Dit document bevat het hoofdstuk: ‘ CARDIOVASCULAIR STELSEL‘ gegeven door prof. Snyders van het vak fysiologie van het orgaanstelsel. Behaald resultaat: 17/20
Inleiding: functionele anatomie
Het hart ligt in de linker thoraxholte. Doordat het hart een gespierde zak vormt, gaat het ervoor
zorgen dat bloed door het organisme gepompt kan worden: 70-75 mL bloed door aorta per cyclus.
Het circulatiesysteem
Het bloed keert van de periferie terug via de vena cava superior en inferior naar het rechter atrium.
Het bloed wordt overheen de tricuspidalisklep gepompt naar het rechter ventrikel en komt dan
terecht in de arteria pulmonalis.
Opm: enige arterie in ons lichaam dat gedesatureerd (zuurstofarm) bloed bevat!
Vanaf hier gaat het bloed verder naar de longcirculatie waar het bloed terug geoxygeneerd wordt.
Via de pulmonale venen wordt het bloed terug gevoerd naar het linker atrium.
Opm: enige venen in ons lichaam die zuurstofrijk bloed bevatten!
Het zuurstofrijk bloed wordt dus naar de periferie gestuurd via v. pulmanlis naar het linker atrium.
Het bloed wordt overheen de mitralisklep gepompt in het linker ventrikel en wordt dan overheen de
aortaklep geïnjecteerd in de aorta waardoor het bloed naar de periferie vloeit.
Uitwisseling van voedingsstoffen/afvalstoffen met de weefsels vindt plaats thv het capillair netwerk.
Na de uitwisseling keert zuurstofarm bloed terug via de vena cava superior en inferior naar het
rechter atrium en rechter ventrikel.
Varianten op het systeem:
1. De lever
- rechtstreekse arteriële bevloeiing via a. hepatica vanuit aorta
- bevloeiing vanuit mesenterisch systeem (vanuit maag-darm stelsel)
via mesenterische arterie
2. De dunne darm
stoffen die geabsorbeerd worden thv de dunne darm gaan niet rechtstreeks naar vena cava
maar eerst via portale venen naar de lever en dan vanuit lever naar systematische circulatie.
DUS arteriële bevloeiing, capillair netwerk voor uitwisseling van stoffen en dan veneuze
return naar het hart.
,Pompen van het circulatiesysteem
Het systeem bevat 2 pompen in serie:
- rechter ventrikel pompt bloed naar de pulmonale circulatie
- linker ventrikel pompt bloed naar de systematische circulatie
Aangezien de 2 pompen in serie staan in een gesloten systeem, moeten deze hetzelfde debiet
hebben: debiet RV = debiet LV (5-30 L/min) dus veneuze input = arteriële output !!
Het debiet in de aorta, nog voordat men de eerste vertakking heeft, en het debiet dat terugkeert
naar het rechter atrium vanuit de vena cava superior/inferior moet hetzelfde debiet zijn als dat
van het linker ventrikel of rechter ventrikel.
Als er 5L gepompt wordt per minuut, komt er 5 L/min binnen
en gaat er ook 5 L/min moeten terugkeren naar het rechter
atrium want gesloten systeem en bloed is niet
samendrukbaar!
Het totale debiet in alle capillairen die vanuit de aortaspringen is ook
gelijk.
Bij inspanning: skeletspieren moeten meer arbeid leveren dus
hebben meer zuurstof nodig dus hoger hartdebiet nodig.
debiet in rust 5-6 L/min
debiet inspanning 20 L/min
De aanpassingen van het debiet wordt gecontroleerd door intrinsieke eigenschappen van het hart
zelf maar er is ook een beïnvloeding door het autonoom zenuwstelsel (OS en PS). Neurale en
humorale factoren gaan zorgen voor aanpassing van het debiet in functie van de wisselende noden.
voorbeeld: bij zware inspanning gaat het hartritme toenemen (contractiliteit stijgt) en gaat er
vasodilatatie van de bloedvaten bij de spieren optreden zodanig dat zuurstof
efficiënter kan worden opgenomen door de spieren.
Verschil tussen pulmonaire en systematische circulatie:
debiet 1:1
druk 1:5 druk in systematische circulatie is 5x hoger !
