Klinische psychologie
1
,1. Deel 1 - Inleiding KLP
1.1. Definiëring
- Over hele leven, helft va/d mensen kampen met psychische stoornis
- Depressie anders ervaren -> Oosters: interpersoonlijk
- Mannen en vrouwen niet even vatbaar voor het ontwikkelen van angststoornissen en depressie ->
vrouwen vaker (afh van stoornis)
1.1.1. De term ‘klinisch’
- Een subdiscipline
- Andere subdisciplines
o Arbeids- en organisatiepsychologie
o School- en pedagogische psychologie
- Grootste groep: 50% (meeste psychologen werkzaam in klinische)
- Verkeerde indruk (ziekenhuis -MAAR > in alle sectoren van gezondheidszorg aan de slag kunnen)
1.1.2. Definitie
- Afwijkend, slecht aangepast gedrag -> houden zich mee bezig + hoe die ku verhelpen
o Screening, preventie, begeleiding, verdere opvolging …
o Wetenschappelijke discipline!
- Kern = psychische problemen en stoornissen
- Problemen op somatisch vlak? Horen die er ook bij?
o Gezondheidsproblemen = klinische psychologie
o Gezondheidsproblemen (fysieke, somatische klachten) = gezondheidspsychologie
Normale reactie op iets abnormaals (ook al spelen psychologische klachten een rol)
= Andere meningen
DEFINITIE
- Hoge gezondheidsgraad
o Adviesorgaan voor Belgische overheid competentieprofiel voor klinische profiel (wat kunnen)
o De autonome ontwikkeling en toepassing van theorieën, methoden en technieken van de
psychologie als wetenschap in de bevordering van de gezondheid, de screening, psychologische
diagnose en assessment van gezondheidsproblemen en de preventie van en interventie bij deze
problemen bij mensen
- Handboek
o De tak van de psychologie die zich bezighoudt met
de beschrijving, de oorzaken en de behandeling van psychische stoornissen om het geestelijk
welzijn te bevorderen.
Probleem
o Welk afwijkend gedrag houden ons bezig
o Stoornissen op continuüm
Complexe problematieken -> multidisciplinair aanpakken (klinische psychologen, psychiaters …)
1.2. Normaal versus Abnormaal (!!)
1.2.1. Onderscheid: wat is afwijkend?
3 gevalsbeschrijvingen
- Terrein v/d psychopathologie
2
,- Wie komt ermee in aanraking? (Ooit 42,7% - afgelopen jaar 18,0% = 1/5 1)
- Wanneer is iets afwijkend?
o Opsomming v symptomen
o Diagnostische criteria
Symptomen die aan bep voorwaarden voldoen
Bv. depressie = verlaagde stemming, neerslachtig -> min 2 weken aanwezig zijn =
voorwaarde dan is diagnostisch criterium
(Mensen zijn zoveel meer dan diagnose! -> veel mensen ku nog normaal functioneren)
Nevid: 6 factoren
- 1 Uitzonderlijk: opvallend en onconventioneel gedrag
- 2 Sociaal afwijkend: het overtreden van morele normen
o Bep sociale/morele normen duidelijk overtreden w
o Bv. homoseksualiteit vroeger
o Context!
- 3 foute perceptie/interpretatie: irrationeel/onbegrijpelijk gedrag
o Wat we zien = goede representatie van wat er gebeurt MAAR fout percipiëren, dingen zien die
er niet zijn, vreemd interpreteren aanleiding apart gedrag
o Bv. heel de tijd stemmen horen -> niet ku/durven slapen
- 4 Aanzienlijk emotioneel lijden
o Bv. gevoelens angst, depressie
o Soms enkel lijden mensen rondom hen ook dan emotioneel lijden
o MAAR soms heel normaal gezien de omstandigheden
Bv. net dierbare overleden NIET abnormaal gedrag
Bv. heel angstig voor effectieve dreiging NIET abnormaal gedrag
- 5 Ongepast of contraproductief gedrag
o Niet goed meer ku functioneren
o Bv. elke ochtend geïntoxiceerd aankomen op werk intoxicatie
- 6 Gevaarlijk gedrag
o Naar anderen toe op jezelf
o Bv. suïcidepogingen
o Context!
Niet nodig om aan elke criteria te voldoen, 1 of 2 kan al voldoende zijn om te spreken van afwijkend
gedrag!!
Ene kan al duidelijker zijn dan andere
1.2.2. Definitie
Altijd combinatie v factoren waarbij…
- 1 Veroorzaakt lijden
- 2 Tast functioneren aan
- 3 Risico op dood, pijn, verlies vrijheid
Definitie DSM-5
Een psychische stoornis is een syndroom, gekenmerkt door klinisch significante symptomen op het gebied
van cognitieve functies, de emotieregulatie en het gedrag van een persoon, dat een uiting is van een
disfuncties in psychologische, biologische of ontwikkelingsprocessen die ten grondslag liggen aan het
psychisch functioneren.
