Begrippen:
▪ Arteriën: Slagaders (arteriën) zorgen voor de bloeddoorstroom van het hart af. Het hart stuwt met
iedere hartslag onder grote druk het bloed door de slagaders. Om de grote bloeddruk te weerstaan
zijn de slagaders stevig gebouwd.
▪ Capillairen: Haarvaten (capillairen) zijn de kleinste bloedvaten in ons lichaam. Haarvatne lopen als
een fijn vertakt netwerk door de organen en spieren heen, zodat het bloed bij alle weefselcellen
terecht kan komen. In de haarvaten wordt overtollig vocht uit het bloed geperst. Vocht uit het bloed
gaat door de wand heen. Zo kunnen de voedingsstoffen en afvalstoffen uit de weefsels en het bloed
worden uitgewisseld.
▪ Vene: Aders (venen) zorgen voor de bloedstroom naar het hart toe. De pompwerking van het hart is
in de aders niet meer merkbaar. De stroomsnelheid van het bloed is daarom nagenoeg nul. In grote
aders, zoals in de benen, zitten kleppen die helpen bij de terugkeer van het bloed naar het hart,
zodat ophoping in het onderlichaam wordt voorkomen.
▪ Erythrocyten: Rode bloedcellen maken het grootste deel uit van de bloedcellen.
▪ Hematocriet: het deel van het bloed dat wordt ingenomen door de rode bloedcellen wordt de
hematocriet genoemd.
Bloedcellen hebben een hogere dichtheid (1095 g/L) dan plasma (1031 g/L), zijn dus zwaarder en hebben de
neiging om in de vloeistof te bezinken.
De viscositeit van het bloed (stroperigheid) wordt bepaald door de hoeveelheid cellen in het bloed, hun
vorm, maar ook de hoeveelheid eiwitten in het bloedplasma. Vooral eiwitten zoals fibrinogeen of
immunoglobulinen.
Functies van bloed:
1. Transporteren water, zuurstof, kooldioxide, koolhydraten, eiwitten, vetten, mineralen, vitaminen,
hormonen en afbraakproducten.
a. Hierbij spelen bloedplasma en rode bloedcellen een rol.
2. Beschermen tegen binnendringende micro-organismen en lichaamsvreemde stoffen.
a. Hierbij spelen witte bloedcellen een rol
3. Zorgen dat de binnenwand van bloedvaten intact blijft en bij verwonding gedicht wordt.
a. Hierbij spelen bloedplaatjes en fibrinogeen een rol.
4. Vervoeren warmte vanuit de weefsels naar de huis en de longen, waar de warmte wordt afgegeven
aan de omgeving.
a. Hierdoor speelt het bloed een rol bij de regulatie van de lichaamstemperatuur.
5. Speelt een rol in de waterhuishouding en bij zuur-base evenwicht.
, Bloed
Bloedplasma Bloedcellen
Bestanddeel Functie Bestanddeel Functie
Eiwitten Transporteiwit van: Erytrocyten (rode Bevatten rode
o Schildklierhormoon (TBG) bloedcellen) bloedkleurstof
o Ijzer (Transferrine) (hemoglobine) en
o Calcium transporteren
o Toxische stoffen zuurstof en CO2
Colloïd osmotische druk (albumine) Leukocyten (witte Spelen een rol bij
Hormonen (insuline) bloedcellen) de afweer tegen
Enzymen (ALAT) infecties. De
Stollingsfactor (fibrinogeen) leukocyten zijn
Afweer (Ig.) onder te verdelen
Vetten Grondstof voor hormonen in 5 typen cellen.
Grondstof voor gal (cholesterol) Trombocyten Spelen een rol bij
Energiebron (bloedplaatjes) de stelping van
Suiker Energiebron (glucose) bloedingen.
Elektrolieten Waterverdeling (Na)
(ionen) Botopbouw (Ca)
Zenuwgeleiding (Mg, Ca, Ka)
Spiergeleiding (Mg, Ca, Ka)
Bloedstolling (Ca)
Cofactor voor enzymen (Ca)
Energiestofwisseling (F)
Vitaminen Celdeling (B12)
Botstofwisseling (D)
In ontstold bloed zakken de erytrocyten direct naar beneden. Rode bloedcellen hebben de neiging om te
gaan stapelen waarbij de cellen met de platte kanten tegen elkaar aan gaan liggen.
o Bepaalde eiwitten kunnen de negatieve lading verminderen,
waardoor geldrolvorming sneller optreedt.
De snelheid waarmee erytrocyten uitzakken is afhankelijk van
meerdere factoren:
1. Het aantal en de vorm van erytrocyten in het bloed. Bij
bloedarmoede zijn er minder aanwezig.
