,Hoorcollege 1: inleiding anatomie
Anatomie betreft de bouw van de mens. Gaat hier om de vorm en functie samen (je kan ze niet
onafhankelijk van elkaar bekijken). Zo veranderen de vormen van het lichaam wanneer de functies
veranderen denk hier bijvoorbeeld aan een body builder.
Je kan anatomie op twee verschillende manieren bekijken:
- Systemische anatomie Het bekijken van een geheel systeem in het lichaam die in zijn
geheel bepaalde functie uitvoeren. Denk hierbij aan bijvoorbeeld het tractus digestivus
(spijsverteringsstelsel) of tractus circulatoris (hart- en vatenstelsel, en lymfestelsel).
- Regionale anatomie Hier wordt naar een enkele regio in het lichaam gekeken waar zich
delen van verschillende systemen in bevinden. Denk bijvoorbeeld aan de thorax, abdomen
en pelvis.
Er kan ook nog gekeken worden naar klinische anatomie Hierbij ligt de focus op wat van
belang is in de medische praktijk. Je leert alleen de elementen die nodig zijn voor het uitvoeren
van het werk.
Naamgevingen in de geneeskunde zijn in het Nederlands gebaseerd op Latijns en Grieks (hoewel er
altijd Latijnse vervoegingen worden gebruikt). De meeste leerboeken zijn in het Engels, maar de
Engelse naamgeving is ook afgeleid van het Latijn (lijkt er dus erg op). Het is handig om de betekenis
van de Latijnse woorden te weten, bijv: hepar = lever, ren = nier.
In boeken worden er ook vaak afkortingen gebruikt voor bepaalde woorden:
- A = arteria (slagader)
- art = articulatio (synoviaal gewricht)
- V = venus (ader)
- n = nervus (zenuw)
- m = musculus (spier)
- lig = ligament
De bloedvoorziening van een bepaalde structuur wordt ook wel de vascularisatie genoemd. De
bezenuwing (aansturing door een zenuw) wordt ook wel de innervatie genoemd.
De positie van structuren in het lichaam worden altijd genoemd in referentie met de anatomische
positie :
rechtop staan, armen langs het lichaam, handpalmen naar voren, duim en vingers (tegen elkaar aan)
maken 90 graden hoek... (zie figuur 1)
Het lichaam kan in 3 vlakken worden verdeeld: sagittale, transversale en coronale vlak. Je kan
locaties van structuren omschrijven met behulp van deze vlakken (zie figuur 1).
Je kan het lichaam ook opdelen in 3 verschillende assen. De sagittale, transversale en longitudinale
as.
- De transversale as loop horizontaal van links naar rechts
- De sagittale as loop horizontaal van voor naar achteren
- De longitudinale as loop verticaal van boven naar onderen.
,Figuur 1: The anatomical position, planes, and terms of location and orientation. Bron: hoofdstuk 1, Gray’s anatomy for
students
Binnen de geneeskunde is er een afspraak dat transversale doorsnedes altijd van onderen worden
bekeken.
, We kennen enkele lichaamsholtes in het menselijk lichaam. Dit zijn benige ruimtes waar organen en
weefsel zich in bevinden. Enkele voorbeelden van deze ruimtes zijn
- Schedel (cavitas cranii)
- Wervelkolom (cavitas vertebralis)
- Borstholte (cavitas thoracis)
- Buikholte (cavitas abdominis)
- Bekkenholte (cavitas pelvis)
De overgang van de borstholte naar de buikholte wordt gevorm daar het diafragma (middenrif). In
holtes van de romp moeten de organen voor hun functies goed kunnen beweging/ langs elkaar
schuiven in de ruimte waar ze zich in bevinden (denk aan peristaltiek en ademhaling). Hiervoor is er
een glijvlak nodig tussen deze structuren. Een glijvlak is een belangrijk begrip in de anatomie en gaat
nog vaker terug komen. In de buikholte zijn de organen bijvoorbeeld bekleed met sereuze vliezen,
het peritoneum (buikvlies). Deze vliezen produceren een sereus vloeistof wat zich bevindt tussen de
organen en de wanden van de holte. Deze vliezen zijn heel dun maar maakt het wel dat het een goed
glijvlak creëert.
Hoorcollege 2: Steun-en bewegingsstelsel I: algemeen
bewegingsleer en bovenste extremiteit
Arthrologie is de gewrichtsleer. Gewrichten zijn verbindingen tussen twee botten, ook wel junctura
genoemd. Gewrichten kunnen worden ingedeeld in 3 categorieën:
- Junctura fibrosa: botverbindingen met bindweefsel. Bijv. sutura (schedelnaden) en
syndesmose (membraanverbinding). Bewegingsvrijheid in deze gewrichten is heel klein.
Botten blijven goed op hun plaats.
- Junctura cartilaginea: botverbinding met kraakbeen. Bijv, tussenwervelschijven (discus
interverbralis). Bij deze gewrichten is er nog enige beweging mogelijk, maar niet veel.
- Junctura synovialis: Bij deze gewrichten zit er ruimte tussen de twee bot uiteindes en
worden deze omgeven door een kapsel. Deze gewrichten worden ook wel articulatio
genoemd. Deze gewrichten bevatten synovia (gewrichtssmeer), die als glijvlak fungeert. Door
de bewegelijkheid in deze gewrichten zijn ze ook een stuk kwetsbaarder dan de andere
soorten gewrichten.
Een synoviaal gewricht bestaat uit een kop (caput) en een kom, waar de gewrichtsuiteindes bekleed
zijn met hyaline kraakbeen. De gewrichtskapsel verbind de twee botten met elkaar. De
gewrichtskapsel bestaat uit twee delen:
- Membrana synovialis: dit is het binnenste membraan van de kapsel. Het produceert synovia.
- Membrana fibrosa : Dit is het buitenste membraan van het kapsel.
De ruimte tussen de twee botten wordt de cavum articulare genoemd (gewrichtsholte), waar het
synovia zich bevindt.
Er kunnen ook nog andere structuren voorkomen in synoviale gewrichten:
- Ligamenten: deze zijn capsulair (binnen de kapsel) of extracapsulair (buiten de kapsel). Ze
werken als bewegingsrem van gewrichten. Door deze functie moeten de vezels van de
ligamenten (bindweefsel) veel trekkrachten kunnen weerstaan.
- Kraakbeen structuren binnen in de kapsel van het gewricht. Deze kunnen aanwezig zijn
wanneer de twee botstukken niet goed op elkaar passen (discongruentie). Een kraakbeen
schijf wordt een discus genoemd, half maanvormig kraakbeen wordt meniscus genoemd.
Aanwezigheid ervan zorgt ervoor dat de botstukken beter in elkaar passen.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur RoosFleur. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.