Ze gaan gepaard met een significant lijdensdruk en beperkingen in het functioneren
(Biologisch, psychologisch als oorzaak)
1
Percentages niet precies kennen, weten ongeveer de helft
3
,Uitzonderingen – uitsluitende omstandigheden
- Te verwachten en vultureel aanvaarde reactie op bep. gebeurtenis
o Bv. rouwperiode
- Langdurig deviant gedrag v politieke, religieuze of seksuele minderheden
o Bv. activiste (met bep. doel/overtuiging)
o Bv. dierenrechtenorganisaties, inbreken om dieren te bevrijden
- Uitvloeisel v conflict tss individu en maatschappij
Culturele aspecten v afwijkend gedrag
- Abnormaal gedrag en psychische stoornissen kunnen in verschillende culturen anders geuit worden.
o Bv. angst in Westerse versus Afrikaanse cultuur
- Mogelijks andere termen voor of andere invulling (symptomen) van psychische stoornissen
o Bv. depressie in Westerse versus Oosterse cultuur
- Symptomen zijn soms erg gelijkend, ondanks culturele verschillen.
o Schizofrenie
o Kernsymptomen hetzelfde over versch werelddelen heen
Belangrijk oog te hebben voor deze culturele verschillen
1.2.3. Modellen
- Versch invalshoeken om naar afwijkend gedrag te kijken
- Waar grens? Hoe beslissen?
- Controverses: Masturbatie? Homoseksualiteit
1.2.3.1. Statistisch model
- Normaalverdeling menselijke eigenschappen
- Meestal gemiddeld scoren abnormaliteit = extreem hoge of lage scores
- Continuüm = gem en SD
- Problemen
o Grens?
1,5 SD of 2 of?
o Niet alles is normaal verdeeld
Bv. stoornissen zoals psychopathie -> komt weinig voor -> geen normaalverdeling
o Geen onderscheid volgens wel – geen lijden
1.2.3.2. Medisch model
- Oorzaken van stoornissen
o Somatogeen of psychogeen
o Medisch model zegt oorzaak somatogeen
- Onderliggende mechanismen bestrijden bv. medicatie
- Grens = aantoonbare ‘ziekte’ of niet
- Kritiek
o Passieve rol aan patiënt
Wordt passief benaderd
o Vaak geen duidelijk onderliggend mechanisme
o Werkt stigmatiserend -> je krijgt dat label, je hebt die ziekte en wij gaan voor jou oplossen
4
,1.2.3.3. Leermodel
= Reactie op medisch model (op passiviteit)
- Stoornissen zonder duidelijke organische somatische oorzaak
- Ontstaan door verkeerd leerproces
o Bv. in de opvoeding
- Schema:
o Geen stigmatisering
o Cliënt niet passief actieve rol voor cliënt
o Criterium = eigen verantwoordelijkheid
- Kritiek: niet altijd bruikbaar
o Bv. heel zware stoornis, verantwoordelijk er niet meer is = niet meer ku gebruiken
1.3. Populatie
1.3.1. Epidemiologisch onderzoek
- Populatie
- Onderzoek
1.3.2. Prevalentie v psychische stoornissen
- Cijfers ( gebaseerd op zelfrapportage)
o 33% psychisch onwelbevinden
Vooral slaaptekort, veel zorgen, ongelukkig zijn
o 18% reële kans op psychische aandoening (1/5)
- 2001 – 2008 verslechtering van aantal klachten
o Gevolgen
Meer gaan isoleren
Meer ziekteverzuim (werk)
Meer middelen gebruiken, meer roken … (schadelijke gedragingen)
Fysieke gezondheid: medische aandoeningen -> meer hart- en vaatziekten
Soms levensbedreigend door drugsverslaving, geweld en zelfmoord
- Ogenblik afname enquête
o 10% depressieve klachten
o 11% angstklachten
o 7% (mogelijks) eetstoornis
o 16% psychotrope medicatie
o Zelfdoding
14% ooit - 4% laatst jaar ernstig aan gedacht
4,3% ooit - 0,2% laatste jaar poging
- Geslacht
o Vrouwen vatbaarder voor bep stoornissen
- Gewest
o Vlaamse Gewest significant beter dan in Brussels en het Waals Gewest
- Sociaaleconomische status
o Lager geschoolden frequenter mentale problemen
- Leeftijd
o 18-24j. meest kwetsbare groep
5
, o Gem 21j. bij ontstaan psychische stoornis
Risicofactoren:
- Jongvolwassenen (18-24j.) – student zijn
- Vrouwen met kinderen
- Alleen wonen of in eenoudergezin
- Sociale uitkering ontvangen en financiële onzekerheid
1.4. Taken
Voorbeeld examenvraag
Jef drinkt overmatig veel alcohol na de werkuren en komt ’s morgens vaak te laat en nog geïntoxiceerd toe
op het werk. Welk criterium voor afwijkend gedrag (Nevid) is het meest van toepassing in deze situatie?
D) Contraproductief en ongepast gedrag
6