Recht en beleid
Sociaal statuut van zelfstandigen
Statuut zelfstandige vs statuut werknemer en ambtenaar
-> grote verschillen
-> voornamelijk op vlak van onderwerping aan sociale zekerheid
Statuut zelfstandige Statuut werknemer en ambtenaar
-> zelfstandige neemt zelf het initiatief om sociale -> werkgever brengt sociale zekerheid in orde
zekerheid in orde te brengen voor de werknemer
-> sociale bescherming KLEINER -> sociale bescherming GROTER
Sociale verzekering en organisatie
Vijf takken
1. Geneeskundige verzorging
2. Arbeidsongeschiktheid, invaliditeit en moederschapsverzekering
3. Gezinsbijslag
4. Pensioen
5. Faillissement (aparte tak, bedrijf is failliet, niet de persoon)
Betrokken organisatie
-> sociale zekerheid betalen
-> uitkering terugkrijgen wanneer noodzakelijk
Werknemers en ambtenaren = Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ)
Zelfstandigen = Sociale Zekerheidsfondsen (SZF)
Vb. Acerta
Toepassingsgebied
1. De Zelfstandige
= iedere natuurlijke persoon die in België een beroepsbezigheid uitoefent uit hoofde waarvan hij niet
door een arbeidsovereenkomst of door een statuut verbonden is (natuurlijke persoon, geen bedrijf)
Beroepsbezigheid
= met professioneel karakter
-> valt niet wettelijk te definiëren omdat het continue evolueert
-> wel criteria
1. Minimumduur = periode die men minstens als zelfstandige moet werken
Vb. verkoper op Vinted of tweedehands is niet meteen een zelfstandige
2. Continuïteit = persoon moet zijn bezigheid doorlopend of continue uitvoeren
, 3. Inzicht = persoon heeft inzicht in het feit dat hij voordeel aan zijn activiteit
overhoudt
4. Winstoogmerk = het levert geld op, men haalt er op financieel vlak voordeel uit
In hoofdberoep of bijberoep
Hoofdberoep Bijberoep
= 70% van werkzaamheden gebeuren als zelfstandige = 30% van de werkzaamheden gebeuren als
zelfstandige
Voorwaarden
-> zelfstandige activiteit uitgeoefend naast
hoofdzakelijke beroepsbezigheid van andere aard
-> OF naast genot van bepaald vervangingsinkomen
-> OF indien belanghebbende zijn rechten op een rust-
of invaliditeitspensioen vrijwaart
2. De Helper
= helpt of vervangt de zelfstandige
-> moet verbonden zijn aan een zelfstandige, kan niet gewoon helper op zich zijn
Kenmerken
1. geen arbeidsovereenkomst, geen gezag
-> er is geen ondergeschiktheid
-> helper staat niet onder het gezag van de zelfstandige
-> heeft dus meer vrijheden dan een gewone medewerker die wel onder gezag staat
2. valt onder statuut van zelfstandige
-> verzekeringsplicht gelijkend aan de zelfstandige
-> noemt men op fiscaal gebied ook een zelfstandige
3. De Bijzondere Helper
= iedereen die gehuwd is met een zelfstandige of wettelijk samenwoont
-> mag geen gelijkwaardig statuut hebben (niet zelfstandig, loontrekkend, ambtenaar…)
-> worden vermoed de echtgenoot te helpen
-> kan zelfstandige in bijberoep zijn als ze toch een gelijkend statuut zouden hebben
-> vermoeden valt te weerleggen met verklaring op eer
4. Student-zelfstandige
= eigen statuut voor studenten die een zelfstandige activiteit uitvoeren
,Drie voorwaarden
1. minimaal 18 jaar
2. maximaal tot einde academiejaar of schooljaar van het jaar waarin men 25 wordt
3. minimum 27 studiepunten opgenomen
4. onderworpen aan statuut zelfstandige doordat men een zelfstandige beroepsbezigheid uitoefent
