Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Ontwikkelingspsychologie II, ISBN: 9789043014038 Ontwikkelingspsychologie (PBB) €8,19   Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Ontwikkelingspsychologie II, ISBN: 9789043014038 Ontwikkelingspsychologie (PBB)

 14 vues  0 fois vendu
  • Cours
  • Établissement
  • Book

In deze samenvatting zijn hoofdstuk 1 t/m 13 van het boek 'ontwikkelingspsychologie' van Feldman opgenomen. Door het leren van deze samenvatting kan er gemakkelijk een voldoende gehaald worden op het tentamen aan de Open Universiteit.

Aperçu 4 sur 94  pages

  • Non
  • Hoofdstuk 1 t/m 13
  • 21 juillet 2022
  • 94
  • 2021/2022
  • Resume
avatar-seller
Samenvatting ontwikkelingspsychologie – hoofdstuk 1

Ontwikkelingspsychologen kijken op allerlei manieren naar hoe de biologische erfenis van onze
ouders en de omgeving waarin we leven ons gedrag beïnvloeden. Ze zijn geïnteresseerd in de groei
en de veranderingen die een kind in zijn jeugd en adolescentie doormaakt.

1.1 Een oriëntatie op de ontwikkelingspsychologie
Ontwikkelingspsychologie  wetenschappelijke studie naar groei, verandering en stabiliteit van
mensen, van conceptie tot ouderdom, maar met een accent op de jaren tot volwassenheid.
Het bestuderen van groei, verandering en stabiliteit kent in de ontwikkelingspsychologie een
wetenschappelijke benadering.

Ontwikkelingspsychologie richt zich op de menselijke ontwikkeling. Sommige
ontwikkelingspsychologen proberen de universele (algemeen geldende) ontwikkelingsprincipes te
doorgronden, terwijl andere specifieker kijken. Zij houden zich niet alleen bezig met de manier
waarop mensen tijdens hun leven groeien en veranderen, maar ook met stabiliteit in het leven van
kinderen, adolescenten en volwassenen.

1.1.1 De reikwijdte van het vakgebied
Theoretische gebieden binnen de ontwikkelingspsychologie:
- Fysieke ontwikkeling  ontwikkeling die betrekking heeft op de fysieke opbouw van het
lichaam, zoals de hersenen, het zenuwstelsel, de spieren, de zintuigen en de behoefte aan
eten, drinken en slaap. (bijv. Wat zijn de voordelen van borstvoeding?)
- Cognitieve ontwikkeling  ontwikkeling die betrekking heeft op intellectuele vermogens,
zoals denken, leren, geheugen en probleemoplossing. (bijv. Wat zijn de effecten van tv-
kijken?)
- Sociaal-emotionele ontwikkeling  ontwikkeling die betrekking heeft op sociale relaties,
interacties met anderen en het omgaan met emoties. (bijv. Reageren pasgeborenen anders
op hun moeder dan op andere mensen?)
- Persoonlijkheidsontwikkeling  ontwikkeling van duurzame gedragingen en (karakter)-
eigenschappen die de ene persoon van de andere onderscheiden. (bijv. Heeft een kleur een
besef van goed en fout?)

Leeftijdsgroepen en individuele verschillen
Ontwikkelingspsychologen specialiseren zich niet alleen vaak in een thematisch gebied, tegelijkertijd
kijken ze meestal ook naar specifieke leeftijdsgroepen, namelijk:
- Prenatale geboorte (van conceptie tot geboorte)
- Babytijd (van geboorte tot twee jaar)
- Peuter- en kleutertijd (van twee tot zes jaar)
- Schooltijd (van zes tot twaalf jaar)
- Adolescentie (van twaalf tot twintig jaar)
Deze globale leeftijdsgroepen of perioden zijn sociale constructies, veelal gebaseerd op westers
onderzoek. Sociale constructie  een idee over de realiteit dat weliswaar breed geaccepteerd is,
maar afhangt van de maatschappij en de cultuur op een bepaald moment.

,Sommige ontwikkelingsspecialisten hanteren meer specifieke ontwikkelingsperioden, zoals de
puberteit of de prepuberteit  periode voorafgaand aan de puberteit, waarin al hormonale
veranderingen in het lichaam optreden, maar deze nog niet van buitenaf zichtbaar zijn.

