Psychodiagnostiek
Basisthema 1: Deel 1: Situering van psychodiagnostiek
1. Wat is psychodiagnostiek?
Basisassumpties:
Mensen hebben herkenbare psychologische trekken of eigenschappen die belangrijk zijn en waarin
mensen individueel verschillen:
→ deze trekken of eigenschappen:
- kunnen gekwantificeerd worden (continuüm → scoor je hoog of laag tov anderen?)
- zekere mate van stabiliteit (als het telkens zou veranderen, heeft meten geen zin)
- belangrijke link met effectief gedrag (trek moet gelinkt zijn aan effectief gedrag, anders
heeft meten geen zin)
Gangbare definities psychodiagnostiek
Definities niet kennen (!) → enkel belangrijke elementen in definities
“Systematisch beslissingsproces waarin verschillende theoretische en empirische onderzoekslijnen
samengebracht worden”
- Systematisch = niet op een random manier gegevens verzamelen maar volgens vaste
wetenschappelijke procedures
- Proces = het gaat niet enkel en alleen over het afnemen van een test maar je doorloopt
een heel proces met je client om informatie te verzamelen en uiteindelijk advies te
kunnen geven
- Link tussen theorie en empirie = empirie is gebaseerd op theorie (en omgekeerd)
“Individuele verschillen tussen mensen vaststellen om deze kennis toe te passen op het enkele
individu, de persoon ten dienste van zijn of haar belang in persoonlijk of maatschappelijk opzicht”
- Individuele verschillen = meten van psychologische verschillen tss mensen
- Persoonlijk of maatschappelijk = psychodiagnostiek wordt gevraagd door de persoon
zelf of door een ander persoon → de persoon/maatschappij heeft er baat bij
Opmerking: we kunnen ook aan psychodiagnostiek doen bij groepen
“Op wetenschappelijk verantwoorde wijze verzamelen van informatie omtrent de persoon en zijn
omgeving met het oog op het nemen van beslissingen”
- Systematisch proces (wetenschappelijk) = op een wetenschappelijk verantwoorde
manier voor de persoon en zijn omgeving
“Proces van hulp bieden aan personen met hun vragen en problemen (informatieverzameling,
begrijpen van de informatie, integreren van de informatie tot een oordeel en advies, interventie om
het probleem op te lossen)”
- Hulp bieden = één van de doelen van psychodiagnostiek is het helpen van mensen
Opmerking: er zijn nog andere doelen: persoonlijkheid of intelligentie beschrijven (inzicht
geven), dingen voorspellen, verklaringen vinden (waarom?) , …
1
,“Wetenschappelijke discipline die methoden ontwikkelt en toepast om relevante kenmerken van
personen, groepen, situaties, instituties en zelfs voorwerpen vast te stellen, die vervolgens in een
oordeel geïntegreerd moeten worden”
- Wetenschappelijke discipline = staat apart van andere disciplines in de psychologie
(staat afzonderlijk)
- Gaat niet alleen over onderzoeken van individu maar ook van groepen, organisaties, …
Psychodiagnostiek wordt in organisaties soms genoemd als een taak die psychologen moeten kunnen
→ bv.: volgens de European Federation of Psychologists' Associations - Board of Assessment
→ (assessment = psychodiagnostiek)
De psychologische test
Hoe verhoudt de psychologische test zich tov de psychodiagnostiek?
Psychodiagnostiek = brede term:
→ psychologische test neemt centrale plaats in maar dit is niet het enige dat
onder PD valt + het valt niet volledig samen met psychodiagnostiek!
→ wat nog in PD?: gesprekken/interviews om info te verzamelen,
observaties, intervisies (overleggen met collega’s), interventies uitproberen,
adviezen geven, …
Soms is het doel van de afname van een psychologische test het stellen van een diagnose
→ belangrijk: diagnose is maar een deeltje v/h proces + is één van de doelen van afname test
Definiëren van een psychologische test?
- niet zo makkelijk
- ‘test’ wordt op vele manieren gebruikt
- vaak circulair gedefinieerd (= het woord test opnieuw gebruiken in definitie)
→ Binnen gedragswetenschappen toch 6 centrale elementen:
- soort proces of materiaal dat
- informatie oplevert over
- een steekproef van
!
- een bepaald soort gedrag en cognitieve processen
- op systematische, gestandaardiseerde wijze
- resulterend in één of andere kwantifcatie
“A psychological test is the measurement of a sample of behavior obtained under standardized
conditions and that has established rules for scoring or interpreting this sample”
- Steekproef van gedrag = je kan nooit ALLES van 1 bepaald gedrag (bv. angst) kunnen meten
=> daarom moeten we een steekproef nemen (= deze steekproef moet juist zijn!)
