Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Mediabedrijf En Mediakennis (81CMA1003) van Mr. Kenis €8,49   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Mediabedrijf En Mediakennis (81CMA1003) van Mr. Kenis

 24 vues  0 fois vendu

Samenvoeging van alle ppt's gebruik tijdens de lessen van Mr. Kenis en eigen notities genomen tijdens deze lessen. 65 Pagina's. Bevat ook extra artikels die gekend moesten zijn.

Aperçu 4 sur 66  pages

  • 30 juin 2022
  • 66
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (3)
avatar-seller
yanaschoenaers
Samenvatting Mediabedrijf en -kennis
Deel 1: media en maatschappij

1 Begrippen en functies
 Medium (het; o - mv: media)
o 1. hulpmiddel
o 2. al wat dient tot overdracht van informatie (Van Dale)
 ‘Communicatiemiddel’, informatiedrager
 Afstand overbruggen in ruimte en tijd
 Massamedia hebben een antwoord gegeven op deze twee technische
problemen (ruimtelijk en tijdsaspect).
 . Bv. van spreektaal nr schrijftaal nr drukwerk…
 Interpersoonlijk (1-to-1) of massief bereik
 Massa:
o Een grote, ongeorganiseerde, ‘anoniem’ hoeveelheid mensen bij elkaar op eenzelfde
plek en tijd.
o 20ste-eeuw: massamaatschappij en -cultuur
 Hierbij ontstonden ook de massamedia
o Massa vertoont een min of meer homogeen gedrag, zoals bv. bij het kijken naar
bepaalde soorten televisieprogramma’s.
o Injectienaald- of stimulus-responstheorie.
 Gingen er van uit dat het waarnemen van een televisie de ontvangers ( =
passieve ontvanger).
 Massamedia (krant, radio, tv…)
o waren gericht op het bereik van een groot, divers, verspreid en ‘anoniem’ publiek
o Meestal uniform en lineair, ‘eenrichtings’




 Veranderde massamediabeleving in de 21ste eeuw:
o ‘Massa’ verwijst enkel nog naar ‘massieve bereikbaarheid’, openbaarheid
o Mediapubliek is geëvolueerd naar
 Pluriform en divers
 We zitten in verschillende netwerken waarin een bepaald deel van de
massa zit.
 Simultaan of niet
 Simultaan: door iedereen op hetzelfde moment op dezelfde manier.
Bv. de krant of tv kijken vroeger. Tegenwoordig kunnen we kiezen of
we het uitgesteld doen.
 Met individuele (gedeelde) doelen en belangen
 We kunnen zelf aangeven wat we willen lezen/zien. Het wordt niet
meer voor ons bepaald.
 Binnen de verschillende netwerken krijgen we geen informatie uit
netwerken waarin we niet zitten.



1

,  Ze zijn een vorm van comfortabele bubbel. We krijgen informatie die
op ons in afgestemd.
 Actieve i.p.v. passieve ontvangers (Uses & Gratifications)
 We zijn vandaag veel actiever en interactiever. We kunne zelf
aangeven wat we willen zien of niet.
 Consument én tegelijk producent (‘produser’, UGC)
 We gebruiken heel veel, maar we maken ook veel content.
o Onder invloed van digitalisering en internet (social media)
o Tendens naar ‘personalisatie’ (of: individuele leden van soorten publieksgroepen)
 Van massamaatschappij naar netwerkmaatschappij
o Digitale netwerken en technologieën brengen nieuwe, gedecentraliseerde socio-
economische structuren tot stand in de globale maatschappij
o Bottom-up i.p.v. top-down (of hiërarchisch)
 We geven dingen aan via sociale media en hebben keuze genoeg. De
mediabedrijven moeten zich aan ons aanpassen.
 Wij bepalen vandaag hoe wat en wanneer door de vele keuzes die we
hebben. We kunnen ook druk zetten op de bedrijven die de media maken
o Niet beperkt door ruimte of tijd
o Kenmerken
 Versnippering van het publiek (audience fragmentation)
 Door toenemend aantal mediavormen en distributieplatformen: radio-
en tv-stations, kabelnetwerken, streaming diensten, webmedia, social
media…
 Ruim aanbod > beperkter publiek voor elk van die media apart
(‘aandachtseconomie’)
o Aandachtseconomie: onze aandacht die we voor de
verschillende media hebben is beperkt. Zelfs gratis producten
betalen we met onze aandacht( plaatsen van advertenties die
dan wel geld opbrengen)
 Chaotische nieuwsomgeving
 Gedecentraliseerd nieuwsproces
o het redactieproces van een krant is er niet meer echt.
Iedereen kan redactie spelen. Komt doordat er zoveel mensen
zijn bijgekomen die nieuws maken en verspreiden.
 Nieuwe informatiestromen en aanbieders (burgerjournalisten,
politieke fracties, belangengroepen)
o Zo gaan politieke partijen; voetbalploegen en actiegroepen
hun eigen nieuws naar buiten brengen, waardoor we wel erg
gekleurd nieuws krijgen.
o We maken ook meer gebruik van burgerpolitiek, alleen weten
we niet welke filters hier tussen staan
 Toenemende information overload
o We kunnen ons vandaag niet meer verbergen voor nieuws.
Door het teveel aan informatie gaan we terugkeren naar de
oude betrouwbare bronnen omdat deze waarschijnlijk het
dichts bij de waarheid staan.
 Toename van fake news, clickbait…
 (Nieuwe) internationale concentraties domineren de media
 Dominante spelers, quasi-monopolieposities
o Vroeger slechts enkele grote bedrijven, maar door de media te
democratiseren ging dit verloren.
o tegelijkertijd komen er nieuwe grote spelers die zelfs geen
echte mediabedrijven zijn, maar ze domineren wel.
 Massaal aantal gebruikers wereldwijd, miljardenomzet


