Emanuelle Dilles
2021-2022
Boek, ppt & notities
DEEL 1: INLEIDING IN DE
PSYCHOLOGIE
1. INLEIDING
1.1 WAT IS PSYCHOLOGIE?
Psychologie is de wetenschap
• Waarbij het gedrag w bestudeerd
• Waarbij gedrag gebruikt wordt
• Om de interne processen (leren, redeneren, emoties,..) te begrijpen die aan de basis liggen van
gedrag
+ definities van andere wetenschappen!
Voorbeeld: Hoeveel keer komt een individu in een gevecht terecht?
Zijn er omstandigheden (genetisch?, sociaal?, individuele geschiedenis?) die dit beïnvloeden wrdr
we mogelijk iets meer te weten kunnen komen over mogelijke interne processen die meespelen?
Dit wordt dan op een wetenschappelijke manier bestudeerd
• Systematische observaties
• Openbaar maken
• Toetsbare theorieën
Kritiek tegen psychologie:
• ‘soft science’
• Teveel en te verschieden theorieën
• Iedereen psycholoog?
• Afzonderlijk van medische wetenschap aangeboden (wnr medische hulp niet meer baat, bij moeilijke
patiënten etc)
1.2 VOORLOPERS VAN DE PSYCHOLOGIE
Filosofen in de oudheid dachten na over psychologie, bv geheugen → intuïtieve (niet-wet) manier
• Plato: Tabula rasa = geheugen als ongeschreven blad, waarbij herinneringen en opslag doorheen het
leven komt
• Socrates: Vogelkooi = een ruimte waarin vogels rondfladderen, soms kan je er eentje grijpen
(herinnering ophalen), soms niet
1.2 ONTWIKKELINGEN DIE DE PSYCHOLOGIE MOGELIJK MAAKTEN
1.2.1 TOENEMEND BELANG VAN (EXACTE) WETENSCHAP IN DE MAATSCHAPPIJ
Centrale rol Kerk in de middeleeuwen
• Na de val vh Romeinse rijk was de Katholieke kerk de enige instantie die onderwijs stimuleerde
Gevolg: geloofswaarden primair; alle kennis kwam van God
Duurde tot de reformatie in 16e eeuw (wetenschappelijke revolutie)
, Emanuelle Dilles
2021-2022
Boek, ppt & notities
Copernicus: Geocentrisme naar Heliocentrisme
• Mensen (en Aarde) niet langer het middelpunt → individueel denk- en wereldbeeld vervalt
• Mensen ook onderworpen aan natuurwetten en kan (mag) het voorwerp van studie zijn
• Later ook Galilei en Newton
Wetenschappen en techniek kenden een enorme groei vanaf de 18e eeuw → methodes hebben een
belangrijke bijdrage geleverd aan de psychologie
1.2.2 ONTWIKKELINGEN IN DE FILOSOFIE
Plato & Katholieke Kerk: dualisme = lichaam en geest zijn gescheiden
Descartes:
• Rationalisme = de waarheid kan afgeleid worden via de rede, door na te denken →
observatie is niet nodig
• Nativisme = sommige kennis is aangeboren
• Dualistisch interactionisme = geest & lichaam interageren (hypofyse) → lichaam niet louter
‘slaaf’ van geest
• Menselijk lichaam = ‘machine’, kan wetenschappelijk bestudeerd worden
Hobbes, verspreid door Locke: Empirisme = tegen rationalisme → observatie is noodzakelijk
• Geest komt tot stand via sensorische processen en is niet aangeboren → cfr tabula rasa
• Ook de geest kan bestudeerd worden
• Belangrijk principe = associationisme = mensen komen tot kennis & leren omdat dingen met
de werkelijkheid geassocieerd zijn → als 2 dingen tegelijk ervaren worden (hond en beet, friet en
mayo, dokter en verpleegster)
• Lichaam en geest zijn te bestuderen dingen → machines en volgen de natuurwetten
1.2.3 DARWIN EN DE EVOLUTIETHEORIE
Evolutietheorie = mens is afkomstig uit vroegere levensvormen
• Belang van toevallige omstandigheden
• Genetische variatie en natuurlijke selectie
• Soorten die zich best aanpassen hebben meer succes (survival of the fittest)
Belangrijk voor psychologie: mens ontstaan uit dieren → dieren kunnen iets leren over mens + mens
onderhevig aan natuurwetten
• Start van comparatieve psychologie: gedrag van dieren én mensen gebruiken als studieobject
• ‘Moderne’ wetenschapper: systematische observatie, zorgvuldige documentatie & hypotheses
1.3 DE EERSTE SCHOLEN VAN DE PSYCHOLOGIE
1.3.1 WUNDT EN HET STRUCURALISME
Wundt → eerste psychologisch laboratorium → onderzoek naar de elementen van het bewustzijn: elk
complex proces kan gereduceerd wrdn tot een combi van elementaire componenten
, Emanuelle Dilles
2021-2022
Boek, ppt & notities
3 basisvragen van het structuralisme:
• Wat zijn basiselementen? → wat zijn de structuren
• Hoe worden ze gecombineerd?