- Gestandaardiseerde condities = meting gebeurt adhv eenzelfde standaardisatie (regels)
2
,Een psychologische test is “Een systematisch onderzoek van gedrag met behulp van speciaal
geselecteerde vragen of opgaven, met de bedoeling inzicht te krijgen in een psychologisch kenmerk
van de betrokkene in vergelijking met anderen”
- Systematisch
- Speciaal geselecteerde vragen = steekproef
- Inzicht krijgen = 1 v/d doelen, er zijn er nog!
- Resultaten interpreteren in vergelijking met anderen = positie op continuüm bepalen
2. Rol van diagnostiek in het werkveld
- Geestelijke gezondheidszorg → heel vaak getest! (zowel voor inzicht, behandelingen, …)
- Onderwijs → wiskundetesten, intelligentietesten, …
- Bedrijf (organisatie) → selectieproeven, persoonlijkheidstesten, assessment center
technieken
- Onderzoek → nieuwe testen worden hier ontwikkelt
- IN DE PRAKTIJK: vooral focus op meten van intelligentie en persoonlijkheid
Vaak: taak die vermeld wordt bij een psycholoog = psychodiagnostiek
3. Classificatie van psychologische testen
Er bestaan verschillende indelingen v/d psychologische testen, op basis van:
- de instructie en afname
- de aard van de testvragen
- het testgedrag
De instructie en afname
deze indelingen hebben elk voor- en nadelen
→ je kan niet zeggen ‘deze is beter dan deze’
Individuele tests vs groepstests
Individuele test
= een op een contact (proefleider en testpersoon)
- voordelen:
• diepgaander
• testpersoon kan je aanmoedigen en je kan uitleg geven als iets onduidelijk is
Groepstest
- voordelen:
• efficiënter (verschillende mensen in 1 keer)
• tijdbesparend
• kostenbesparend
Snelheidstests vs niveautests
Snelheidstest
- Items zijn heel makkelijk (worden steeds moeilijker) → men kijkt naar hoe snel je dit kan
- Peilt naar snelheid waarmee de onderzochte kan werken
- Maat = aantal opgaven dat onderzochte kan voltooien binnen bepaalde tijd
3
, Niveautest
- Prestatieniveau → hoe goed heeft iemand het gedaan
- Peilt naar het prestatieniveau dat de onderzochte behaalt (geen tijdsdruk)
- Maat = aantal correct opgeloste opgaven
De aard van de testvragen
Cultuurvrije tests vs niet-cultuurvrije tests
Cultuurvrije test
- = helemaal cultuurvrij → niet mogelijk
- Non-verbale testen (gebaren, pictogrammen, met blokken spelen, …)
(maar: cultuur blijft → bv. met blokken spelen gebeurt in bepaalde culturen meer)
- Bv.: Raven Progressive Matrices (= een voorbeeld dat relatief cultuurvrij is)
Directe tests vs indirecte tests
Directe test
- Bv.: directe vragenlijst
- Mensen weten wat je meet
Indirecte test
- Zoals: projectieve technieken (→ gaat over het onderbewuste van iemand, de
persoonlijkheid)
- Bv.: Rorschach vlekkentest
- Indirecte vragenlijsten → pijlen meestal naar gevoelige of controversiële thema’s
Bv.: op een indirecte manier naar eenzaamheid pijlen
Vrije antwoorden vs keuze antwoorden
Test met vrije antwoorden
- Persoon mag antwoorden wat hij wil
- = test waarbij de onderzochte zelf het antwoord moet bedenken en formuleren
- Open vragen en ongecodeerde vragen
- Voordeel: dingen duiken op die je niet verwacht maar die wel interessant/belangrijk zijn
Test met keuze-antwoorden
- Persoon moet kiezen tss antwoorden die al bepaald zijn
- = test waarbij de onderzochte verzocht wordt een keuze te maken uit vooraf door de
testconstructeur geformuleerde antwoordmogelijkheden
- Gesloten vragen en geprecodeerde vragen
- Voordeel: goed voor kwaliteit en betrouwbaarheid, je kan veel items aanbieden en ze snel
scoren
- Nadeel: je mist dingen die uniek zijn voor die persoon
Het testgedrag
2 soorten (= belangrijke indeling !!!):
- Test voor prestatieniveau:
• Er is duidelijk wat er verwacht wordt van de persoon
→ er is een duidelijke norm van wat ‘goed’ en ‘fout’ is
• Er wordt een maximale prestatie gevraagd v/d onderzochte persoon
4