Psychiatrie – David De Clercq
1 Opzettelijke zelfverwondend gedrag (ZVG)
Opzettelijk zelfverwondend gedrag (ZVG) = sociaal onaanvaardbaar gedrag waarbij een persoon zichzelf opzettelijk
en op een directe manier fysiek letsel toebrengt zonder de intentie zichzelf van het leven te benemen
1.1 Onderscheid met andere vormen van zelfbeschadigend gedrag
Andere vorm Verschil met VZG
Automutilatie* = enkel gebruikt voor ernstiger, Bij ZVG oppervlakkige of middelmatige verwondingen vd huid
onherstelbaar verminkend zelfbeschadigend gedrag zoals zichzelf snijden, krassen, verbranden
bv castratie en amputatie van lichaamsdelen of het zodanig
beschadigen van spieren en pezen met functiebeperking
In verschillende zorginstellingen in BE/NL nog steeds de term automutilatie i.p.v. zelfverwonding gebruikt
klinische en afstandelijke term: pt kan emotioneel afstand nemen van problematiek, kan vervreemdend zijn
vaak volgt patiënt de zorgverlener: als wij er open over praten en benoemen, zal patiënt dit ook durven doen
Suïcidepoging = met intentie om zichzelf van het leven te Bij ZVG is er geen intentie tot levenseinde, wordt soms
benemen gesteld om suïcidepoging te vermijden maar op termijn soms
aanleiding tot suïcidepoging
Regelmatig ZVG bij jongeren 3x meer kans op suïcidegedachten of poging
ZVG doet wennen aan meerdere vormen van pijn drempel tot suïcide wordt verlaagd
50-75% van mensen die ZVG stellen zullen ooit een suïcidepoging ondernemen
Nagebootste stoornis = zichzelf verwonden of ziek maken ZVG zeer privé, men probeert dit te verbergen, meestal niet
om in een ziekterol te kruipen en bijgevolg medische voor medische aandacht, als het vastgesteld wordt geeft men
aandacht te krijgen men imiteert bestaande meestal wel toe dat dit een psychologische oorsprong heeft
aandoeningen, uitgebreid vertellen over verzonnen (bv stress)
medische geschiedenis, arts verwarren, patiënten
ontkennen dat ze dit zelf veroorzaken
Indirecte zelfbeschadigende gedragingen = schade van de Bij ZVG onmiddellijke associatie tussen het gedrag en het
zelfbeschadiging kan niet direct vasgesteld worden fysieke gevolg
bijvoorbeeld eetstoornissen (bijv. gewichtsverlies in
anorexia nervosa, purgeergedrag in boulimia nervosa),
middelenmisbruik (bijv. alcoholvergiftiging en
leverstoornissen bij alcoholisten), seksueel risicogedrag
(bijv. onveilige seks met een AIDS-patiënt) of herhaalde
plastische chirurgie (bijv. bij patiënten met
lichaamsbeeldstoornis)
Stereotyp ZVG = ritmisch bonken of bijten volgens vast
patroon, vaak bij verstandelijke handicap
1.2 Prevalentie
Moeilijk te definiëren, meestal ontstaan tssn 12-16j (late adolescentie), gedurende meerdere jaren met opstoten
- Normale populatie: 10-17% adolescenten, 4% volwassenen
- Psychiatrische populatie: 40-61% adolescenten, 4-21% volwassenen
,1.3 Oorzaken
VZG vaak als kenmerk van psychiatrische diagnose (aparte diagnose) depressieve aandoeningen,
persoonlijkheidsstoornissen, eetstoornissen, posttraumatische stress-stoornissen en middelenmisbruik
Bij patiënten die ZVG stellen vaker dissociatieve symptomen, bv ernstig getraumatiseerde patiënten stellen dit om
terug in de realiteit te komen depersonalisatie, derealisatie, identiteitsverstrengeling of verlies van controle
In DSM-V ook Nonsuïcidal Self-Injury syndroom (NSSI) (= aparte diagnose), voorwaarden:
- Meerdere keren (min 5d/jaar) opzettelijk letsel aan eigen lichaamsoppervlak zonder suïcidale intensie
- Men verwacht minstens één van deze effecten:
o Afnemen van negatieve gedachten of gevoelens
o Oplossen van interpersoonlijk conflict
o Opwekken van positieve gevoelens
- Samen met deze kenmerken:
o Interpersoonlijke conflicten of negatieve gevoelens
o Periode met preoccupatie van ZVG
o Frequent denken aan ZVG, ook als men er niet naar handelt
- Het is niet sociaal aanvaard (bv piercing)
- Het is niet beperkt tot krabben aan een korstje of nagelbijten
Risicofactoren ZVG:
- Impulsief karakter
- Alcohol en drugsmisbruik verlagen impulscontrole
- Geschiedenis van negatieve gevoelens/gedachten bv ernstig gepest op school, slechte gezinssituatie, …