Opkomende volwassenheid  loopt van de late tienerjaren tot midden twintig. Tijdens deze fasen
zijn mensen niet langer adolescenten, maar hebben ze evenmin de verantwoordelijkheden van de
volwassenheid volledig op zich genomen. Ze proberen nog verschillende identiteiten uit en zijn bezig
met zelfverkenning.

De tijdstippen waarop gebeurtenissen zich in het leven van mensen voltrekken, kunnen aanzienlijk
variëren. Dat heeft deels een biologische oorzaak, maar ook omgevingsfactoren spelen daarin een
rol. Als ontwikkelingspsychologen het over leeftijdsgroepen hebben, is het essentieel om te beseffen
dat het vaak gaat over (westerse) gemiddelden: het moment waarop kinderen gemiddeld genomen
bepaalde mijlpalen bereiken.

1.1.2 Invloeden op de ontwikkeling: ontwikkelen in een sociale wereld
Cohort  een groep mensen die rond dezelfde tijd op dezelfde plek geboren zijn.
Naast de cohort zijn er nog andere factoren of gebeurtenissen die de ontwikkeling mede bepalen, te
onderscheiden in:
1. Normatieve gebeurtenissen  gebeurtenissen die zich voor de meeste individuen binnen
een groep op dezelfde manier voltrekken. Deze kunnen historisch, leeftijdsgebonden of
sociaal-cultureel bepaald zijn.
- Historisch bepaalde invloeden: omgevingsinvloeden en biologische invloeden die verbonden
zijn aan een specifiek historisch moment (bijv. vuurwerkramp).
- Leeftijdsgebonden invloeden: biologische invloeden en omgevingsinvloeden die gelijk zijn
voor mensen in een bepaalde leeftijdsgroep, ongeacht waar of wanneer ze opgroeien (bijv.
bereiken van de puberteit).
- Sociaal culturele invloeden  etnische afkomst, sociale klasse en lidmaatschap van een
subcultuur.
2. Niet-normatieve gebeurtenissen  specifieke gebeurtenissen die plaatsvinden in het leven
van een bepaald persoon, terwijl de meeste ander mensen hier niet mee te maken krijgen
(bijv. dood ouders op jonge leeftijd). Kinderen kunnen ook zelf bijdragen aan de
totstandkoming van niet-normatieve gebeurtenissen.

1.2 Kinderen: verleden, heden en toekomst
1.2.3 Vraagstukken bij thema’s van de ontwikkelingspsychologie
Een aantal centrale vraagstukken over de ontwikkeling van kinderen domineert tegenwoordig het
vakgebied van de ontwikkelingspsychologie:

Continue verandering vs. discontinue verandering  een belangrijke kwestie is de vraag of
ontwikkeling zich op een continue of discontinue manier voltrekt.
Continue verandering  geleidelijke kwantitatieve ontwikkeling, waarbij prestaties op een bepaald
niveau voortvloeien uit die op de vorige niveaus. Kinderen ontwikkelen steeds meer van hetzelfde.
De veranderingen of kenmerken veranderen dus niet in aard, maar in omvang.

,Discontinue verandering  ontwikkeling die in aparte stappen of stadia plaatsvindt, en waarbij elk
stadium gedrag oplevert dat kwalitatief anders is dan gedrag in eerdere stadia. Dit kan abrupt of met
sprongetjes voorlopen (bijv. niet meer in bed plassen).

Kritieke en gevoelige perioden: de invloed van de omgeving
Kritieke periode  een specifiek tijdsspanne in de ontwikkeling waarin een bepaalde gebeurtenis de
grootste – en zelfs onomkeerbare – gevolgen heeft. Dit komt voor wanneer de aanwezigheid van
bepaalde omgevingsstimuli noodzakelijk is voor een normale ontwikkeling, of wanneer blootstelling
aan bepaalde stimuli abnormale ontwikkeling tot gevolg heeft. Stimuli  prikkels, oftewel
veranderingen in de uitwendige of inwendige omgeving waarop een organisme reageert.
Plasticiteit  de mate waarin een zich ontwikkelend gedragspatroon of fysieke structuur
veranderbaar is. Kinderen kunnen latere ervaringen gebruiken om eerdere achterstanden in te halen.
Gevoelige periode  een afgebakende tijdspanne, meestal vroeg in het leven, waarin mensen extra
gevoelig zijn voor bepaalde omgevingsinvloeden en sterk ontvankelijk zijn voor het leren van
specifieke vaardigheden.

