Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting (P1) Inleiding Recht €7,99   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting (P1) Inleiding Recht

1 vérifier
 14 vues  3 fois vendu
  • Cours
  • Établissement

De volgende onderwerpen komen in de samenvatting aan bod: Wetten te onderscheiden, Rechtsbronnen, Interpretatie van de Wet, Macht van de Staat, Noteren van wetsartikelen, Wetsartikelen ontleden, verschil overtreding en misdrijven, Rechtelijke macht, Grondrechten tot slot Wet in formele-materiële z...

[Montrer plus]

Aperçu 2 sur 7  pages

  • 11 juillet 2022
  • 7
  • 2020/2021
  • Resume

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: jorispijper • 1 année de cela

reply-writer-avatar

Par: ninajansen14 • 1 année de cela

Traduit par Google

Réponse supprimé par l'utilisateur

avatar-seller
Recht Tentamenstof
Bij recht kun je denken aan alle regels en normen die we nodig hebben om de samenleving
te kunnen handhaven.
Regels kunnen gelden in verschillende gemeenschappen (gebieden)

Regering = koning + één of meerdere ministers
Statengeneraal = 1e & 2e kamer
Recht = alle regels die door de overheid zijn vastgesteld en gehandhaafd kunnen worden
Handhaven = controleren & sancties opleggen
Doel van het Recht is samenleving rechtvaardig, vreedzaam, VEILIG en efficiënt laten verlopen.

Objectief recht = alle rechten en plichten in onze maatschappij
Rechtspersoon= bedrijf
Natuurlijke persoon= mens
AMvB = een besluit van de regering, waarin wettelijke regels worden uitgewerkt.
Algemeen bindend = de wet moet gelden voor een onbepaald aantal gevallen of personen
Eigenrichting = bij een geschil gelijk halen door zelf geweld te gebruiken
Delegatie = het overdragen van taken of bevoegdheden van een hoger orgaan naar een lager orgaan.

Wetten te onderscheiden
1. Bepaal de rol van de overheid
 Publiek recht = verhouding tussen overheid en burger of overheidsorganisaties
 Privaat recht = verhouding tussen burger en burger of bedrijven
2. Bepaal het onderwerp
 Staatsrecht = indeling staat
 Bestuursrecht = alles wat tussen overheid en burger gebeurt
 Strafrecht = sancties die opgelegd worden door de overheid, of het strafbaar feit zelf.
 Burgerlijkrecht = alles tussen burgers (of bedrijven) onderling
3. Materieel of formeel?
 Materieel recht = inhoudelijke regels waaraan iedereen zich moet houden elke dag, WAT? Verbod wat is
overtreden. Strafbaar feit + straf die erbij hoort
 Formeel recht = er is een strafbaar feit gepleegd, HOE verder? Procedure, alles wat er gebeurt om iemand
achter de tralies te krijgen. Rechten van rechters hoort bij formeel.…(rechts/burgerlijk)…..vordering is
formeel

Procesrecht = het proces na dat er een strafbaar feit gepleegd is. Dit hoort bij formeel recht.
Wanneer tweede kamer iets niet bestuursrechtelijk doet is het alsnog burgerlijk recht.

, Rechtsbronnen
Rechtsbronnen zijn bronnen waar wij de regels van de samenleving kunnen vinden. Wij hebben er 4.
1. Wet = regels die door overheid zijn opgesteld. Ook lokale regels horen hierbij
2. Jurisprudentie = uitspraken van rechters. Welke uitspraak heeft de rechter gedaan bij een specifieke situatie?
Wanneer dezelfde situatie voorvalt, moet hetzelfde gehandeld worden.
3. Internationale verdragen = internationale overeenkomst tussen 2 of meerdere landen
4. Gewoonte = de oudste rechtsbron, tegenwoordig schrijven we alles op in wetten en is dit minder aan de orde.
Het zijn gewoontes die regels zijn gaan vormen omdat:
 Er een vaste gedragslijn te vinden is = iedereen in een bepaalde groep handelt al een lange tijde op
eenzelfde manier
 Het voelt als een rechtsplicht = moreel verplicht voelen de regels te volgen
Niemand mag worden gestraft op basis van het gewoonterecht

Monistische opvatting = internationale verdragen zijn automatisch van kracht in een nationale rechtsorde.

Rangorde in wetten
1. Grondwet
2. Wetten in formele zin (door statengeneraal en regering vastgestelde wetten)
3. Algemene maatregelen van bestuur (door de regering vastgestelde wetten)
4. Ministeriele regelingen
5. Provinciale verordeningen
6. Gemeentelijke verordeningen


Een rechter moet uitspraak doen, ondanks dat er geen regel is voor een bepaalde situatie. De rechter zal in deze
situatie zelf een recht moeten vormen (rechtsvorming). Redeneervormen:
1. Analogie = wet die wordt gebruikt door de rechter om uitspraak te doen doordat er tussen die wet en de situatie
een overeenkomst is.
2. A-contrario-redenering = wanneer de situatie op de essentiële punten niet overeenkomt met een andere wet
gebruik je deze methode. Hierbij gebruikt de rechter een wet wat juist het tegenovergestelde is van de situatie.


Interpretatie
1. Grammaticale interpretatie = betekenis van het woord naar spraakgebruik bepalen
 Het woord ezel kan een dier mee bedoeld worden of een dwaas. Dit heeft voor het verhaal groot belang in de
uitspraak van een rechter.
2. Historische interpretatie = kan onderscheid gemaakt worden tussen twee vormen:
 Wetshistorische interpretatie = je kijkt naar wat de bedoeling van de wetsopsteller was
 Rechtshistorische interpretatie= wat is de reden geweest tot aanzetten van wetsvoorstel
De werkloosheidswet is ontstaan in de industriële revolutie.
3. Teleologische interpretatie = je kijkt naar waar de wet voor dient (telos = Grieks voor doel)
4. Anticiperende interpretatie = je houdt rekening met de wettelijke regel die er nog niet is
5. Systematische interpretatie = als je kijkt naar de plaats van de wet in ons systeem

Interpretatie = vaststellen wat de betekenis is van de wet die toegepast wordt op de situatie
Rechtsvinding = vinden van een recht in een concreet geval
Syllogisme = minor (een feit), major (rechtsregel) en een conclusie.
 Nina is 18 jaar
 Je bent minderjarig als je de leeftijd van 18 nog niet bereikt hebt
 Nina is niet minderjarig

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ninajansen14. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

78998 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€7,99  3x  vendu
  • (1)
  Ajouter