Opm: reden is niet omdat deze langer is, oorzaak ligt bij anatomische
verschillen
Bloeddruk = weerstand x debiet
Door de hogere druk, zal er ook een hogere weerstand aanwezig zijn in de systematische circulatie
want debiet is gelijk. Hierdoor is de wand van rechter ventrikel dikker dan die van de linker want de
linker moet grotere druk kunnen opbouwen. Het linker ventrikel moet dus een veel hogere arbeid
leveren want debiet is gelijk.
,Hersenen: 750 mL bloed / min
Hart: zeer efficiënt met ongeveer 250 mL/min wat maar 4% van het hartdebiet uitmaakt
nodig voor inspanning om debiet aan bloed naar de rest van het lichaam te
transporteren
Skeletspieren: in rust krijgen deze nog 1200 mL/min
in rust zijn de spieren niet volledig ontspannen, een basale spiertonus die
zuurstof verbruikt is altijd aanwezig: productie van ATP en warmte.
Op deze manier wordt de lichaamsT op 37°C gehouden.
Nieren: 1100 mL/min (20% vh hartdebiet) nieren spelen belangrijke rol in systeem
Abdominale organen: ook 20% vh hartdebiet
Huid: 550 mL/min beperkte bevloeiing
Totaal hartdebiet = 5 à 6 L / min
Wat gebeurt er bij inspanning?
Hersenen: nog steeds 750 mL/min, ook bvb wanneer men slaapt blijft het debiet gelijk.
Hart: stijging naar 750 mL, als het hart 3x harder moet werken zal het debiet naar het hart
zelf ook stijgen. Procentueel blijft hetgene het hart nodig heeft gelijk (4%).
Skeletspieren: debiet stijgt het hartst, naar 12500 mL/min.
Nieren: daling van de perfusie
Abdominale organen: daling van de perfusie
Huid: perfusie neemt toe. De skeletspieren werken harder waardoor meer warmte geproduceerd
wordt, deze warmte moet terug worden kwijtgeraakt dmv zweten.
Hartkleppen: unidirectionele flow
Anatomie
- kleppen tussen atria en ventrikel: tricuspidalisklep (rechter) en mitralisklep (linker)
- kleppen tussen ventrikel en arterie: pulmonalisklep tussen rechter ventrikel en a. pulmonalis
aortaklep tussen linker ventrikel en aorta
Doorslag van de kleppen bij het dichtgaan wordt vermeden door:
- pulmonalisklep / aortaklep: bestaan uit 3 half-maanvormige klepbladen, wanneer ze dichtslaan
komen de 3 bladen mooi tegen elkaar waardoor doorslag van de kleppen vermeden wordt.
- tricuspidalis/mitralis: hangen met BWvezels vast aan de basis, als klep open gaat is er geen
doorvloeiiing, als klep dicht moet is er geen doorslag doordat het ophangsysteem ervoor zorgt dat
de klep niet terug naar boven kan flapperen in rechter of linker atrium.
, Belang van het kleppensysteem: unidirectionele flow
De hartkleppen zijn nodig voor de unidirectionele flow en dus de efficiënte werking van het hart.
Stel: hart = aanvoerbuis + afvoerbuis met ertss zak die kan relaxeren en contraheren.
Relaxatie: volume neemt toe door bloed langs beide kanten aan te zuigen
Contractie: volume daalt waardoor bloed wegstroomt in beide richtingen
situatie is niet ideaal
Stel: 1 klep aanwezig, 1 richting wordt geblokkeerd
Relaxatie: bloed wordt aangezogen van beide kanten
Contractie: volume daalt, bloed stroomt weg in 1 richting
Pendelvolume blijft over: deel van het volume dat net werd weggepompt, wordt direct
terug aangezogen
Hoe het hart werkt: 2 kleppen in serie
Relaxatie: bloed wordt aangezogen van links en komt in ventrikel
Contractie van ventrikel: volume daalt, bloed stroomt weg langs andere richting (rechts)
Geen pendelvolume: linkse deel = ventrieel gedeelte
rechtse deel = atrieel gedeelte
Pathologie: aortainsufficiëntie
Bij het niet volledig sluiten van de klep, zal er opnieuw op het moment dat ze dicht moet
zijn, wanneer er bloed wordt aangezogen niet enkel bloed uit het veneuze systeem
worden aangezogen maar ook vanuit de aorta (pendelvolume).
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur BMWUAstudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.