Hoofdstuk 2: Strafrechtelijk optreden en Doelstellingen
1. Gerechtelijke interventies/ sancties/ straffen/ maatregelen
Terminologie: overstijgen van de puur juridische indelingen of terminologie.
Er zijn verschillende indelingen mogelijk. Juridisch en sociologisch lopen
de termen door elkaar.
Juridisch
- Hoofdstraf: straf die bepaald wordt als reactie op misdrijf
- Subsidiaire/complementaire straffen: autonome straffen die bij
andere straffen gevoegd kunnen worden. Zijn soms automatisch verbonden aan
bepaalde straffen (vb. ontzetting uit politieke en burgerlijke rechten), waardoor zij
zelfs niet door de rechter afzonderlijk moeten worden uitgesproken (cf. verborgen
straffen).
- Vervangende straffen: ter vervanging van een andere niet-
vrijheidsberovende straf (vb. gevangenisstraf als geldboete niet betaald wordt).
Niet als straf op zich.
Naargelang het voorwerp van bestraffing
- Lichaam: lijfstraffen
- Vrijheid: gevangenis, rijverbod, voorwaarden naleven
- Vermogen: geldboete, verbeurdverklaring, vergoeding slachtoffer/burgerlijke
partij
Naargelang de overheid die straft:
Rechters, openbaar ministerie, politie, gemeente,…. (wie legt de straf op)
Naargelang het nagestreefde doel van de sanctie:
Normbevestiging, afschrikking, waarschuwing, persoon verbeteren,
uitschakelen, rechten afnemen, vergelden, maatschappij beschermen,
neutralisering,….etc.
Naargelang de zwaarte van de straf:
- Politiestraffen: overtredingen
- Correctionele straffen: wanbedrijven
- Criminele straffen: misdaden
Wij zullen hier een combinatie hanteren van verschillende indelingen: de instantie die
de sanctie oplegt en het voorwerp van bestraffing. Het doel van de bestraffing komt
verder uitgebreid aan bod.
Straffen opgelegd door de rechter
1. Lijfstraffen /voorwerp = lichaam
a) Doodstraf: werd in België automatisch omgezet in levenslang en werd
afgeschaft bij wet van 10 juli 1996 (zie hoofdstuk 3)
, b) Lijfstraffen: Formeel afgeschaft, maar in de praktijk nog steeds toegepast
op het lichaam (niet helemaal verdwenen).
- Chirurgische en chemische castratie, sterilisatie: het eerste wordt vooral
toegepast bij seksuele delinquenten, het tweede is soms bij mentaal
gehandicapte criminelen toegepast. Vooral in de VS tijdens de jaren ‘70
werd castratie als voorwaarde tot bv. een vervroegde vrijlating voor
seksuele delinquenten toegepast. Recenter is vooral sprake van
medicamenteuze behandeling van seksuele delinquenten, ook in België
(cf. voorwaarde van behandeling in het kader van een voorwaardelijke
invrijheidstelling), wat kan beschouwd worden als een vorm van
chemische castratie: lijkt meer “humaan”, wordt beter aanvaard. Doch,
ook operationele castratie wordt nog toegepast heden ten dage (cf.
Tsjechië).
c) Gevangenisstraf: vrijheidsberovende straf (cf. Infra) ook gevolgen op en
voor het lichaam
2. Vrijheidsberovende straffen
a) Verbanning, deportaties
WO II; Wordt vandaag terug toegepast als administratief rechtelijke
sanctie bij irreguliere gedetineerde migranten, na het uitzitten van
hun strafrechtelijke veroordeling in de gevangenis ! uitzetting naar
het land van herkomst, terugkeerverbod voor een bepaalde periode !
cf. het concept ‘crimmigratie’, dat verwijst naar een verstrengeling van
strafrechtelijke en administratiefrechtelijke maatregelen in geval van illegaliteit.
b)Gevangenis: (belangrijkste sanctie)
3. Vrijheidsbeperkende straffen
Hier worden bepaalde aspecten van de vrijheid aan banden gelegd. Voor de juridische
normen hieromtrent, zie de cursus Strafrecht en Strafvordering. Deze straffen
zijn ingevoerd in het kader van de individualisering van de straftoemeting en
worden door de rechters vaak beschouwd als ‘gunstmaatregelen’, zeker indien er
beperkingen zijn op het vlak van gerechtelijk verleden (probatiewet 1964). Dit leidt
ertoe dat slechts bepaalde groepen daders en misdrijven volgens hen in aanmerking
komen voor deze straffen en dat hun toepassing in de praktijk minder ruim is dan
de wet toelaat. Met de invoering van de werkstraf als autonome hoofdstraf in
2002 is het aspect ‘gunstmaatregel’ meer naar de achtergrond verdwenen.
Hoewel de geldboete de meest opgelegde straf is, stellen we vast dat de
gevangenisstraf voor de meeste rechters nog vaak de enige echte ‘straf’ is.
a) Opschorting van de uitspraak van de veroordeling: wet van 1964,
aangepast door de wet van 10 februari 1994:
- Misdrijf wordt vastgesteld, maximaal strafbaar met 2 jaar gevangenisstraf (1964)
- Schuld van de persoon staat vast;
- Betrokkene werd nog niet veroordeeld tot een hoofdgevangenisstraf van meer dan 1
maand (1964);
- Er wordt geen veroordeling uitgesproken; deze wordt tijdelijk opgeschort
- Een proefperiode wordt opgelegd tussen 1 en 5 jaar, persoon mag hierin niet
recidiveren; (voorwaarden)
- Bij succesvolle proefperiode: GEEN veroordeling, GEEN strafblad. Herroeping bij