Deel 1: Psychodynamische basiskennis
Hoofdstuk 1: Psychodynamiek in het denken van Freud
1.1 Inleiding
- Freud:
• patiënten de ruimte bieden vrijuit te spreken en hij luisterde
• psyche voorstellen als een krachtenspel tussen verlangens en normen
• zijn fundamentele inzichten zijn nog steeds actueel
1.2 De theorie van conflict en compromis bij Freud
• ik, es en opper-ik
• psyche bij gezonde mensen: het proces is volstrekt fundamenteel voor de
psychische huishouding van iedereen
• 'het pijnlijke affect motiveerde de afweer, de op voortzetting van deze
gedachten aandringende motieven warn niet te onderdrukken'
• conflict, verdringing en vervanging met gelijktijdige compromisvorming,
komt terug bij alle psychoneurotische symptomen
• ons geheugen is maar een subjectieve constructie
• bij droom en symptoom zien we een conflict tussen 2 tendensen, een
onbewuste wensvervulling en een waarschijnlijk tot het bewuste ik
behorende, afwijzende en verdringende tendens. De uitkomst van dit
conflict is dat een compromis wordt gevormd (de droom of symptoom)
• een symptoom is bijna nooit geïsoleerd, maar deel van een complex
geheel met een wordingsgeschiedenis
• de cultuur is gebouwd op de onderdrukking van driften. Het compromis
gaat niet vanzelf, kost kracht. Daarom is er altijd ook sprake van
onbehagen in de cultuur
1.3 Dualistische levensfilosofie
• 2 driftcategorieën die onderling op gespannen voet staan
◦ levensdrift en doodsdrift (agressie en destructiedrift)
1.4 Hedendaagse voorbeelden
• dromen en versprekingen
• iemand die zijn agressie moet onderdrukken, vindt soms een uitweg door
hulpverlener te worden
• menselijke gedragingen worden bijna nooit door één oorzaak verklaard
• compromis moeten vinden
◦ vb onbeheersbare driftaanvallen -> compromis van iemand met
opvliegend temperament dat botst met autoritaire, angstwekkende
ouder
1.5 Conclusie
• Freud is geen harmoniedenker, het hele leven ziet hij als een strijd.
Hoofdstuk 2: Freud en de eerste pioniers
2.1 Sigmund Freud
2.1.1 Hysterie
• interesse voor hysterie, hypnose en de therapeutische mogelijkheden
van suggestieve methoden
• Anna O: patiënte met raadselachtig hysterisch ziektebeeld, bij wie hij
, catharsis toepaste = ze kreeg de kans al haar gedachten en gevoelens
uit te spreken. Zo konden de hysterische symptomen verdwijnen
• de ontdekking van het onbewuste: het besef dat achter het manifeste
zielenleven van de P nog andere psychische krachten schuilgaan
• vrije associaties en droomanalyse
• duiding als therapeutische techniek
• belang van infantiele seksualiteit en het oedipuscomplex
• overdracht: iets wat later niet alleen een weerstand zal blijken, maar ook
een belangrijke toegang tot de innerlijke wereld van de P
• de visie dat de hysterische patiënte vooral lijdt aan reminiscenties, dat
wil zeggen pijnlijke herinneringen van tramuatische aard. Deze hebben
een pathogene invloed: als psychische klachten kunnen ze het
lichamelijk functioneren ingrijpend beïnvloeden. Deze traumatische
herinneringen verdwijnen niet spontaan maar blijven actieve en
onbewuste krachten die ziektegedrag motiveren
• een kracht die zich tegen de bewustmaking van deze pijnlijke
herinneringen verzet: de verdringing. Dit ingeklemde affect wordt
geconverteerd in een lichamelijk symptoom mbv een onbewuste stimulus
• wnn het ingeklemde affect afgereageerd kan worden, opent dit de
mogelijkheid tot genezing
2.1.2 Droom, lapsus en grap
• In de droom wordt een onbewute wens op een vervormde wijze als
bevredigd uitgebeeld
• angst is het resultaat van een gebrekkige verdringing, de psyche bestaat
uit 3 systemen (het bewuste, voorbewuste en onbewuste) en tussen het
onbewuste en voorbewuste is een afweerbarrière ingeschakeld
2.1.3 De lotgevallen van het libido
• Theorie van de seksuele drift:
◦ geslachtsdrift = libido
◦ een drift kenmerkt zich door een bron, een doel en een object
◦ twee groepen seksuele perversies: afwijkingen mbt het seksuele
object en mbt het seksuele doel
◦ de neurose is het negatief van de perversies
◦ biseksualiteit is een universeel gegeven in het onbewuste van beide
geslachten
◦ seksualiteit begint niet bij de puberteit maar al veel vroeger
(pregenitaal)
◦ verschillende fasen van de infantiele seksualiteit: oraal, anaal en
genitaal
◦ de geslachtsdrift van volwassenen ontstaat doordat pregenitale
impulsen uit het kinderleven tot een eenheid worden gebundeld onder
het primaat van de genitale zone
2.1.4 Ziektegeschiedenissen, techniek en metapsychologie
• Gezichtspunten van de metapsychologie: dynamische, topische,
economische, structurele, genetische en adaptieve
2.1.5 Narcisme, rouw en melancholie
• Rouw is een reactie op het verlies van een geliefde persoon of van een
voor deze in de plaats gekomen abstractie als vaderland, vrijheid, een
ideaal.
• Rouw is een tijdelijke toestand die na een tijd overwonnen wordt. Geen