Het verschil tussen de concepten ‘kritieke periode’ en ‘gevoelige periode’ is belangrijk. Bij kritieke
perioden wordt aangenomen dat het permanente en onomkeerbare gevolgen heeft wanneer een
zich ontwikkelend individu bepaalde invloeden mist. Terwijl bij gevoelige perioden het ontbreken van
bepaalde omgevingsinvloeden de ontwikkeling kan verstoren, maar latere ervaringen deze tekorten
weer kunnen opheffen.

Levensloopmodel vs. focus op specifieke perioden
Levensloopmodel  moderne theorieën leggen de nadruk op doorgaande groei en verandering in
de loop van het leven en op verbanden tussen verschillende periode.
Focus op specifieke perioden  vroege ontwikkelingspsychologen zien de kindertijd en de
adolescentie nadrukkelijk als de belangrijkste perioden.
De ontwikkeling van baby’s vloeit dus gedeeltelijk voort uit de ontwikkeling van volwassenen.

De relatieve invloed van nature en nurture op de ontwikkeling
Nature – nurturedebat  de discussie over de oorsprong van ons gedrag en onze eigenschappen; in
hoeverre komen deze voort uit onze aanleg en in hoeverre uit onze opvoeding en leefomgeving?
Nature  eigenschappen, vermogens en capaciteiten die mensen van hun ouders erven.
Maturatie  het proces van het zich geleidelijk ontvouwen van voorbestemde genetische
informatie. De genetische, geërfde invloeden zijn aan het werk terwijl we ons ontwikkelen van een
eencellig organisme op het moment van conceptie tot de biljoenen cellen die een volgroeid mens
vormen (bijv. blauwe ogen).
Nurture  verwijst naar omgevingsinvloeden die ons gedrag bepalen. Sommige van die invloeden
zijn biologisch, zoals de invloed van drank- en drugsgebruik van een zwangere vrouw op haar
ongeboren kind of de hoeveelheid en het soort voedsel dat een kind krijgt. Andere
omgevingsinvloeden zijn sociaal van aard, zoals de manier waarop ouders hun kinderen opvoeden.
Tot slot zijn er ook maatschappelijke invloeden, zoals de sociaaleconomische omstandigheden waarin
mensen zich bevinden.

, Gevolgen voor opvoeding en sociaal beleid
De interactie tussen genetische factoren en omgevingsfactoren is complex. Dit heeft gedeeltelijk te
maken met het feit dat sommige genetisch bepaalde eigenschappen niet alleen een directe invloed
hebben op het gedrag van kinderen, maar indirect bijdragen aan de vorming van hun omgeving (bijv.
huilbaby). We zijn door onze genetische achtergrond geneigd tot bepaald gedrag, maar we vertonen
dat gedrag niet perse zonder een passende omgeving.
Tegenwoordig wordt aangenomen dat gedrag een biopsychosociale verklaring nodig heeft, waarbij
de verschillende biologische, psychische en sociale factoren elkaar wederzijds beïnvloeden.

1.2.4 De toekomst van ontwikkelingspsychologie
- Terwijl onderzoekers nieuwe studies naar ontwikkeling blijven uitvoeren, zal het vakgebied
steeds meer specialiseren en zullen nieuwe onderzoeksgebieden en perspectieven ontstaan.
- Ontwikkelingspsychologen zullen hun werk binnen het biologische, cognitieve en sociale
domein steeds meer aan elkaar linken, en de grenzen tussen verschillende sub disciplines
zullen vervagen. De epigenetica is hierbij een belangrijke opkomende onderzoekstak, die de
effecten bestudeert van omgevingsinvloeden en ervaringen op de uiting van onze genen.
- De groeiende etnische, taalkundige en culturele diversiteit van de bevolking zal leiden tot
meer aandacht voor diversiteitsvraagstukken.

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur ivt. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,19. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

83750 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€8,19
  • (0)
  Ajouter