Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
Samenvatting Uitgewerkte stations SKILLS LAB 1 EN 2! Zeer handig om stationsproef mee voor te bereiden! SL1 is ook te kennen voor SL2 stationsproef. - 2e + 3e bachelor diergeneeskunde UAntwerpen €10,99
Ajouter au panier

Resume

Samenvatting Uitgewerkte stations SKILLS LAB 1 EN 2! Zeer handig om stationsproef mee voor te bereiden! SL1 is ook te kennen voor SL2 stationsproef. - 2e + 3e bachelor diergeneeskunde UAntwerpen

1 vérifier
 150 vues  8 fois vendu

Uitgewerkte stations Skills Lab 1 en 2! Zeer handig om stationsproef mee voor te bereiden! SL1 is ook te kennen voor SL2 stationsproef.

Aperçu 10 sur 108  pages

  • 24 juillet 2022
  • 108
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (1)

1  vérifier

review-writer-avatar

Par: yanaverachtert • 1 année de cela

avatar-seller
diergeneeskundemasterstudent
STATIONSPROEF SKILLS LAB I & II

,SKILLS LAB I – STATIONS UITGEWERKT: d. Rund
e. Anamnese gesprek
1. Injectie
a. Anatomie naald
4. Omgaan met
b. Voorbereiding inspuiting
a. Hond
c. Naalden
i. Benaderen
d. Injectie subcutaan
ii. Bijzondere hantering
e. Injectie intramusculair
iii. Positionering
f. Injectie intraveneus
iv. Fixatie
g. Katheter
b. Kat
2. Dosis en infuus
i. Algemeen
3. Staalname
ii. Fixatie
a. Melk
c. Paard
b. Bloed
i. Longeren
I. Bloedbuisjes
ii. Benaderen
II. Bloedonderzoek
iii. Halsteren
c. Urine
iv. Leiden
I. Kristallen
v. Paardenknoop
d. Faeces
vi. Fixeren
e. Microscoop
vii. Afleidingstechnieken
viii. Opzadelen
4. ERGONOMIE
ix. Hoofdstel
5. MATERIAAL EN METHODE
x. Rectaal onderzoek
xi. Deken opdoen
SKILLS LAB 2 – STATIONS UITGEWERKT: d. Rund
1. Chirurgie i. Benaderen
a. Handschoenen open ii. Drijven
methode iii. Verplaatsen naar
b. Handschoenen gesloten opvoelbox
methode iv. Fixeren
c. Kiel aantrekken 1. Halsteren
d. Chirurgisch veld voorbereiden 2. Neusnijper
e. Hechten 3. Fixatie
f. Knopen leggen bloedafname
g. Rub en scrub 4. Staart
2. Bandage 5. Afleiding/prev
a. Robert Jones entie slaan
b. Jersey v. Haptic cow
3. Klinisch onderzoek e. Lama
a. Hond i. Vangen
b. Kat ii. Halsteren
c. Paard
iii.