- Geschiedenis van fysieke of seksuele mishandeling of het zien hiervan
- Gebrek aan sociale steun
1.4 Ernst?
Elk geval moet ernstig genomen worden, maar inschatting soms nodig naar voorspelbaarheid en veiligheid toe
obv (1) de frequentie, (2) de ernst van de wonden & (3) het aantal verschillende methoden
1.5 Functies op de psychologische toestand van de patiënt
Inzicht in de functies (intra- en interpersoonlijke) belangrijk voor goede behandeling! Waarom stelt dit ZVG zich bij
dit individu en op dit moment? = heel moeilijk, kan heel uiteenlopend zijn
ZVG = bijna altijd een manier om met ondraaglijke gevoelens om te kunnen gaan, een overlevingsmechanisme
Verslavend karakter: men gaat het vaak herhalen eens men het effect doorheeft
- Het neemt spanning/andere pijn eventjes weg
- Bij pijn komen endorfines vrij, natuurlijke pijnstillers die gevoel van euforie veroorzaken
Het kan zowel belonend effect of destructieve invloed hebben met versterking van het negatief zelfbeeld
uiting van psychisch leiden: communicatieve functie
Vanuit psychosociaal, functioneel standpunt
manier om ermee om te gaan: probleemoplossende functie
vaak emotieregulatie of zichzelf straffen
Overzicht van verschillende functies (opgelet: kunnen overlappen, variëren met verloop van methode/tijd)
,1.5.1 Affectregulatie, afnemen van negatieve gedachten/gevoelens
Pijnlijke emoties/gedachten/herinneringen proberen te stoppen, te verminderen, te vermijden of af te leiden
- Vaak ontlading van negatieve gevoelens, emotionele uitlaatklep van woede of verzet
- Om kwaadheid, angst en pijn uitdrukken/controleren die niet op een andere manier uitgedrukt kunnen worden
- Controleerbare fysieke pijn beter te hanteren dan emotionele pijn
- Direct ontspannend effect
1.5.2 Fysieke stimulatie: doorbreken van gevoelloosheid en dissociatie
Pt ervaren vervreemding, leven in een mist en machineachtig gevoel & staan niet in contact met hun emotionele en
lichamelijke noden en behoeften verdoofd, gevoelloos, rusteloos
- Zelfverwonding kan dissociatie stoppen of er helpen mee om te gaan, om eigen lichaam/identiteit te voelen
- Zien van bloed, gevoel van pijn geeft pt het gevoel dat ze een persoon zijn die leeft
- Tegenovergestelde van ontspanning
1.5.3 Het krijgen van aandacht, zelfbevestiging, zorg of bescherming (miniem)
Vorm van communiceren: aangeven dat men hulp, zorg of bescherming nodig heeft, dat men zich niet begrepen
voelt en nood heeft aan bevestiging
- Uiting van onbespreekbare en bedreigende conflicten
- Als teken van verzet, frustratie, boosheid of wraak
- Druk op de omgeving om iets te bekomen, provoceren = negatieve manier van aandacht vragen
bij adolescenten weinig, iets vaker bij borderline
1.5.4 Als straf
Men gaat zichzelf straffen, leidt tot meer negatieve effecten
- Bij verleden van seksueel/fysiek misbruik vaak erge schuldgevoelens, men voelt zich verantwoordelijk
- Anderen aanzien zichzelf als zwak of ongedisciplineerd (gebrek aan wilskracht)
1.5.5 Als vernieting, zelfdestructie
Bij sterk negatief zelfbeeld en wanhoop men wil er fysiek/seksueel onaantrekkelijk uitzien en verminkt vaak de
borsten of geslachtsdelen, leidt tot grootste negatieve effecten & moeilijk te onderscheiden van suïcidepoging
1.5.6 Antisuïcide
Als copingmechanisme om suïcide af te weren, een compromis tussen de levens- en doodsdrift
1.6 Gevolgen van automutilatie voor patiënt
