen aan begunstigde van optie. Verkoopoptie
(put-optie) gaat uit van de koper die zich ertoe verbindt om te kopen van begunstigde van optie.
Door verlenen van een optie is belover onherroepelijk verbonden. Belover kan gedurende de optietermijn de optie niet eenzijdig intrekken.
Begunstigde van optie is niet verplicht om die te lichten. Begunstigde van optie moet soms vergoeding betalen voor verkrijgen van de optie (=
immobilisatiepremie), men kan ook overeenkomen wat er met de premie gebeurt als de optie niet wordt gelicht.
Door lichten van optie komt de koopovereenkomst tot stand. Op moment van lichten van de optie gaan in principe eigendom en risico over,
partijen kunnen andere afspraken maken.
Andere woord voor optie is belofte. In onroerendgoedtransacties wordt ook weleens gewerkt met wederkerige koop-verkoopbelofte, om o.a
eigenlijke koop uit te stellen. Als koper en verkoper een compromis sluiten, begint termijn van 4 maanden te lopen waarbinnen men verkoop
moet registreren.
Wederkerige aankoop-verkoopbelofte bestaat uit een verkoopbelofte voor verkoper en aankoopbelofte voor koper, eigendom gaat over bij
verlijden van de akte. Verkoper belooft om gedurende bepaalde termijn te verkopen aan kandidaat-koper, die betaalt eventueel een
optievergoeding. Als koper optie niet licht, krijgt verkoper de mogelijkheid om eigendom tegen dezelfde voorwaarden te verkopen aan koper.
Verkoper kan kiezen om optie al dan niet te lichten of te kiezen voor een optievergoeding als die werd voorzien.
Voorkooprecht en voorkeurrecht
Begunstigde van voorkooprecht krijgt voorrang op alle andere kandidaat-kopers om goed in kwestie te kopen, hij moet als eerste de kans krijgen
om pand te kopen tegen prijs en voorwaarden waaraan andere koper onroerend goed heeft aangekocht (onder opschortende voorwaarde dat
men geen voorkooprecht uitoefent). Voorkooprecht kan voortvloeien uit wet of overeenkomst.
Als recht aan derde wordt verleend om goed bij voorrang aan te kopen zonder dat er al een verkoopovereenkomst is afgesloten, is er sprake van
een recht van voorkeur. Bij voorkeurrecht krijgt begunstigde daarvan alleen als eerste de mogelijkheid om bod uit te brengen of om te
onderhandelen met eigenaar die van plan is om zijn onroerend goed te verkopen.
3. Vormvereisten en enkele specifieke soorten koopovereenkomsten
3.1. Vormvoorwaarden, bewijs en publiciteit
Koop-verkoop is in beginsel niet aan bepaalde vormvoorwaarden onderworpen om geldig te zijn. 1583 BW, partijen kunnen ervan afwijken.
Toch zal vaak een geschrift nodig zijn om bewijs te kunnen leveren van bestaan van overeenkomst. Geschrift is geen voorwaarde voor geldigheid
van overeenkomst maar wel formaliteit die overeenkomst tussen partijen bewijst, in relatie met particulieren. Burgerlijk recht bepaalt dat geschrift
vereist is om bewijs te kunnen leveren van overeenkomst met waarde van meer dan €3.500.
In relatie tussen ondernemers zijn bewijsregels soepeler en kan men bewijs leveren met alle middelen van recht.
Koop bindt normaal alleen contracterende partijen (1165 BW).
Om koop aan derden te kunnen tegenwerpen moet men terugvallen op volgende publiciteitsvereisten:
• Voor onroerende goederen zal men noodzakelijk een authentieke akte moeten verlijden om koop tegenstelbaar (= tegenwerpelijk) te maken
aan derden te goeder trouw, omdat alleen vonnissen, authentieke akten en in rechte of voor notaris erkende onderhandse akten ter
overschrijving kan aanbieden op bevoegde kantoor rechtszekerheid van de Algemene Administratie van Partimoniumdocumentatie. Datum
4