Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Master Rechtsgeleerdheid Verdiepend Goederen- en Insolventierecht €2,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Master Rechtsgeleerdheid Verdiepend Goederen- en Insolventierecht

1 vérifier
 121 vues  10 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

Een samenvatting voor het vak Verdiepend Goederen- en Insolventierecht uit de master Rechtsgeleerdheid aan Tilburg Universiteit.

Aperçu 4 sur 47  pages

  • Non
  • Inconnu
  • 10 juillet 2022
  • 47
  • 2021/2022
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: markkanselaar • 5 mois de cela

avatar-seller
Samenvatting Verdiepend Goederen- en Insolventierecht

Herhaling Goederenrecht (Bachelor/Premaster)
Verbintenis: een verbintenis is een vermogensrechtelijke rechtsbetrekking tussen twee of
meer personen op grond waarvan de ene partij (schuldenaar) verplicht is tot een bepaalde
prestatie, waartoe de andere partij (schuldeiser) is gerechtigd.
Goederen: goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten (art. 3:1 BW).
Zaken: zaken zijn alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten (art. 3:2 BW).

Vermogensrechten: het begrip vermogen wordt in meerdere betekenissen gebruikt. Binnen
het privaatrecht valt onder het begrip vermogen iemands op geld waardeerbare rechten en
plichten. Vermogensrechten zijn rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander
recht, overdraagbaar zijn, of ertoe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te
verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk
voordeel (art. 3:6 BW). Vermogensrechten zijn bijvoorbeeld: rechten op naam, rechten uit
overeenkomsten en beperkte rechten.

Roerende zaken: als iets niet onroerend is, is het roerend (art. 3:3 lid 2 BW).
Onroerende zaken: zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond
verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn
verenigd. (art. 3:3 BW).
Duurzaam met de grond verenigd zie Portacabin arrest:
- Een gebouw kan duurzaam met de grond zijn verenigd doordat het naar aard en
inrichting bedoeld is duurzaam ter plaatse te blijven.
- Daarbij kan tevens worden gekeken naar de bedoeling van de bouwer, maar alleen
voor zover die naar buiten toe blijkt.
- De verkeersopvatting vormt geen zelfstandige maatstaf wanneer het gaat om de
vraag of een zaak roerend of onroerend is.

Registergoederen: registergoederen zijn goederen waarvoor voor overdracht of vestiging,
inschrijving in daartoe bestemde registers noodzakelijk is (art. 3:10 BW). Alle onroerende
zaken zijn registergoederen.

Bestanddelen (art. 3:4 BW):
- Invulling verkeersopvatting (art. 3:4 lid 1 BW):
o Denk hierbij aan het Dépex/Curatoren arrest (ook wel: Fabriekshalapparatuur)
Dit arrest geeft twee elementen. Allereerst de incompleetheid, is de hoofdzaak
incompleet zonder het bestanddeel. De tweede is of de constructie en de
productie op elkaar zijn afgestemd, de functie van het gebouw speelt hierbij
niet mee.
- Tevens geldt dat een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt dat zij
daarvan niet kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt
toegebracht aan een der zaken als bestanddeel van de hoofdzaak wordt aangemerkt
(art. 3:4 lid 2).

Inboedel: het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning
dienende roerende zaken, met uitzondering van boekerijen en verzamelingen van
voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard (art. 3:5 BW).

Vruchten:
- Natuurlijke vruchten zijn vruchten die volgens verkeersopvatting als vruchten van
andere zaken worden aangemerkt (art. 3:9 lid 1 BW);
- Burgerlijke vruchten zijn rechten die volgens verkeersopvattingen als vruchten van
goederen worden aangemerkt (art. 3:9 lid 2 BW) (bijvoorbeeld appel van een boom);

, - De afzonderlijke termijnen van lijfrente gelden als vruchten van het recht op de
lijfrente (art. 3:9 lid 3 BW) (bijvoorbeeld dividend uit aandeel of rente uit vordering);
- Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak door haar afscheiding, een
burgerlijke vrucht een zelfstandig recht door haar opeisbaar worden (art. 3:9 lid 4
BW).

Toekomstige goederen:
- Absoluut toekomstige goederen: dit zijn goederen die als zodanig nog in het geheel
niet bestaan. Een voorbeeld hiervan kan de fruitopbrengst uit een boomgaard zijn
van het volgende jaar, of de vordering tot betaling van nog niet vervallen
huurtermijnen.
- Relatief toekomstige goederen: bestaande goederen waarover men nog niet
beschikt, terwijl men wel verwacht de beschikking hierover te verkrijgen. Een
voorbeeld hiervan is wanneer een goed is gekocht, maar nog niet is overgedragen.

Afhankelijke recht: is een recht dat aan een ander recht zodanig verbonden is, dat het niet
zonder dat andere recht kan bestaan (art. 3:7 BW). Afhankelijke rechten volgen het recht
waaraan zij verbonden zijn (art. 3:82 BW). Voorbeeld hiervan zijn het pand- of
hypotheekrecht, welke afhankelijk zijn van een vordering. Een ander voorbeeld is recht van
erfdienstbaarheid, welke afhankelijk is van het eigendom op het heersende erf en dus niet
zelfstandig overdraagbaar is.

