Les 1 4
Belangrijke context: 4
Menstruatiecyclus. 5
Menstruatiefase 6
Folliculaire fase 6
Ovulatie 7
Vruchtbare dagen? 7
Luteale fase 7
Zwangerschap of weer menstruatie 7
Wat mag het stel verwachten van een oriënterende vruchtbaarheidsonderzoek? 7
VAn embryo naar foetus. 9
Placenta en navelstreng 9
Vooruitblik op zwangerschap. 11
LES 2: De fysiologische normale zwangerschap. 12
Wat is de doel van de prenatale zorg? 13
Aandachtpunten prenatale zorg: 15
Fysiologische veranderingen (lichaam): 16
Fysiologische veranderingen ( psyche): 16
Prenatale screening: counseling, keuzes en opties. 17
Leefstijl, preventie en voorlichting 20
Geneesmiddelen: 21
Preventie roken 23
Drugsgebruik 23
Vaccinatie: 23
De belang van preconcenptiezorg 24
Les 3 pathologie in de zwangerschap deel 1 24
De verschillen tussen een eeneiige tweeling en een twee-eiige tweeling uitleggen en het
klinisch belang daarvan; 25
Tweeling Transfusie Syndroom ( TTS) 29
Tweeling anemie polycythemie sequentie ( TAPS) 32
De symptomatologie, diagnostiek, etiologie, en behandeling van de spontane abortus
benoemen; 32
Het begrip extra-uteriene graviditeit uitleggen en symptomen hiervan benoemen; 34
De etiologie van een vroeggeboorte benoemen en de behandeling van de moeder
beschrijven; 34
Aandachtspunten noemen in de begeleiding van ouders rondom een vroeggeboorte; 36
Het begrip serotiene zwangerschap uitleggen; 37
Het begrip hyperemesis uitleggen en de behandeling hiervan benoemen; 37
De pathofysiologie van hypertensie, preeclampsie en eclampsie tijdens de
zwangerschap uitleggen; 38
Afwijkingen in de vorm van de placenta benoemen en uitleggen; 42
Afwijkingen in de vorm van de placenta 42
I1
, Factoren die van invloed zijn op de foetale groei en de etiologie van foetale
groeivertraging benoemen; 43
Het verschil uitleggen tussen geproportioneerde en disproportionele groeivertraging; 45
De functie van Doppler-apparatuur (doptone), Doppler-flowmeting en CTG bij
diagnostiek en controle van foetale groeivertraging uitleggen; 48
Doel(en) en het verloop van de handelingen bij Doppler-apparatuur (doptone),
Doppler-flowmeting en CTG uitleggen aan de patiënt. 52
Les 4: pathologie van de zwangerschap deel 2. 56
De pathofysiologie van intra-uteriene vruchtdood en de behandeling hiervan beschrijven
met daarbij de rol van de verpleegkundige. 56
Symptomatologie en diagnostiek 58
Gevolgen van de vruchtdood 58
Behandeling 58
2. De volgende methoden van prenatale diagnostiek uitleggen en de voor– en nadelen
hiervan benoemen: 59
3. De begrippen ‘oligohydramnion’ en ‘polyhydramnion’ uitleggen; 59
Mogelijke oorzaken 60
Oorzaken 61
4.Het verschijnsel ‘voortijdig breken van de vliezen’ uitleggen, de risico’s hiervan
benoemen en de behandeling hiervan in het algemeen beschrijven; 63
Oorzaken 63
5. De begrippen ‘placenta praevia’ en ‘solutio placentae’ uitleggen; De symptomen,
diagnostiek, etiologie, risico’s en behandeling van placenta praevia en solutio placentae
benoemen; 64
6.Het ontstaan, de gevolgen en de behandeling van rhesusimmunisatie en
AB0-immunisatie uitleggen; 69
Anti-resus-D-immunoglobulinen 69
Bloedgroepen 69
Erytrocytenimmunisatie 70
Regulaire erytrocytenantistoffen 70
7.De studenten kan de invloed van SOA’s en andere infecties op de zwangerschap
uitleggen; 71
8.De invloed van zwangerschap op diabetes uitleggen; 74
9. De invloed van diabetes op de zwangerschap uitleggen; 75
10. De etiologie en fysiologie van zwangerschapsdiabetes uitleggen; 75
11. De symptomen van de veel voorkomende urineweginfecties tijdens de zwangerschap
(cystitis, pyelitis en pyelonefritis) benoemen. 76
Cystitis 76
Pyelitis 77
Les 5. 78
De anatomie van het baringskanaal. 78
de veranderingen en variatie van stand van het hoofd van de foetus tijdens de
zwangerschap. 83
de anatomische en fysiologische processen tijdens het ontsluitingstijdperk 85
Breken van de vliezen 87
Cervixveranderingen 87
I2
, Duur van de ontsluiting 89
Latente en actieve fase van de ontsluiting 90
Het doel en de uitvoering van het vaginaal toucher tijdens het ontsluitingstijdperk ; 91
De bewaking van de conditie van de foetus met behulp van een doptone en
CTG-controle ( cardiotocogram); 95
Verpleegkundige diagnosen en aandachtspunten met betrekking tot het
ontsluitingstijdperk; 96
Het proces van de uitdrijving voor zowel moeder als kind; 97
De anatomie en fysiologie van het nageboortetijdperk uitleggen 98
