Het bewegingsstelsel
1. Weten hoe het bewegingsstelsel is opgebouwd.
- Montorisch CZS.
- Motorischh ZS
- Beendstetsel
- Spierstelsel
2. Kunnen weergeven hoe het bewegingsstelsel werkt.
- Vertrekpunt = centrale zenuwstelsel (hersenen)
- Van hieruit impulsen naar motorische zenuwen
- Deze impulsen tot aan de effectoren
Via impulsen vanuit de motorische centra in het CZS. Deze impulsen gaan via motorische zenuwen naar de
effectoren. Deze effectoren kunnen skeletspieren zijn, die dan samen met het skelet voor beweging van
lichaamsdelen.
De samenwerking tussen het CZS en het PZS kunnen weergeven aan de hand
van het schema
3. De soorten effectoren kunnen weergeven.
Effectoren?
- Skelet- en huidspieren (bv. biceps)
= dwarsgestreepte spieren = willekeurige spieren
(Regeling door het somatische zenuwstelsel)
- Gladde spieren = onwillekeurige spieren (bv. maagspieren)
(Regeling door het autonome zenuwstelsel)
- skelet + spieren => beweging
Beenderstelsel
4. Weten waar kraakbeenweefsel terug te vinden is in een volwassen zoogdier.
- Embryo: kraakbeen bot (Vertebrata)
- Adult: kraakbeen in oa oorschelpen, kraakbeenringen luchtpijp, tussenwervelschijven, ...
1
, 5. De functies van kraakbeen kunnen weergeven.
Functies van kraakbeen
- Steun
- Lengtegroei beenderen (GH)
- Beweging van botten tov mekaar in gewrichten en schokabsorptie
Delen van een gewricht kunnen aanduiden zoals op
de afbeelding
- gewrichtskraakbeen
- synoviaal vocht voeding en smering
- gewrichtskapsel stevigheid en gewrichtssmeer
- gewrichtsbanden (=ligamenten) stevigheid
(samenhouden van botten)
6. Weten wat artrose is.
7. De functies van beenweefsel kunnen weergeven.
Functies van beenweefsel
- Steun & Bescherming (schedel, longen, hart, ruggemerg)
- Ca-reserve (calcitonine & parathormoon)
- Vorming bloedcellen (witte + rode + bloedplaatjes)
= hematopoëse = vorming van rodebloedcellen, witte bloedcellen en bloedplaatjes;
› Calcitonine (schildklier): daling calciumgehalte in het bloed
› Parathyroidhormoon (bijschildklier): stijging van calciumgehalte in het bloed
- De rode bloedcel ‘leeft’ ongeveer 120 dagen, de witte bloedcel heeft een levensduur van enkele uren tot enkele
dagen en een bloedplaatje 8 tot 10 dagen.
8. Het verschil kennen tussen rood en geel beendermerg.
Twee soorten beenmerg
In adulte vorm slechts in enkele beenderen rood merg
- Rood beenmerg vormt bloedcellen
- Wit (gele)beenmerg vormt vetcellen, kraakbeen en been.
9. Kunnen aantonen dat het skelet van een zoogdier uit
levende materie bestaat.
Endoskelet = levende materie constant herstellen en vernieuwen
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ManonStroobant. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.