2

,  Grote slokops in (digitale) publiciteit
 Wegen ook op lokale ‘ecosystemen’
 Internetgiganten (GAFAM), Netflix, Disney…
o Inkomsten van de gebruikers gaat naar de bedrijven waardoor
ze nog groter worden.
o Gevaarlijk want de invloed die we vanonder uit hebben gaat
dan weer langzaam verloren
o 45% van de advertentie inkomsten gaat naar de grote spelers
en niet meer naar de lokale mediabedrijven
o Digitalisering van media leidt naar nieuwe trends, modellen en begrippen
 Convergentie
 Door digitalisering versmelten voorheen afzonderlijke mediavormen
en -technieken met elkaar om nieuwe expressievormen te creëren.
Computing, content en communicatie worden met mekaar
geconnecteerd, vaak op één platform. (vb. smartphone, smart tv)
 Crossmedialiteit
 Eénzelfde mediacontent (of merk) wordt aangebracht en uitgewerkt
via diverse mediavormen en –platformen, elk ter versterking van
mekaar. (vb. Sporza, Tipik)
 Boodschappen die in de verschillende media vormen worden verteld,
en ze gaan mekaar versterken.
 Beeld en audio kunnen een versterking zijn van geschreven tekst.
 De verschillende vormen van media gaan de boodschap verrijken en
versterken.




 Digital first
 Nieuwe (online) mediakanalen krijgen altijd voorrang op traditionele
media (krant, radio, tv) bij nieuwsverspreiding
 Digitaal heeft wel het nadeel dat het niet met dezelfde power uitkomt,
maar het kan dan wel via convergentie en crossmedialiteit worden
uitgewerkt en versterkt. Probleem is wel dat het geen verdienmodel
is.
 Freemium model
 Basismediaproducten worden gratis aangeboden, maar voor meer
uitgebreide mogelijkheden, toegevoegde waarde of onbeperkte
toegang moet betaald worden.
 Voor de goede uitgewerkte en professionele werken zijn de mensen
wel nog bereid om te betalen. Gratis is ook niet altijd gratis, we
betalen met onze aandacht of met onze gegevens
 Functies
o Nieuws en informatie verspreiden
 Dagelijkse (continue) berichtgeving + servicefunctie

3

,  Dankzij het nieuws en informatie en media kunnen we mee in de
maatschappij.
 Duiden en verklaren
 De achtergrond informatie en duiding hebben we nodig om de
hedendaagse gebeurtenissen te begrijpen. De krant bestaat nog
omdat zij nog altijd veel beter kunne duiden en verklaren dan andere
kanalen
 Opinievorming beïnvloeden
 Ideologische krantencommentaren (‘verzuiling’)
 Onafhankelijke (?) media en pluralisme
 Bewustzijnsvorming (publieke opinie)
o Debat is goed maar er moet wel een publiek opinie zijn als
leidraad in de maatschappij.
o We hebben de media nodig om de verschillende aspecten te
tonen maar ook om voor de leidraad te zorgen, de consensus
te behouden.
o Cultuuroverdracht en educatie verzorgen
 Publieke rol van de media: goed burgerschap
 Media dragen ook onze cultuur en onze identiteit van onze maatschappij.
 Onze cultuurnormen krijgen we mee via de media
o Entertainment bieden
 Shows, quizzen, muziek, games, fictie
 ‘Mengvorm’: infotainment
 Zelfs in het entertainment kan een deel informatie zitten.
 Nieuwsmedia spelen een maatschappelijke rol
o Expressie- of spiegelfunctie
 Tonen en uitleggen wat er leeft bij de bevolking?
o Kritische functie (‘waakhond’)
 Overheid tot de orde roepen. (Media als ‘vierde macht’)
 Stellen verantwoordlelijkheden op.
 Kunnen zo druk zetten op de verantwoordelijke.
 media zijn er om kritisch op toe te kijken wanneer het evenwicht tussen de
andere drie machten verloren gaat

2 Media in historisch perspectief
2.1 Van orale traditie naar letterschrift
 Eerste medium vorm
o verbale communicatie.
o Beperkingen in tijd en ruimte.
 Gevolgd door geschreven taal.
o Voordeel dat andere mensen de boodschap later ook konden bekijken.
o Voor het eerst konden dingen en waardevolle informatie worden bewaard.
o Bv: manuscripten
 konden verplaats worden maar er waren niet veel exemplaren van. Hiermee
kon de massa niet mee worden bereikt
o Bv. epigrafie (Acta diurna: Romeinse ‘krant’)

2.2 Boekdrukkunst en typografie (ca. 1500)
 De overgang van de duister middeleeuwen naar de nieuwe tijd.
o Kennis komt dichter naar de mens toe, maar blijft enkel toegankelijk voor een
kleine elite die konden lezen en schrijven en het konden betalen.
o Beperkte verspreiding en toegankelijkheid

4

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur yanaschoenaers. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

83637 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,49
  • (0)
  Ajouter