Voordelen Nadelen
-> voordelig systeem van sociale bijdragen indien -> beperkte rechten op vlak van gezondheidszorg
men een beperkt inkomen heeft en arbeidsongeschiktheid
-> behoud van volledige rechten gezondheidszorg
indien met een beperkt inkomen heeft
Verplichtingen
1. Aansluiten bij sociaal verzekeringsfonds (vb. acerta)
2. Aansluiten bij een ziekenfonds
3. Bijdragen betalen
Werkwijze bijdragen betalen
-> voor zelfstandigen en helpers per kwartaal te betalen
-> uitgedrukt in percentage van de afgelopen beroepsinkomsten (3j geleden)
Beroepsinkomsten
= brutoberoepsinkomsten – beroepskosten en beroepsverliezen
Beroepskosten = uitgaven die verband houden met het beroep
Beroepsverliezen = wanneer men meer fiscaal aftrekbare kosten had dan het belastbaar inkomen
Stappenplan
1. men doet een voorlopige berekening op de beroepsinkomsten van 2018
Inkomsten stabiel geschat -> men betaalt bijdragen volgens het beroepsinkomen van 2018
Inkomsten hoger geschat -> zelfstandige kan kiezen toch meer te betalen om dure eindafrekening te
vermijden
Inkomsten lager geschat -> lagere bijdragen kunnen betaalt worden mits akkoord met SVF
2. zelfstandige betaalt dit bedrag voor het bijdragejaar 2021
3. SVF zal in 2022 van FOD Financiën de definitieve jaarinkomsten ontvangen
4. bijdragepercentage wordt toegepast dat van toepassing was in desbetreffende periode
5. er word een eindafrekening verzonden naar de zelfstandige (of erfgenamen indien overlijden)
Bijdragen te hoog = terugbetaling
Bijdragen te laag = bijbetaling
Bijzondere regeling voor starters
Starter = de eerste drie jaar
, Vb. eerste kwartaal 2021 gestart is starter tot eind 2023
Vb. tweede, derde of vierde kwartaal 2021 gestart is starter tot eind 2024
-> men betaalt een voorlopige forfaitaire bijdrage tijdens de startjaren
-> er immers geen beroepsinkomsten van de afgelopen drie jaar
-> als na drie jaar de werkelijke beroepsinkomsten bekend zijn, zal de fiscus de werkelijke bijdrage
berekenen
Berekening voor zelfstandigen in hoofdberoep en helpers
-> hoe meer men verdient, hoe minder bijdragen
-> van het stuk dat boven het maximum inkomensschijf ligt, moet men geen bijdragevoet betalen
-> bovenstaande schijven dus ook uitrekenen!
Vb. (20.5%*(14042.57))+(20.5%*(50000-14042.57))
Berekening voor zelfstandigen in bijberoep
-> gelijkaardige bijdrageregeling kan voor zelfstandigen in hoofdberoep behalve…
1. geen minimumkosten
2. geen bijdrage indien laagste grens niet wordt overschreden
Inkomensschijf Bijdragevoet
0 – 1553,58 EUR 0%
1553,58 en 60638,45 EUR 20,5 %
60638,45 en 89361,89 EUR 14,16 %
> 89361,89 EUR 0
Berekening voor meewerkende echtgenoot of partner
-> verlaagd minimumplafond waarop bijdragen worden berekend
Minimumplafond = 6168,90 euro
-> voordeliger systeem dan voor helpers
Inkomensschijf Bijdragevoet
0 – 6168,90 EUR 20,5 % berekend op 6168,90 EUR
6168,90 en 60638,45 EUR 20,5 %
60638,45 en 89361,89 EUR 14,16 %
> 89361,89 EUR 0
Berekening voor beginnende zelfstandigen
Begin van bezigheid
= wanneer geen enkele zelfstandige bezigheid werd uitgeoefend in de loop van het voorgaande kwartaal
-> netto beroepsinkomen is niet gekend (systeem van refertejaar X-3)
-> men zal dus voorlopige bijdragen betalen aan SVF