, INHOUD Stap 1: voorbereidend werk: kat: fixatie .............................. 75
SIGNALEMENT opstellen ........ 39 Handdoekmethodes .......... 75
stationsproef – skills lab I ........... 1
GRHOKAD ........................... 39 Halsdoek met 1 voorpoot vrij
injectie ....................................... 1
Stap 2: binnenkomst > ........................................... 78
Voorbereiding inspuiting .......... 1
Algemene indruk .................... 39 Alternatieven fixatie kat: ... 79
Anatomie naald .................... 1
Algemene indruk ................ 39 PAARD...................................... 80
Voorbereiding ...................... 1
Stap 3: Anamnese .................. 44 paard longeren ...................... 80
Factoren ............................... 2
Opbouw anamnese: ........... 44 paard benaderen ................... 80
NAALDEN .................................. 2
Stap 4: Algemeen Klinisch paard halsteren ..................... 82
Verschillende soorten .......... 2
Onderzoek .............................. 45 paard leiden ........................... 83
Gebruik ................................. 3
1) Als een dier gestresseerd Paard: paardenknoop ............ 83
INJECTIE SUBCUTAAN ............... 3
is: eerst paard: fixeren ........................ 85
video blackboard .................. 4
lichaamstemperatuur meten Fixatie voor bloedafname v.
stappenplan ......................... 5
............................................ 45 jugularis ............................. 85
INJECTIE INTRAMUSCULAIR ..... 6
2) Mucosae ......................... 45 Afleidingstechnieken ......... 85
video blackboard .................. 7
3) Huidturgor ...................... 46 paard: opzadelen ................... 87
stappenplan ......................... 7
4) Lymfeknopen (verspreid OPMERKINGEN .................. 88
INJECTIE INTRAVENEUS ............ 8
over hele dier, dus tijdens paard hoofdstel ..................... 89
video blackboard .................. 9
rondgang dier) .................... 46 paard: klinisch onderzoek ...... 91
stappenplan ....................... 10
5) Pols (en hartauscultatie) 47 temperaturen .................... 91
katheter steken ...................... 12
6) Ademhaling .................... 48 paard: rectaal onderzoek....... 91
uit pdf ................................. 14
Stap 5: Specifiek onderzoek .... 49 paard: (weide)deken opdoen 92
stappenplan ....................... 15
a) Pijnproeven .................... 49 rund ......................................... 93
video blackboard ................ 16
b) Percussie ........................ 51 rund: benaderen .................... 93
voorschrift schrijven ............... 18
c) Palpatie ........................... 52 Rund: drijven .......................... 93
dosis en infuus ......................... 20
d) Auscultatie ..................... 52 Rund: verplaatsen naar
infuussnelheid berekenen -
Stap 6: DDx ............................. 54 opvoelbox .............................. 94
vloeistoftherapie .................... 20
Stap 7: Diagnose (Dg) ............. 54 Van de stal naar de
compendium........................... 22
Stap 8: Behandeling of therapie opvoelbox: ......................... 94
dosis berekenen ...................... 22
(Tx).......................................... 54 Van de opvoelbox naar de
staalname ................................ 23
Stap 9: Prognose .................... 54 stal: .................................... 95
melkstaalname ....................... 23
Auscultatie: cardiologie ......... 55 Rund: fixeren.......................... 96
BLOEDNAME .......................... 28
Palpatie hart ....................... 55 halsteren ............................ 96
bloedbuisjes ....................... 29
Auscultatie hart .................. 56 neusnijper aandoen (geen
bloedonderzoek ................. 29
omgaan met: ............................ 61 fixatie maar afleiding) ........ 98
urine staal en kristallen .......... 31
hond......................................... 61 fixatie voor bloedafname v.
METHODES VOOR URINE-
hond benaderen ..................... 61 jugularis ............................. 99
AFNAME ............................. 31
hond bijzondere hantering ..... 61 staart fixeren ................... 100
faeces onderzoek .................... 32
hond: positionering ................ 62 afleiding/preventie slaan . 101
microscoop ............................. 33
In en uit kennel ................... 62 Rund: rectaal onderzoek: haptic
Stationsproef – skills lab II........ 35
Naar zit ............................... 62 cow ...................................... 103
chirurgie ................................... 35
Naar sternaal  zet de LEVEL 1: PELVIS EN CERVIX
chirurgische scrub .................. 35
hond eerst in zit ! 62 ......................................... 103
handschoenen aandoen (dit is
Naar laterale ligging (zijlig) . 64 LEVEL 2: VINDEN EN
open methode) ....................... 36
Optillen hond...................... 66 IDENTIFICEREN VAN DE
kiel aandoen ........................... 36
hond: fixatie ........................... 67 UTERUS ............................ 103
chirurgisch veld voorbereiden 37
Fixatie lichaam .................... 67 lama ....................................... 105
hechten................................... 37
Fixatie staande hond .......... 68 lama vangen ........................ 105
knopen leggen ........................ 38
Fixatie hoofd ....................... 69 lama halsteren ..................... 105
bandage ................................... 38
Venepunctietechnieken ..... 71
robert jones ............................ 38
Andere ................................ 72
jersey ...................................... 38
kat ............................................ 74
klinisch onderzoek ................... 39
kat: algemeen......................... 74




1

, STATIONSPROEF – SKILLS LAB I

INJECTIE
VOORBEREIDING INSPUITING
ANATOMIE NAALD
- Stamper
- Spuit
- Tip

De tip moet stevig in de hub, het uiteinde van de naald bevestigd. De
naald zelf heeft nog een bevel, waarin zich het lumen van de naald
bevindt. De naald is beschermd door een plastic hoes als deze in de
verpakking zit.

VOORBEREIDING
Nagels moeten kort, proper, EN JUWELEN MOETEN UIT. De asceptie is heel belangrijk.
Voorbereiden spuit naald en injectievloeistoef.

