Samenvatting les 1
Wat is theaterwetenschap?
- Terug naar de grondslag van theaterwetenschap (=fundamentele principes ervan)
- Minder algemeen dan theatergeschiedenis; bedoeling hier: theoretische bagage verruimen,
echt stamvak voor komende jaren
- Wat is theaterwetenschap? Vaag begrip?
Analytische kijk op theater
bredere tendensen, patronen kunnen herkennen (bv een tendens is hybridisering:
theater gaat zich steeds meer hybridiseren met andere kunstmedia als film, video,
dans, etc.)
maatschappelijke relevantie: controversiële thema’s en hoe ze vertaald worden
kunnen herkennen
afbakenen van wat theater is – TW zou moeten definiëren wat theater is?
Hoe voorstellingen vaak opgebouwd worden, gestructureerd worden (= bredere
tendens), theater analyseren van micro tot macro perspectief
ervaring van het publiek bestuderen? Bv. De structuur van de voorstelling heeft een
bepaald effect? De ervaring van de toeschouwer beschrijven, maar niet iets ‘dood
analyseren’ – dit is 1 van de risico’s van de theaterwetenschap (je vergeet het
macroperspectief, teveel micro) moeilijk: de ervaringsdimensie een plek geven
binnen analyse (subjectief vs. objectief) wat een voorstelling met ons doet bepaalt
ook de analyse die we zullen maken
historische evolutie van theater: ‘grondslagen’ we gaan sowieso historische context
nodig hebben en gebruiken, belangrijk om dingen in het juiste perspectief te zien,
onze eigen tijd is schatplichtig aan de geschiedenis – bv waarom veel kunstenaars
vandaag een retrospectieve blik ontwikkelen
vergelijken met theater in verschillende landen en culturen ( = interculturaliteit):
heel belangrijk gegeven binnen de performance studies (= onderzoekdomein dat een
belangrijke invloed heeft op de vernieuwing van de TW waarbij interculturaliteit een
centrale zaak is > °jaren 60: interesse voor rituelen bij inheemse volkeren als een
vorm van theater = antropologie + TW. Wij gaan PS ook zien maar focussen vooral op
Vlaams theater – toch ons ook afvragend ‘hoe Vlaams is dat eigenlijk?’)
tekst = theater? Theater o.b.v. narratieve tekst = teksttheater, wordt vaak als de
algemene vorm van theater gezien – maar TW gaat daar steeds verder van weg: TW
ontstaan uit literatuurwetenschap: analyseert teksten, maar TW emancipeert zich,
scheidt zich van LW in °jaren 10,20,30 en besluit dat het studieobject van TW ‘de
voorstelling’ is, want daar bevindt zich vernieuwing van de tekst, de afbakening van
de eigen identiteit van zowel de tekst op zich als TW als zelfstandig
onderzoekdomein (= genealogie: ontstaanssynthese)
Rens Bod – A New History of the Humanities
- Welke plek heeft TW binnen de humane wetenschappen?
“Since the nineteenth century the humanities have generally been defined as the disciplines that
investigate the expressions of the human mind. Such expressions include language, music, art,
literature, theatre, and poetry. Thus, philology, linguistics, musicology, art history, literary studies,
and theatre studies all belong to the realm of the humanities, unlike the study of nature, which
belongs to the domain of science (such as physics, astronomy, chemistry, and biology). Similarly, the
,study of humans in their social context is one of the social sciences (such as sociology, psychology,
anthropology, and economics). But these definitions are unsatisfactory.”