• Wanneer worden ze gecombineerd?
Methode = analytische introspectie = vooral zichzelf observeren → maar erg subjectief & niet precies
Kritiek = weinig praktisch (tijdrovend) & onbetrouwbaar → verdween naar de achtergrond vanaf 1920
1.3.2 BINET EN TOEGEPASTE PSYCHOLOGIE
• Intelligentietest – doel: hebben kinderen extra onderwijs nodig?
• Oorspronkelijk: schedelafmetingen, eenvoudige waarnemingsproeven → geen succes, niet predictief
naar schoolresultaten
• Later: gedicht instuderen en opnieuw opschrijven → meer voorspellende waarde (obv die testen
ontwikkeling van intelligentietesten)
Onderzoek van Binet = toegepast onderzoek, oplossingen zoeken voor een praktisch probleem ↔
fundamenteel onderzoek, een fenomeen begrijpen en een theorie ontwerpen
1.3.3 FREUD EN HET ONBEWUSTE
= Psychoanalyse → gedrag en bewustzijn zijn slechts oppervlakkige fenomenen, onbewuste is veel belangrijker
Psychologische problemen in volwassenheid gaan terug op problematische ervaringen die verdrongen
zijn → onbewuste onderzoeken door analyse van ‘vergissingen’, droomduiding, vrije associatie
Kritiek: vaag + onsystematische gegevensverzameling, niet representatief of toetsbaar
1.3.4 FUNTIONALISME
Verlengde van het structuralisme
= Hoe functioneert iets? → vooral toegepast op onderwijs & bevordering productie → interesse in individuele
verschillen
William James: nadruk meer op gedrag, ook nog introspectie
• Verruiming van studiepopulaties: mentaal gehandicapten, dieren
• Succes psychologie zal afhangen van de mate waarin het oplossingen biedt aan praktische problemen
1.3.5 BEHAVIORISME
= sterk beïnvloed door evolutieleer → vooral (aangepast) gedrag is van belang → gedrag is direct
observeerbaar
• Hoe past één individu zich aan aan veranderende omstandigheden? Hoe leren mensen?
• Enkel gedrag bestuderen, want dat is het enige objectieve
• Ontkennen geest niet, maar is niet bestudeerbaar
• Reactie op het structuralisme: introspectie ↔ behaviorisme: gedrag als enige studieobject
• Reactie op het functionalisme: bestudeerden geest via gedrag ↔ behaviorisme: studie van de geest
is onmogelijk
John Watson: Baby Albert experiment / Skinner: S-R onderzoek via de Skinnerbox
, Emanuelle Dilles
2021-2022
Boek, ppt & notities
Belang van experimenteel onderzoek + systematische observatie. Hedendaagse situatie:
• Bestaat nog steeds, maar beperkter en ‘verruimd’
• Basismethoden en psychologische principes (onafhankelijke en afhankelijke variabelen) nog steeds
zeer actueel → experimenten
1.3.6 COGNITIEVE PSYCHOLOGIE
Eerst: homonuculus = een klein mannetje in de hersenen die een vrije wil heeft (de geest in de machine)
Vanaf 60-70: de computer → computer leidde tot inzicht dat zo’n mannetje niet nodig is (thermostaat;
doelgerichtheid zonder homunculus maar met feedback mechanisme)
Input (info langs Verwerking Output (gedrag)
zintuigen)
Visie = mens als informatieverwerker
Methode = exact wetenschappelijke zoals
behaviorisme Opslag (info
bijgehouden)
1.3.7 PSYCHOLOGIE VAN VANDAAG
= divers, invloed oude scholen nog merkbaar → geïntegreerd
• Neurowetenschappen
• Biopsychosociaal model
Welke factoren hebben invloed op agressiviteit?
1.3.7.1 PSYCHOLOGISCHE ASPECTEN
• Emoties op ervaringen
• Leergeschiedenis → beloningen/straffen uit het verleden, observaties
• (verkeerde) percepties
• Oplossingsvaardigheden
Mogelijks heeft de persoon altijd geleerd dat die zijn zin krijgt? Misschien andere manieren geleerd om te
krijgen wat die wil of zichzelf te verdedigen? Bepaalde emoties aangeleerd die vasthangen aan ervaren
bedreiging of frustratie?
1.7.3.2 BIOLOGISCHE ASPECTEN
• Erfelijkheid
• Hormonen
• Signaaloverdrachten in hersenen
Mogelijks speelt testosteron mee? Bepaalde actieve delen in hersenen dat getriggerd worden?