Anja Huion
1 Opname in het woonzorgcentrum
Examen:
- Geen cijfers vanbuiten kennen, wel trends
- Model van residents’ mental attitude towards living in a nursing home (faciliterende factoren enz)
- Voorbeelden veiligheid en autonomie (uitgebreid – autonomie bv. ‘Je respecteert de keuze van de ZV om …’)
1.1 Van thuis naar huis
Lijkt misschien simpel, maar voor betrokkenen zeer ingrijpend lichamelijke en/of geestelijke achteruitgang
- Helpt als oudere de stap bewust maakt en het zelf het beste vindt
- WZC voor ouderen die veel (lichamelijke) zorg nodig hebben + afhankelijk zijn van anderen
- ↑ vergrijzing en dubbele vergrijzing: ↑ opnames WZC
- Vlaams Ouderenzorgbeleid: zo lang mogelijk in vertrouwde omgeving blijven!
- Overheid: zoektocht naar kwaliteitsvolle opvang op maat van meest zorgbehoevende ouderen
1.2 Cijfers & bijkomend probleem
3 belangrijke cijfers: leeftijd, geslacht en gezinssamenstelling
- Ouderen in WZC zijn steeds ouder: vroeger veel 65+, nu vooral 75+ en 85+ (↓ in % maar ↑ absoluut getal)
- Ouderen in WZC steeds zwaarder zorgprofiel: veel B en C (zwaardere zorgprofielen) en D (dementie)
- Vooral alleenwonenden gaan naar WZC
- Ongeveer 10% 75+ opgenomen ≈ 1% van de algemene bevolking
Probleem: naast opnames uit thuissituaties ook jaarlijkse ↑ opname ouderen in ZKH vaak noodgedwongen
1.3 Vraagstelling
Wat bepaalt de ‘keuze’ tot opname in WZC?
- Fysieke hulpbehoefte is een noodzakelijke voorwaarde maar onvoldoende op zich
- Opvang met mantelzorg en thuiszorg mogelijk?
- Samenspel tussen verschillende factoren: beperking, directe omgeving
Determinanten voor opname vraag in WZC (in plaats van thuisverpleging)
- Toenemende fysieke achteruitgang, hoge zorgbehoevendheid
- Geslacht
- Gedaalde zelfredzaamheid in huishouden en de bijhorende angst (lukt dit nog?)
- Hoge leeftijd
- Alleen wonen
- Mentale problemen, eenzaamheidsgevoelens en depressieve klachten
- Onvoldoende informele/formele hulp voor het ondersteunen van zelfstandig thuiswonen, gebrek aan
geschikte mantelzorger (oudere wil familie niet belasten, slechte relatie of geen familie), hoog aantal
bezoeken nodig of ontoereikende financiële middelen om beroep te doen op thuisverpleging
,Wanneer gaat iemand op jongere leeftijd naar WZC?
- Geslacht mannen melden gem 2j vroeger voor opname
- Situatie geen kinderen, geen informele hulp, alleen wonen versnellen opname $
- Woonsituatie geen aangepaste woning
Wanneer komt iemand in kritieke fase (=denken aan opname?)
- Problemen met dagelijkse zelfredzaamheid
- Problemen met goede sociale contacten
- Gezondheidscrisis van zichzelf/partner
1.4 Profiel bewoners 1 maand voor de opname
- 7/10 opnames = vrouwen
- Gemiddelde leeftijd 82j
- Vaak alleenwonend, eventueel zonder kinderen
- Vaak laaggeschoold
- Vaak wonend in gezinswoning
- Helft gebruikt al gezinszorg of thuisverpleging
- Klein aandeel ook al personenalarm, dagverzorgingscentra, dienstencentrum of kortverblijf
- 75% al mantelzorg voor huishouden, boodschappen, … en 20% voor persoonlijke zorg
- Rondlopen, koffie maken, medicatie nemen, aankleden, wassen, licht huishoudelijk werk, trappen doen,
buitenshuis gaan en warme maaltijd klaarmaken lukte voor de meeste nog
- Vuilbakken buitenzetten, financiële zaken, aankopen doen, boodschappen doen, formulieren invullen,
voeten verzorgen, de was en strijk, de tuin onderhouden lukt voor kleine minderheid nog
1.5 Waarom naar een WZC?
Wanneer denkt men aan opname in WZC? 30% plots, 20% enkele weken nagedacht
wachttijden kort: grotendeels binnen 2 weken – 1 maand opgenomen
2/3 bewoners had gevoel zelf gekozen te hebben, voor anderen op aansporing van kinderen of huisarts
Vaak is plotse gebeurtenis de aanleiding tot opname (acute verslechtering eigen toestand of die van partner).