Eerst moet de naald, die we specifiek hebben uitgekozen om het gewenste product (water
of olie-achtige substantie) en een spuit op een hygiënische en liefst steriele manier uit de
verpakking halen. Verpakkingen op de bananenschil manier openmaken. BELANGRIJK: tip
van de spuit en hub van de naald mogen niet aangeraakt worden. Hierna bevestigen we de
naald stevig op de spuit. Niet te stevig, zodat we de naald na de inspuiting kunnen
afkoppelen.

De toe te dienen injectievloeistof zit meestal in een al dan niet doorzichtige flacon,
bovenaan voorzien van een rubberen dop. VOORALEER de flacon aan te prikken, wordt
gekeken naar de houdbaarheidsdatum en wanneer de flacon voor de eerste keer is
aangeprikt. Farmaceutische industrie garandeert het goedblijven van de vloeistoffen na het
aanprikken enkel als de rubber dop in het middelste gedeelte wordt aangeprikt.

Als we de vloeistof uit een flacon halen, wordt deze gevuld met een dode ruimte, waardoor
het aspireren van de hoeveelheden moeilijk kan worden. Om dit te vermijden kunnen we al
een beetje lucht in de spuit nemen. Opgepast bij nieuwe flacons, de druk is hier al zeer hoog.
Extra lucht bijvoegen kan het proces net moeilijker maken. Nadat we de dop hebben
gereinigd met ontsmettingsalcohol prikken we de naald in het midden van de rubberen dop,
en draaien de flacon en naald en spuit ondersteboven. We spuiten de lucht in de fles, en
zien dat de naald zich geheel in de vloeistof bevindt, vooraleer we het gewenste volume
vloeistof aspireren of opzuigen. Als we zien dat er veel lucht wordt geaspireerd, nemen we
meer vloeistof op dan gewenst. Hierna verwijderen we de naald uit de fles. Eventuele
luchtbellen: op de naald tikken. De naald die gebruikt is om de vloeistof op te nemen is bot
door het aanprikken van de rubber dop. We vervangen de naald op een aseptische wijze.



1

,FACTOREN
Welke medicatie
- Water
- Olie

Toedieningsplaats
- Intramusculair
- Intraveneus
- Subcutaan
Dier
- Hond
- Paard
- Koe
- Kat

Nu de naald is verwisseld is de medicatie klaar om geinjecteerd te worden. Probeer deze
handelingen zo vaak mogelijk uit te voeren zodat het vloeiend geheel wordt.

NAALDEN
VERSCHILLENDE SOORTEN
1) KEUZE VAN DE SPUIT – VOLUME
1) Hoeveelheid geneesmiddel: hoe meer vloeistof, hoe groter de spuit (hoe meer CC)

2) KEUZE VAN DE NAALD – GAUCHE EN LENGTE




2

,GEBRUIK
Indicatieve tabel met te gebruiken naalden per diersoorten: zeker geen wetmatigheid
Paard Rund Varken Hond Kat Konijn
18G SC, IM, IV IM, IV
19G IM, IV
20G
21G IV SC, IM, IV SC, IM SC, IM SC, IM
22G
23G IV IV IV
24G IV pup IV kitten IV klein
25G SC, IM SC, IM SC, IM


INJECTIE SUBCUTAAN
1) Bespreek de anatomie van de naald en spuit
2) Kies de juiste naald en spuit en leg uit waarom
3) Injectie voorbereiden
1) Spuit en naald openen: op een steriele manier (bananenschilmethode)
→ Niet aanraken van de tip van de spuit en de hub van de naald
→ Bevestig de naald op de spuit (niet te stevig, je moet het nog
afkoppelen)
2) Flacon: check de houdbaarheidsdatum en indien mogelijk de datum waarbij
het flacon voor de eerste keer is aangeprikt
→ Reinig de dop met ontsmettingsalcohol
→ Bij grote hoeveelheden kan je extra lucht in de spuit optrekken
3) Prikken: met de naald in de flacon en draai het ondersteboven
→ Prik altijd in het midden van de flacon
→ Zorg dat de naald volledig in de vloeistof zit
4) Moest er lucht in de spuit zitten: trek dan extra vloeistof op > naald uit de
fles > tikken tegen de spuit of extra lucht aspireren (zodat luchtbellen naar
boven komen) > op de stamper duwen om de lucht naar buiten te krijgen
5) Nieuwe naald: de naald die we gebruikt hebben om de vloeistof op te
trekken is bot door het aanprikken van de rubber dop. Vervang daarom de
naald op een aseptische wijze
→ Zet het dopje op de te verwijderen naald ( = recappen > 45° >
midden > recht)
→ Verwijder de naald
→ Plaats een nieuwe naald
Nu is de medicatie klaar om toegediend te worden



