Samenvatting complexiteit in opvoeding en diversiteit
Historisch maatschappelijke exploratie van onderwijs
Historiek Belgische onderwijs
- Onderwijs begrijpen = teruggaan naar 19 e eeuw organisatie onderwijs sterk verbinden aan
kinderwetgeving die ontstond begin 20 e eeuw (Bouverne en De Bie)
- Drieluik kinderwetgeving (1912) verbod kinderarbeid, algemene leerplicht en
kinderbeschermingswet
o Beschavingsoffensief als antwoord op sociale kwestie (dominant disciplineringsdenken,
emancipatorisch effect)
o Heropvoeding arbeidskinderen, pedagogisch offensief
- Onderwijs begin 20e was klassengericht en socialisatie speelde belangrijke rol
o Lager onderwijs voor lagere klassen
o Middelbaar onderwijs voor middenklasse
o Hoger onderwijs voor elite
- Dominante gedachte = wie werkt/talenten gebruikt zal het maken in maatschappij (nog steeds)
- Onderwijs zou belangrijke hefboom moeten zijn tot emancipatie vraag gesteld door denkers
o Hoe gaat het eraan toe in het onderwijs? Kan onderwijs emancipatorische functie
vervullen die van haar verwacht wordt?
Bourdieu en Passeron
- Onderwijs houdt sociale verschillen in stand
- Kapitaal neemt centrale plaats in binnen het werk (economisch, sociaal en cultureel)
- Kapitaal = geheel middelen waarover klasse/individu beschikt om macht/invloed te verwerven
en zijn of haar maatschappelijke plaats te verdedigen
- Onderwijs draagt cultureel kapitaal aan en verwacht dat deze dominante cultuur gevolgd wordt
- Degene die meest vertrouwt zijn met omgangsvormen, stijlelementen, levensstijl, hebben
voorrang op degene die niet over beschikken (arbeidskinderen niet, machtsverhouding in stand)
Bourdieu = Frans socioloog vooraanstaand links intellectueel en sociaal wetenschapper
Passeron = Frans socioloog opleidingsdirecteur aan hoge school voor sociale wetenschappen
Onderwijs wordt gezien als:
Neutraal objectief instituut, waardenvrij met eigen logica waardoor feitelijke ongelijkheid
genegeerd wordt ideeën als dominant en natuurlijk voorgesteld
Evoluties binnen onderwijs moeten in dit kader begrepen worden ideologieën als middel om
bestaande overheersing proberen op te leggen aan anderen om machtsverhouding in stand te
houden (hevige schoolstrijd)
Ivan Illich (1981)
Pleit radicaal voor ontscholing van maatschappij leren hoeft niet want dat betekent
geïnstitutionaliseerd worden aangeboren nieuwsgierigheid wordt afgeleerd door wetten en regels
school zorgt voor indoctrinatie en doet zelfstandig denken te niet
,Paolo Freire (1972)
Onderwijs vergeleken met bankconcept = kennis gedeponeerd en belegt in hoofden leerlingen
leerlingen worden afhankelijk van kennis leraar onderwijs modelleert bewustzijn naar beeld van
onderdrukker effect hiervan = cultuur van het zwijgen als hardnekkig fenomeen waardoor de
machteloosheid optreedt
Emancipatie en discipline paradox lijkt eigen te zijn aan onderwijs
Internationale onderzoeksresultaten
Programme for International Student Assessement (PISA-onderzoeken) geeft een beeld over de
Belgische onderwijssituatie in vergelijking met andere landen
De onderzoeken gebeuren om de 3 jaar. Gestart in 2000 en het laatste situeert zich in 2018
In elke cyclus worden dezelfde cognitieve domeinen onderzocht bij 15-jarigen nl leesvaardigheid,
wiskunde en wetenschappelijke geletterdheid
Daarnaast wordt ook onderzoek gedaan naar de culturele, sociale en economische situatie van
de leerlingen en hun gezin
Conclusie voor Vlaanderen:
Goed scoort op het vlak van leesvaardigheid (al zien we hier een achteruitgang)
Goed scoort op het vlak wiskunde en wetenschappelijk geletterdheid
Kampioen op het vlak van sociale ongelijkheid.