Daarnaast (mede) opgenomen voor een comfortabelere, veiligere omgeving, omwille van eenzaamheid thuis of
onvoldoende hulp thuis.
1.6 Opnamebeleving en – aanpassing
Beslissing tot opname creëren van een nieuwe thuis
Fase 1 Disorganization: 1e 6-8w niks is nog hetzelfde, men voelt zich verdrongen, kwetsbaar, in de steek
gelaten manier van opvang = bepalend op lange termijn
Fase 2 Reorganization: na 6-8 weken begint men vragen te stellen, behoeften te uiten, problemen op te
lossen, opname in WZC te rechtvaardigen voor zichzelf
Fase 3 Relationship building: na 3 maand vormt men emotionele banden, engageert men zich in conflicten,
men heeft bepaade voorkeurspersonen, men lijdt onder verlies van medebewoner of vertrek personeelslid
Fase 4 Stabilisation: tussen 3e en 6e maand voelt men zich thuis, gevoel om erbij te horen, openstellen voor
nieuwe bewoners
1.6.1 Thriving
= situatie van persoonlijke groei bij ouderen, essentieel aspect van hun welbevinden en aanpassen aan WZC
, Twee cruciale aspecten:
- Attitude v residenten ten opzichte van leven in WZC
o vastbesloten not to thrive: ik wil hier weg, niet settelen
o ambivalentie: gradueel thriving - wens voor onafhankelijkheid
o vastbesloten to thrive: overtuigd bij beslissing
- Kwaliteit v zorg en zorgverstrekkers
veiligheid, deskundige zorgverstrekkers essentieel to thrive
inadequate verzorging kan alle inspanning to thrive ondermijnen
Andere aspecten van thriving:
- Positieve relaties met andere bewoners, gesprekken
- Deelname aan betekenisvolle activiteiten in het wzc
- Mogelijkheid om afdeling en instelling te verlaten
- Familierelaties
- Eigenschappen fysieke omgeving: aantrekkelijk, proper, privacy, eigen badkamer, …
- Gevoel van veiligheid
- Goed eten
- Goede balans zorg/zelfzorg
- Continuïteit zorgverleners
- Zorgverleners met interesse voor ouderen
Wisselwerking kwaliteit zorg/ zorgverstrekkers en attitude bewoners
Goede zorg + ZV vastbesloten to thrive belangrijk effect op attitude en thriving
goede zorg + ZV vastbesloten not to thrive/gradueel verlicht leven in WZC maar verandert de attitude niet
1.6.2 Gerotranscendentie
1.7 Levenskwaliteit
Voor meeste bewoners is WZC een permanente verblijfsplaats (= nieuwe thuis)
veiligheid en autonomie zijn essentiële voorwaarden voor het welzijn binnen residentiele zorg
Veiligheid: emotionele veiligheid (geloofsovertuiging, seksualiteit), veilige omgeving (fysiek, bed laag,
belletje), vertrouwen en respect (diefstallen, respectvolle behandeling personeel, geen verkleinwoorden)
Autonomie: privacy (kloppen, zelf naar toilet), inspraak, zelfbeschikking (zelf keuzes kunnen maken)
Ouderen worden afhankelijker, maar juist dan is de identiteit/eigenheid, achter de eigen keuzes staan, belangrijk!
vaak komt men binnen met lippenstift, mooi kapsel, mooie kledij
na een tijdje wordt alles praktischer (gemakkelijk kapsel, broek met rekker, geen make-up en oorbellen)
hoe kunnen we hiermee rekening houden? Vraag wat patiënt wil!
1.8 Aanbevelingen
Nood aan bekwame verpleegkundigen die
weten hoe ze zaken kunnen aanpassen
de bewoners leren kennen dmv een intake met aandacht voor wensen, behoeften, levensverhaal, …
de bewoners betrekken bij dagbesteding volgens wensen, behoefte, moeilijkheden, mogelijkheden, …
de familie actief informeren en betrekken bij de verhuis