>> Humanities zijn de disciplines die de uitdrukkingen van het menselijke brein onderzoeken /
bestuderen uitdrukkingen die door de mens bedacht zijn (Daarnaast exacte wet: fysica,
natuurkunde… & Sociale wet: sociologie, psychologie = menselijk gedrag), maar deze definities zijn
“unsatisfactory” want zo zou je kunnen zeggen dat wiskunde ook de uitdrukkingen van het
menselijke brein bestudeert! Je moet humanities eerder definiëren o.b.v. de functies
FUNCTIES VAN DE HUMANE WETENSCHAPPEN (volgens Rens Bod)
“memory function”: keeping alive the works from the past and the present, often
through collections >> humane wet. probeert een herinneringsarbeid te verrichten, hoe
kunnen we dit in onze eigen tijd verbinden met verleden?, historische evolutie
“educational function”: teaching these works to new generations >> niet enkel
lesgeven, maar communicatief (bv sommige voorstellingen te moeilijk voor breder
publiek, dus iemand nodig die bruggen bouwt, het communiceren van de artistieke
praktijk - bv. journalisten, critici, wetenschappers)
“critical function”: interpreting these works for the public at large >> hangt samen met
educational: het woord critical maakt het verschil – niet enkel communiceren en
rapporteren, maar ook je eigen kritische visie ontwikkelen (ik vond het goed/slecht
omwille van…, of überhaupt voorbij goed/slecht-vraag: een slechte voorstelling kan ook
betekenisvol zijn. TW gebruikt de podiumkunsten om na te denken, ziet voorstellingen
als impulsen tot kritisch denken, als denkobject dat aanzet tot kritische reflectie op micro
(bv. 1 maker bestuderen) of macro (verhouding tot maatschappelijk niveau bestuderen)
“research function”: asking questions and posing hypotheses regarding humanistic
artefacts >> onderzoeksfunctie = belangrijk bij theater WETENSCHAP, omdat dat
onderzoek vraagt, wat betekent dat je je kritische reflectie over theater omzet in
hypotheses, onderzoeksvragen en argumenten (wat is een argument ontwikkelen?:
positie en communiceren van jouw argument, niet goed/slecht, maar het proberen
zoeken, formuleren van een antwoord op de onderzoeksvraag)
- GEMEENSCHAPPELIJKE GROND: “empirische dimensie”?: “the products of the humanities
have been created by people, but when the products manifest themselves in the form of
manuscripts, pieces of music, literary works, sculptures, grammar books, plays, poems, and
paintings, they are obviously just as open as other objects to empirical research and the
development of hypotheses. > Als je dan een gemeenschappelijke grond zou onderscheiden,
zou het best een empirische dimensie kunnen zijn (door empirische observatie en analyse
kan je de werkelijkheid doorgronden) maar hier gaat meer over het feit dat er een concreet
onderzoeksproject is >> wetenschappen die zich focussen op theater, literatuur, hoeven
eigenlijk niet onder te doen voor andere wetenschappen (legitimatiecrisis: waarom is het
belangrijk om aan TW te doen? Zeker nu na de pandemie - wij ontwikkelen geen vaccins –
het zijn ook wel degelijk onderzoekdisciplines, wij onderzoeken een voorstelling als object,
binnen het ecosysteem van de culturele sector en de maatschappij – bv. nu met pandemie,
wat het doet met een maatschappij om cultuurarm te zijn – zelfs een praktijk als theater kan
bijdragen tot existentiële kennisontwikkeling, bv wie wij als mens zijn)
Het “object” van de theaterwetenschap = “theater”?
- Empirische dimensie: wat is het object van de TW? >> Theater, maar wat is ‘theater’?
Vorm van opvoering en het proces dat daaraan vooraf gaat (creatie)
, Theater = ook het gebouw – heeft een impact op hoe voorstellingen getoond worden
Een vertolking, nabootsing, imitatie enerzijds (van de realiteit) maar anderzijds een actie
op een bepaalde plaats en moment waar een andere werkelijkheid wordt gecreëerd
>> mimesis (zeer geladen, ambigue term, maar in TW: nabootsen van menselijk gedrag,
emoties en van materiële werkelijkheid via decor) vs. poesis (focus op creëren van een
ander universum, gebruikt theatrale middelen: licht, decor, muziek, beweging…, om een
andere werkelijkheid te evoceren – bv. Romeo Castelucci, meester in dit aspect! Eigen
soort beeldtaal, niet noodzakelijk een afspiegeling van het leven, van mensen, etc.)
bedoeld als vermaak?
zender (artiest) – boodschap (opvoering) – ontvanger (toeschouwer)
hoe bakenen we theater af? Waar stopt theater en begint beeldende kunst bv?
- Vb. Courant 84: tijdschrift, uitgegeven door Kunstenpunt (voormalig VTi)
deed veel aan eigen documentatie, archiefwerking en ook reflectie op die documentatie:
tendensen binnen de hedendaagse podiumkunsten, veldschetsen obv cijfers (welke
tendensen zijn er binnen het Vlaamse kunstenveld? Bv. in jaren 90 begon die tendens
van hybridisering in gang te komen, en in 2007 was die al tot stand gekomen)
- Vb. Mette Edvardsen, Black (2011) https://vimeo.com/99672365
Zoekt het midden tussen theater, dans, performance…
doet aan nabootsing a.d.h.v. tekst, zet heel klassieke definitie van theater neer maar
zodanig essentieel (mime, spraak, beweging) dat ze erin slaagt om die definitie ook te
vernieuwen, uit te dagen en van mimesis naar poësis te gaan
Ze denkt na over 2 fundamentele paradigma’s binnen theater (poësis en mimesis) en
creëert een nieuwe – ze speelt met theatertheorie en geschiedenis, maar niet alle
toeschouwers zullen die boodschap oppikken zonder voorkennis (educational function
nodig)
Wordt als choreografe beschouwd, maar is dit hedendaagse dans? > is sowieso al erg
schatplichtig aan conceptuele kunst, waarbij het idee vooraan staat: Mette is hier een
uitloper van, want wat ze doet is een denkobject maken (ipv te dansen maakt ze via
beweging en taal een denkobject)
Wat ontbreekt? Een verhaal, narratief? Te veel herhaling? Functie van die herhaling?