2. De toegenomen concentratie van ontstekingseiwitten
veroorzaken een toegenomen bezinkingssnelheid.
3. De viscositeit van het plasma. Een verhoogde viscositeit
veroorzaakt een verlaging van de bezinkingssnelheid.
4. De aanwezigheid van sterke leukocytose veroorzaakt een
verlaging van de bezinkingssnelheid.
,Intepreteren van bezinking uitslagen (BSE)
• Is er sprake van ontsteking? Bijvoorbeeld veroorzaakt door een infectie, of maligniteit,
waarbij een verhoogde bezinking wordt veroorzaakt door een toegenomen (abnormale)
productie van antistoffen, M-proteïnen.
• De BSE test wordt vaak vervangen door een andere test, C-reactief proteïne test. CRP is een
ontstekingseiwit, gemaakt door de lever, en reageert veel sneller op een infecite/ontsteking.
Uitvoering BSE test
o De bezinkingssnelheid wordt uitgedrukt in millimeter per uur.
o De methode om bezinking te meten is beschreven door Westergren.
o Hierbij maakt emn gebruik van 30 cm lange buizen met een inwendige diameter van 2,5 mm
die horizontaal in een houder geplaatst wordt.
o Veneus bloed wordt gemengt met een oplossing van trinatriumcitraat en in deze buis
opgezogen. De bloedcellen zullen vanaf dit moment zakken. Na precies 1 uur wordt er
beoordeeld hoeveel mm de bloedcellen zijn uitgezakt.
▪ Bij gezonde volwassenen ligt deze waarde tussen 1 en 15 mm.
o Een andere methode is met behulp van apparatuur die de BSE binnen elke minuten kan meten.
Aflezen BSE
Er wordt vooral gekeken naar de kleur van het plasma en de witachtige laag op de erytrocyten.
Er wordt gekeken naar de verandering vande kleur vande erytrocytenlaag.
o Kleurt bruin bij aanwezigheid van sulf-hemoglobine
o Kleurt paart bij aanwezigheid van desoxy-hemoglobine
o Kleurt kersrood bij de aanwezigheid an koolstofmonyde-hemoglobine
o Kleurt lichtroze bij de aanwezigheid van hypohromie.
Er wordt gekeken naar de troebeling/witte kleur van de plasmalaag; duidend op verhoogde
concentratie lipiden.
Er wordt gekeken naar de gele kleur van de plasmalaag; duidend op verhoogde concentratie
bilirubine (leverziekten).
Er wordt gekeken naar de rode kleur van de plasmalaag; duidend op hemolyse, het kapotgaan van
erytrocyten veelal veroorzaakt door een onjuiste bloedafname.
Er wordt gekeken naar de onduidelijke overgang tussen cel- en plasmalaag, veroorzaakt door
reticulocyten. Deze hebben een andere dichtheid en sedimenteren minder snel.
, Deel 1 Hoofdstuk 3
Bloedafname en verwerking
Om bloed af te nemen dient er een bloedvat aangeprikt te worden
1. Venapunctie (veneus bloed)
2. Arteriepunctie (aterieel bloed)
3. Capillaire pinctie (capillair bloed)
Serum is een gele doorzichtige vloeistof rondom een bloedprop
o Serum bevat geen stollingsfactoren maar wel andere opgeloste stoffen
Volbloed is ontstold bloed dat je verkrijgt door het bloed direct na afname te mengen met een
stollingsremmende stof.
o Het ontstolbaar gemaakte bloed bevat de intacte bloedcellen, zwevend in bloedplasma
Plasma verkrijg je door een buis met stollingsremmende stoffen in een centrifuge af te draaien. Het plasma
is dan de bovenste heldere laag.
o Plasma bevat, in tegenstelling tot serum, alle stollingsfactoren. De bloedcellen bevinden zich onderin
de buis.
Hemolysaat verkrijg je door bloed met antistollingsmiddelen in een hemolyserende hypotome oplossing te
verdunnen.
• Door de hypotone oplossing zwellen de hypertone erytrocyten en gaan lyseren. De inhoud van de
bloedcellen komt vrij en dit geeft een kersrode kleur aan de oplossing.
De stolling van het bloed wordt veroorzaakt door een samenspel tussen bloedplaatjes (trombocyten) en
plasma-eiwitten (stollingsfactoren). Een stollingscascade kan onstaan via de intrinsieke en extrinsieke route.
Een belangrijjke factor in het stollingsproces zijn calcium ionen (Ca2+).
• Zonder Ca2+ zal er geen stolling plaats vinden. Van dit principe wordt gebruik gemaakt om bloed
onstolbaar te maken.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur SophieMeijer1804. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €5,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.