Beperkt recht: is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht (moederrecht),
hetwelk met het beperkte recht is bezwaard (art. 3:8 BW). Voorbeelden hiervan zijn:
- Erfpacht (art. 5:85 BW)
- Erfdienstbaarheid (art. 5:70 BW)
- Opstal (art. 5:101 BW)
- Vruchtgebruik (art. 3:201 BW)
- Pand- en hypotheekrecht (art. 3:227 BW)

Vorderingen op naam, aan order en aan toonder
Vorderingen geven relatieve rechten, maar zijn tevens vermogensbestanddelen die
goederenrechtelijk kunnen worden vervreemd en bezwaard.
- Vordering op naam: elke vordering die niet door middel van het opmaken van een
daartoe strekkend papier tot order- of toondervordering is gemaakt. De woorden op
naam geven enkel aan dat de crediteur op voorhand niet vervangbaar is gesteld. Een
vordering op naam is echter wel overdraagbaar (art. 3:94 BW). Voorbeelden zijn
terugbetaling van een geldlening of vordering tot schadevergoeding uit onrechtmatige
daad.
- Order- en toondervorderingen: op voorhand is vervangbaarstelling van de crediteur
wel de regel bij order- en toondervorderingen. Er is altijd een papier, welke naast
bewijs van het bestaan van de vordering, ook dient om de order- of toondervordering
te leveren aan de verkrijger. In beginsel worden toondervorderingen geleverd door
overhandiging van het papier (art. 3:93 BW).

Eigendom: het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben (art. 5:1
BW). De eigenaar van een zaak is ook eigenaar van alle bestanddelen (art. 5:3 BW)
(natrekking).
- Rechthebbende: als een goed van jou is ben je rechthebbende. Je mag het
gebruiken en kunt erover beschikken. De bezitter van een goed wordt vermoedt
rechthebbende te zijn (art. 3:119 lid 1 BW).
- Eigenaar: kan alleen van zaken, dus nooit eigenaar van een vermogensrecht, maar
wel rechthebbende. Je kunt wel in plaats van eigenaar het begrip rechthebbende
gebruiken, maar andersom dus niet altijd.

, - Zaaksgevolg: raakt de zaak uit de macht van de eigenaar dan raakt hij niet zijn
eigendom kwijt. De eigenaar kan de zaak opeisen van een ieder die de zaak zonder
recht onder zicht houdt, dit is revindicatie (art. 5:2 BW).

HR 12 januari 1968, NJ 1968, 274 (Teixeira de Mattos)
Dit arrest gaat over de stelplicht en bewijslast bij revindicatie van een roerend goed, namelijk
certificaten. Eisers brengen een aantal certificaten onder bij een bank. Aan de bank wordt
surseance van betaling verleend. Vervolgens willen de eisers hun certificaten terug. De
certificaten zijn bij de bank ondergebracht zonder nummers en zijn daardoor niet meer te
onderscheiden van de andere certificaten. In dit arrest is door de Hoge Raad erkend dat
eigendomsverkrijging buiten de door de wet erkende wijze van eigendomsverkrijging
mogelijk is; in dit geval vond eigendomsverkrijging plaats doordat het eigendom van de
goederen onder de feitelijke omstandigheden niet meer identificeerbaar was. De hoofdregel
uit dit arrest is, indien iemand zijn eigendomsrecht op een zaak uit een hoeveelheid
soortgelijke zaken erkend wil zien, hij precies en nauwkeurig moet kunnen aantonen welke
zaak aan hem toebehoort. De zaak moet te onderscheiden zijn van andere zaken en
voldoende identificeerbaar zijn.

Goederenrechtelijke posities
- Rechthebbende: meest omvattende recht, bij zaken eigendom.
- Bezitter: art. 3:107 BW: verschil in middellijk en onmiddellijk bezitter
o Onmiddellijk: wanneer iemand het goed bezit en dit zelf houdt (lid 1).
o Middellijk: iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem
houdt (lid 2)
- Houderschap: art. 3:108 BW: het houden van een goed voor zichzelf of voor een
ander. Hierbij is ook sprake van middellijk of onmiddellijk (art. 3:107 lid 4 BW). Dus
houdt iemand het goed voor zichzelf of voor een ander.
De houder wordt vermoedt bezitter te zijn: art. 3:109 BW.
De bezitter wordt vermoedt rechthebbende te zijn: art. 3:119 lid 1 BW.

Verkrijging en verlies van een goed (Titel 4 boek 3 BW)
Verkrijging: art. 3:80 BW: verkrijging is mogelijk onder algemene en bijzondere titel (lid 1). Lid
2 geeft alle mogelijkheden tot verkrijging onder algemene titel (er zijn er dus niet meer). Lid 3
geeft de mogelijkheden tot verkrijging onder bijzondere titel, maar let op hier staat ook in
overige, er zijn er dus meer dan in lid 3 genoemd.
- Verkrijging onder algemene titel: je verkrijgt alle goederen en schulden, of een
evenredig deel (bijvoorbeeld erfenis).
- Verkrijging onder bijzondere titel: je verkrijgt enkel een goed (nooit een schuld).