Waarom vervreemding door geen decors, kostuums – omdat het puur conceptueel is?
aandacht trekken naar het idee (platonische)?
Wat verwachten we als we naar theater gaan? Is er altijd een verwachtingspatroon?
Verwachten we een verhaal? Diepgang? Entertainment? Plezier of aan het denken gezet
worden d.m.v. verveling? Dit is een vervelende voorstelling, maar waarom? Heb ik
verkeerde verwachtingen, moet ik meer verbeelding gebruiken of is dat teveel gevraagd
van haar kant? Waarom die herhaling? Om de taal betekenisloos te maken? Om de
toeschouwer te irriteren of hypnotiseren? Een versie van een tragische vrouw die
obsessief die handelingen opvoert, en dat tragische komt over (kan bv. ook in monoloog
waarin ze vertelt wat voor tragisch persoon ze is, maar dat is positief vermakend voor de
kijker en dus blijft het minder hangen – door die irritatie komt de tragiek sensitief over
op de toeschouwer ipv cognitief)
- Kris Verdonck / A Two Dogs Company: I/II/III/IV (2007), Actor #1 (2010), Act – A Beckett
Evening (2020) >> (De website van A Two Dogs Company bevat videomateriaal bij alle
voorstellingen. Bekijk het hier: https://www.atwodogscompany.org/en /projects/)
maakt zowel dans- als teksttheater, heeft heel eigen beeldtaal, soms radicaal
, Actor 1: drilboormachine gaat op en neer: Hoe interpreteren? hoe wordt hier dat
communicatiemodel ingevuld? (zender, boodschap, ontvanger)
- Als we zien dat er een tendens van hybridisering tussen 90-2008 is (Courant), dan is dat niet
de eerste keer, er zullen tal van historische voorlopers zijn, bv. de futuristen
- Die hybridisering is al begonnen in de jaren 20, de wortels in de A-G
“We Futurists are profoundly disgusted with the contemporary stage because it stupidly fluctuates
between historic reconstruction (pastiche or plagiarism) and a minute, wearying, photographic
reproduction of actuality. We delight in frequenting the music-hall or variety theatre, smoking
concert, circus, cabaret, and night club, which offer to-day the only theatrical entertainment worthy
of the true Futurist spirit.” (Marinetti: In Praise of the Variety Theatre, 1913)
- pleidooi om te zoeken naar nieuwe podiumkunsten door tal van kunstvormen te combineren
- Tegen theater dat alleen maar nabootst, standaard mimesis >< tegenover elke vorm van
populaire cultuur: variété, music hall, cabaret
“Futurism exalts the variety theatre because, born as it were with us, it fortunately has no
tradition, no masters, no dogmas, and subsists on the moment. The variety theatre is absolutely
practical because it aims at entertaining and amusing the public by performances either comic or
startling to the imagination. The authors, actors, and mechanics of the variety theatre exist and
conquer their difficulties only for one purpose, that of everlastingly startling by new inventions. Hence
the absolute impossibility of stagnation or repetition, the desperate emulation of brain and muscle
to beat all previous records in agility, speed, strength, complexity, and grace.” (Gran Serata Futurista
1909-1930 (A Futurist Grand Soirée 1909-1930), 1980)
- Theater doen heropleven door hybridisering, typevoorbeeld = futuristische serata:
performance avonden, interdisciplinaire (dans, muziek, film, poëzie, etc.)
- Marinetti maakt van vernieuwing een norm, dus wat betekent dat? Dat kunst altijd
vernieuwend moet zijn – maar hoe? Elke kunstenaar is beïnvloed door anderen,
veranderingen gebeuren gradueel? Of plots, eenmalig in het hoofd van een kunstenaar?
- Als een voorstelling goed en aangenaam is, is ze dan vernieuwend? Of omgekeerd?
Theater in het dagelijkse leven
- Vraag ‘wat is theater?’ afbakenen is moeilijk: niet beperkt tot de kunstensector als zodanig (=
macro)
- Krantenkoppen met theatertermen: bv. ‘Het doek valt over de Old Embassy’
John McKenzie, Perform or Else: From Discipline to Performance (2001) “Herbert
Marcuse ... argued as early as 1955 that postindustrial societies were ruled by what he
called ‘the performance principle,’ a historical reality principle founded on economic
alienation and repressive desublimation. Yet around the same time, researchers in the
humanities and social sciences were beginning to use a theatrical concept of
performance to understand social rituals and everyday interactions, and this
performance concept would later be applied to political demonstrations and
experimental art happenings. Today, as we navigate the crack of millennia, work, play,
sex, and even resistance— it’s all performance to us.”
>> wat betekent ‘performance’ in die context en wat kunnen TW en PS bijdragen aan de
manier waarop het buiten die context wordt gebruikt (brug micro–macro: kunstensector-
arbeidsmarkt, maatschappij), bv. voorstelling over ‘performing’ ivm de bedrijfswereld