Positieve effecten van korte duur: onmiddellijk gevoel van opluchting, spanning neemt af, verlost van
overweldigende emoties, gevoelloosheid neemt af, autonomie, controle
Negatieve effecten die zorgen voor negatieve spiraal: littekens, schaamte, schuldgevoel, gevoelens van zwakte en
waardeloosheid, zelfhaat, negatieve reacties van omgeving (angstig, verwerpend, kwaad) & nadien nog littekens die
doen denken aan het ZVG
1.7 Behandeling
Eerst ZVG goed in kaart brengen: betekenissen en functie zeer uiteenlopend individuele functionele behandeling
Doel: negatieve gevoelens verminderen + bevorderen alternatieve strategieën voor affectregulatie (bv dialectische
gedragstherapie)
, 1.7.1 Verpleegkundige benadering
Vertrouwensrelatie opbouwen: heel belangrijk want patiënten met ZVG vaak traumatisch verleden
- Eerste kort gesprek bezorgdheid direct uiten
- Oprechte belangstellingen en bezorgdheid, geen beschuldigingen of minimaliseren
- Bereidheid tot praten komt bij vertrouwensband
Geleidelijke aanpak:
- niet dwingen om te stoppen (ZVG is vaak overlevingsstrategie)
- niet te snel overnemen ‘voor de veiligheid’ werkt averechts
- Patiënt wijzen op eigen verantwoordelijkheid en zelf laten groeien intrinsieke motivatie belangrijk
- Samen zoeken naar alternatieve gedragingen
Motivationeel werken: pt heeft veel ambivalente gevoelens rond stoppen van ZVG
- Kosten-baten analyse door pt laten opstellen: gevoelens en gedachten rond wel/niet stoppen van ZVG
- Intrinsieke motivatie voor gedragsverandering
1.7.2 Therapeutische hulpmiddelen
Functie-analyse maken: indien bereid tot verandering, functie-analyse maken bv. met 5G-schema
- Context en situatie ZVG
- Onderliggende gedachten en gevoelens kan met kettinganalyse, gedragsanalyse of 5G-schema
- De functie en gevolgen van ZVG
Emotie- en stressregulatie en het aanleren van adaptieve coping strategieën
- Wanneer ervaart de patiënt negatieve emoties en stress die ZVG kunnen uitlokken? (functie-analyse)
- Eerst proberen situatie met negatieve gevoelens te vermijden zodat ZVG beperkt wordt
- Pt moet zelf andere coping strategieën voorstellen met dezelfde functies als het ZVG voor zo’n situatie
o Dingen die pt kan doen bv sporten
o In gezelschap van anderen bv een support-persoon bellen
Wondverzorging
- In crisissituatie neutraal en respectvol behandelen (geen neerbuigende opmerkingen)
- Duidelijke afspraken rond wat er moet gebeuren bv lichte verwonding door pt, zwaardere door vpk
- Na de verzorging rustig bespreken: non-verbale boodschap van ZVG omzetten in woorden
Hervalpreventie met signaleringsplan/crisisplan: zie verder
Zelfzorg voor VPK
- VPK mag zijn grenzen stellen tegenover het ZVG
bv. ‘ik zou graag hebben dat je niet krabt of bijt terwijl ik bij jou ben om iets te bespreken’
- Moeilijke thema’s bespreken in intervisie en supervisie
1.7.3 Niet-interveniëren
Hierbij wordt ZVG genegeerd als ‘aandachttrekkend gedrag’ of ‘kopieergedrag’ van anderen (specifiek in
penitentiaire/psychiatrische instellingen of scholen) Echte functie meestal affectregulerend of stimulerend
Niet doen! Negeren helpt niet en is therapeutisch onverantwoord, ook niet bij borderline problematiek (soms wel
provocerend) gevaarlijk omdat patiënt zich onbegrepen voelt, meer en meer ZVG werkt drempelverlagend voor
suïcide, dus belangrijk om onderliggende psychische problematiek te behandelen zodat ZVG uiteindelijk uitdooft