Verlies: art. 3:80 lid 4 BW: verlies is op verschillende manieren mogelijk, deze zijn te vinden
in de wet (bijvoorbeeld iets bij het afval zetten).

Bezitsverkrijging, bezit kan worden verkregen:
- Onder algemene titel.
- Inbezitneming: feitelijke macht gaan uitoefenen (bijvoorbeeld een dief)
- Bezitsoverdracht:
o Feitelijke overdracht: art. 3:114 BW
o Levering cp: art. 3:115 sub a BW
o Levering korte hand: art. 3:115 sub b BW
o Levering Lange hand: art. 3:115 sub c BW.

Overdracht van een goed: voor overdracht moet het goed overdraagbaar zijn (art. 3:83 BW).
Daarnaast moet zijn voldaan aan de eisen uit art. 3:84 BW: levering, geldige titel en
beschikkingsbevoegdheid.

, Beschikkingsbevoegdheid: bij beschikkingsbevoegdheid gaat het erom of de persoon
bevoegd is het goed over te dragen. In beginsel is dit de rechthebbende, maar bijvoorbeeld
bij een faillissement de curator (art. 23 FW). De beschikkingsbevoegdheid moet aanwezig
zijn op het moment van levering, dit hoeft dus nog niet bij de geldige titel.

Beschikkingsbevoegdheid bij faillissement
Art. 20 FW zegt dat vanaf de datum van faillissement (dus van 00:00 uur op die dag) het
gehele vermogen wat op dat moment in de boedel zat en tijdens het faillissement in de
boedel komt tot het vermogen behoort (hakbijl-fixatiebeginsel).
Er zijn wel een aantal uitzonderingen, deze staan in art. 21 FW.
De failliet wordt niet handelingsonbekwaam, maar beheers- en beschikkingsonbevoegd (art.
23 FW). Dit kan er dus voor zorgen dat niet voldaan wordt aan de vereisten voor overdracht,
art. 3:84 lid 1 BW, namelijk de beschikkingsbevoegdheid.
Een levering kan niet meer rechtsgeldig geschieden (art. 35 FW), dit geldt voor alle
handelingen dus ook voor de vestigingshandelingen van beperkte rechten.
Art. 26 FW zegt dat rechtsvorderingen die voldoening van een verbintenis uit de boedel ten
doel hebben, gedurende het faillissement ook tegen de gefailleerde op geen andere dan art.
110 FW bepaalde wijze kunnen worden ingesteld. Voornoemde betekent dat de vordering bij
de curator moet worden ingediend. Meer over faillissement verder in de samenvatting

Geldige titel: is de rechtsverhouding die ten grondslag licht aan de overdracht. Let op
wanneer sprake is van een koopovereenkomst is niet de koopovereenkomst de geldige titel,
maar de verplichting tot overdracht uit de koopovereenkomst kan de geldige titel zijn. Er mag
geen sprake zijn van een titelgebrek (art. 3:32 en/of 3:40 BW). Als een titel nietig is, moet
deze nietigheid nog wel worden ingeroepen. Als dat niet gebeurt dan is de overdracht geldig.
Wordt het wel ingeroepen, dan is er terugwerkende kracht en is er dus nooit een geldige
overdracht geweest.

De levering van registergoederen is geregeld in art. 3:89 BW, hiervoor is een notariële akte
nodig die wordt ingeschreven in de openbare registers. Pas bij inschrijving is er dus sprake
van levering.
De levering van roerende zaken (geen registergoederen) geschiedt in principe door de
verkrijger het bezit te verschaffen van de zaak (art. 3:90 BW). Bezitsverschaffing kan op de
volgende manieren:
- Feitelijke overdracht: art. 3:114 BW
- Levering cp: art. 3:115 sub a BW
- Levering korte hand: art. 3:115 sub b BW
- Levering Lange hand: art. 3:115 sub c BW.

Betaling is in principe geen voorwaarde voor een geldige overdracht. Wel kan er sprake zijn
van eigendomsvoorbehoud (art. 3:92 BW). In het geval dat er een eigendomsvoorbehoud is
afgesproken geschiedt de levering door de machtsverschaffing in plaats van de
bezitsverschaffing (art. 3:91 en 3:92 BW). Bij een eigendomsvoorbehoud is sprake van een
voorwaardelijk eigendom. De een (koper) wordt eigenaar onder opschortende voorwaarde
en de ander (verkoper) is eigenaar onder ontbindende voorwaarde.

HR 29 juni 1979, NJ 1980, 133 (Hoogovens/Matex)
Indien goederen onder eigendomsvoorbehoud worden geleverd en deze vervolgens worden
doorverkocht, rust er op de derde verkrijger geen informatieplicht naar de beperking van de
beschikkingsbevoegdheid van de doorverkoper, indien er geen feiten zijn die daartoe
aanleiding geven. De derde verkrijger mag er dan vanuit gaan dat de doorverkoper
beschikkingsbevoegd is.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur wesleyve. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €2,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67096 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€2,99  10x  vendu
  • (1)
  Ajouter