Deze grafiek legt de schaduwzijde van ons onderwijssysteem bloot: de ondermaatse score inzake
sociale rechtvaardigheid Dit betekent concreet dat de resultaten van leerlingen sterk
gedetermineerd worden door hun sociale afkomst
Ongelijke kansen
1. Natuurlijke ongelijkheden ongelijkheden waar nog het individu noch de gemeenschap vat op
heeft. Vb individuele verschillen in genetische aanleg
2. Ongelijkheden in omstandigheden ongelijkheden waar de samenleving wel verantwoordelijk is.
De term verwijst naar sociale omstandigheden of zelfs sociale afkomst. vb ongelijke verdeling van
materiële rijkdom, sociale relaties, gezondheid,…
Factoren die op zich niet door het onderwijs worden voortgebracht = exogene factoren Toch
bepalen ze de kansen van kinderen op school. Deze determinanten zijn multidimensionaal.
Dat betekent dat gelijke kansenbeleid een heel brede aanpak vergt.
3. Ongelijkheden die het gevolg zijn van persoonlijke keuze een jongere kan zelf kiezen van meer
of mindere inspanningen te leveren
4. Ongelijke behandeling of discriminatie In al wat vooraf gaat wordt het onderwijssysteem
impliciet beschouwd als een “neutrale zone” = Heel wat deskundigen zijn er echter van overtuigd dat
het onderwijs zelf ook schuld heef aan de versterking van maatschappelijke ongelijkheden. In plaats
van ze weg te werken draagt onderwijs om eerder bij tot hun instandhouding of reproductie van
generatie tot generatie.
, Laat ons verder inzoomen op deze 4de vorm van ongelijkheid.
Ongelijke behandeling kan in bepaalde gevallen wenselijk zijn. Vb een kind met
leermoeilijkheden krijgt les van een taakleerkracht
In de les gaan we uitsluitend verder op negatieve ongelijke behandeling. Dit wil zeggen ongelijke
behandeling op grond van irrelevante geachte leerlingkenmerken in nadeel van de betrokkenen
Drie verklaringen voor ongelijke behandeling (discriminatie)
Voorkeuren en machtsmisbruik
Niet alleen ‘consumenten’ verschillen van smaken en voorkeuren maar ook ‘producten’
Zij kunnen zich meer aangetrokken voelen door leerlingen met zelfde culturele achtergrond en
daardoor geneigd zijn andere groepen uit te sluiten
Sociale gewoonten
Rechtvaardig individu die door zijn omgeving gedwongen wordt om te discrimineren
Ouders dreigen kinderen uit school weg te halen als er nog meer allochtone kinderen of minder
gegoede leerlingen bijkomen directie kan bezwijken onder druk (witte vlucht grootstad)
Sociaal vertekende informatie
Mensen met beste bedoelingen blijven discrimineren als ze onvolmaakte info hebben over
andere stakeholders in proces = foutenmarge bij testen groter bij sociale en culturele
minderheidsgroepen taalgebruik of tijdgebrek bij testen kunnen in nadeel spelen van
sommige groepen (feitelijke discriminatie)
Deze vorm van discriminatie is bijzonder relevant voor het onderwijs omdat geen enkele
menselijke activiteit zo afhankelijk is van informatie en communicatie als onderwijs. Voortdurend
worden tussen de stakeholders allerlei boodschappen uitgewisseld.
Zolang de dominante middenklasse een dominante positie blijft innemen zullen dezelfde fouten
gemaakt worden t. a. v leerlingen en ouders uit sociale minderheidsgroepen Zeer moeilijk te
bestrijden! Sociaal vertekende filterprocessen ombuigen
Ongelijke behandeling
Streaming = verwijst naar organisatie van het onderwijs waarbij de leerlingen op afzonderlijke sporen
worden gezet, op basis van maatstaven die samenhangen met sociale achtergrondkenmerken
Verwijzing naar buitengewoon onderwijs Arbeiderskinderen, allochtone kinderen, kinderen
uit arme gezinnen of éénoudergezinnen belanden veel vaker in het buitengewoon lager
onderwijs. In principe is het buitengewoon lager onderwijs voorbehouden voor mensen met een
beperking. Deze sociaal achtergestelde kinderen komen voornamelijk terecht in de type 1 licht
mentale beperking, type 3 gedragsstoornis of type 8 andere leerstoornissen.
De waterval in het secundair onderwijs We merken dat de meeste ouders hun kinderen het
koste wat het kost in het ASO proberen te houden. Als dat niet lukt TSO en als kindlief daar ook
faalt BSO. De helft van de Vlaamse TSO-leerlingen eerst ASO hebben geprobeerd. De helft van de
BSO-leerlingen eerst ASO of TSO gevolgd TSO en BSO vaak een tweede keuze, gedrag wijst
erop dat ouders en leerlingen zich maar al te goed bewust zijn van waardeverschillen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur Loukadoyen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.