9. Verpleegkundige aandachtspunten noemen met betrekking tot de post-placentaire
periode; 99
10. complicaties uitleggen die perinataal kunnen voorkomen en mogelijke consequenties
hiervan benoemen; 99
11. Indicaties benoemen voor een geplande sectio caesarea; 100
12. indicaties benoemen voor een secundaire/spoedsectio sectio caesarea; 100
13. uitleggen hoe een sectio uitgevoerd wordt; 100
14. benoemen welke complicaties kunnen optreden rondom een sectio caesarea; 100
15. verschil tussen thuisbevalling en klinische bevalling uitleggen. 100
Les 6 100
Het begrip een ‘niet-vorderende baring’ uitleggen, etiologie, procedure en mogelijkheden
tot interventie benoemen. 101
Het begrip ‘langdurige uitdrijving’ uitleggen, etiologie, procedure en mogelijkheden tot
interventie (vacuumextractie, forcipale extractie en sectio caesarea) benoemen; 104
De consequenties voor de baring van volgende liggingsafwijkingen van de foetus
benoemen: 104
4. Het begrip ‘uterusruptuur’ uitleggen en de symptomen hiervan noemen; 109
5. Het begrip ‘schouderdystocie’ uitleggen en beschrijven hoe te handelen bij het
optreden van een schouderdystocie; 111
6. De begrippen ‘voorliggende navelstreng’ en ‘uitgezakte navelstreng’ uitleggen, de
mogelijke gevolgen hiervan voor de foetus benoemen en beschrijven hoe te handelen;
113
7. het begrip ‘fluxus postpartum’ uitleggen, de procedure hierbij beschrijven en
beschrijven hoe te handelen; 115
8. Uitleggen op welke wijze de baring ingeleid kan worden; 116
9. De involutie van de uterus beschrijven; 116
10. fysieke veranderingen en aandachtspunten bij de verzorging van de kraamvrouw,
met ongecompliceerde bevalling en bevalling met complicaties, tijdens de ontzwangering
benoemen; 117
Ontzwangeren: symptomen 118
11. verschil in lichamelijk herstel uitleggen tussen kraamvrouw die natuurlijke bevalling
heeft gehad, een vaginale kunstbevalling en een sectio caesarea heeft gehad. 118
12. anatomische en fysiologische proces van de lactatie (borstvoeding) beschrijven; 118
13. de voordelen en nadelen van borstvoeding uitleggen; 121
14. de voor- en nadelen van flesvoeding uitleggen; 121
15. contra-indicaties voor borstvoeding noemen; 122
16. de verpleegkundige observaties bij de kraamvrouw en gezonde pasgeborene
beschrijven; 122
I3
, 17. de volgende somatische pathologie bij de moeder tijdens de kraamperioden
uitleggen: 125
infecties (vulva, perineum, endometritis, salpingitis, urineweginfecties, mastitis
puerperalis) 125
bloedingen en trombo-embolie. 125
18. Organisatiestructuur van de postnatale zorg in Nederland beschrijven. 126
Les 1
Leerdoelen:
1. de menstruele cyclus en de relatie tot de bevruchting beschrijven;
2. de wijze waarop de bevruchting plaatsvindt uitleggen;
3. de meest voorkomende voortplantingsproblemen in Nederland benoemen;
4. de anatomische en fysiologische ontwikkeling van het embryo en foetus
beschrijven;
5. fysiologie, anatomie en functie van placenta, vliezen en navelstreng uitleggen;
6. uitleggen hoe de duur van zwangerschap wordt bepaald;
7. beschrijven hoe het lichaam zich fysiologisch aanpast aan de zwangerschap;
8. benoemen hoe de verloskundige zorg in Nederland georganiseerd is en
uitleggen hoe deze momenteel aan grote veranderingen onderhavig is.
Belangrijke context:
Historische zorg organisatie: “vroede vrouwen” 15th eeuw Leiden, gemeente
betaalde vrouwen (vaak vrouwen die al zelf kinderen hadden) om andere vrouwen te
assisteren in baringsnood. 19th eeuw hebben vroedvrouwen rechten gekregen om
zorg in niet complexe gevallen te verlenen. Historisch gezien had de vroedvrouw
geen rechten voor het ZH dus deed bevallingen thuis – in complexe gevallen – met
de huisarts. Zorg duidelijk gepositioneerd in de wijk.
Verloskundige zorg is geregeld nog steeds met een wijk gerichte focus de meeste
verloskundigen werken in eigen praktijken in de wijk, dichtbij hun clienten (de
zwangere en hun naasten). Hier is de focus van zorg op de fysiologie van
zwangerschap, baring en kraambed, risico selectie toe te passen adhv (EBP en
KLinRE) en er voor te zorgen dat, bij pathologie, de barende doorverwezen is naar
het ziekenhuis.
Verloskundigen werken in toenemende mate in het ziekenhuis – op de poli en op de
VK. Hier is de verloskundige focus op de medium risk gevallen. Ook is de eerste lijns
I4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur lyudmilaruiter. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.