3

,4) Dier voorbereiden
1) Benaderen van het dier doe je vastberaden en voorspelbaar
2) Fixeren van het dier: een bang en nerveus dier moet je kordater fixeren,
gebruik hierbij indien nodig en praam of een neusknijper. Je moet de
eigenaar ook kunnen uitleggen hoe hij/zij kan helpen bij het fixeren

5) Subcutane injectie toedienen
1) Plaats: palpeer de juiste plaats (speciesafhankelijk) – ontsmet
→ Houd contact met de huid > bij bewegingen kan je steeds het
dier volgen
→ Door te ontsmetten gaat de vene dilateren en is deze
duidelijker zichtbaar
2) Tentje maken in de huid zodat je zeker subcutaan injecteert en niet
intramusculair
3) Naald op een hoek tussen 45° en evenwijdig met de hond (lumen of bevel
naar je toe)
4) Huid loslaten en injecteren > naald terug trekken > na-masseren
5) Bolletje: moet voelbaar zijn op deze plek
Afronden: spuit en naald in de vuilbak (eerst recappen, hoek 45gr) (restafval – naaldbak),
het dier wordt verlost van zijn positie (praam en neusknijper mogen af),
afleidingsmanoeuvres worden gestopt


Speciesverschillen – plaatsen om een subcutane injectie uit te voeren
1) Hond, kat, konijn: huid lateraal op thorax/abdomen (zijdelings van de ribben) – in
het nekvel
2) Paard: in het vel van de nek of het vel ter hoogte van de boegspieren
3) Rund: in het vel van de nek of het vel ter hoogte van de boegspieren
4) Varken: achter het oor of achter de schouder (gezien het verder een dikke en
stugge huid heeft)


VIDEO BLACKBOARD
Afhankelijk van bij welke diersoort je de subcutane diersoort
moet toedienen, doe je dit op een andere plaats. Dit staat in
de notas.

Het is heel belangrijk om de naald en de spuit correct voor te
bereiden. Eens dit gebeurd is is het belangrijk om het dier op
een correcte manier op een vastberaden en voorspelbaar te
benaderen. Hierna moet het dier gefixeerd worden zodat het
bij het voelen van de prik geen gevaar vormt voor jou de eigenaar of zichzelf. Dit is vaak
afhankelijk van de gemoedstoestand van het dier die je al hebt bij het opmeten van je
algemene indruk. Een bang nerveus dier zal je iets kordater moeten hanteren. Gebruik een
muilband praam of neusnijper. Jij bent verantwoordelijk voor wat er gebeurd op het bedrijf.


4

,Indien een hond een SI moet krijgen wordt dit
meestal uitgevoerd in de nek of zijdelings ter
hoogte van de ribben. Een vaccinatie
bijvoorbeeld. Afhankelijk van de grootte van
de hond en de toe te dienen substantie is de
juiste toedieningsplaats gekozen. Meer in
notas. Vooral ervaring voor de juiste keuze. Er
wordt verwacht dat je de goede grootte orde
van naald weet te gebruiken.

De hond dient gefixeerd te worden zodat hij de dierenarts nog de eigenaar kan bijten. Dit
doen we door het hoofd van de hond te fixeren in de nekplooien terwijl we naast het dier
staan en niet voor. Eventueel doe je dit voor aan de eigenaar.

Hierna ga je als dierenarts de juiste plek palperen en ontsmetten. Je maakt een tentje van de
huid, zo weet je dat de vloeistof subcutaan injecteert en niet intramusculair. Je brengt de
naald onder de correcte hoek in het tentje met name tussen 45 graden en evenwijdig met de
hond. Laat het tentje los en voer de injectie uit. hierna trek je de naald terug en masseer je
na. Er moet een bolletje onderhuids te voelen zijn. De naald wordt verwijderd in de
naaldenbak en de spuit in de vuilbak. Het dier wordt verlost van zijn hachelijke positie,
afleidingsmanoeuvres worden gestopt. Muilband, praam of neusnijper worden afgedaan.

STAPPENPLAN
1) Ontsmet de dop van de flacon met ontsmettingsalcohol
2) Prik de naald in het midden van de rubberen dop: naald moet bij het optrekken
volledig door de dop van de flacon zitten
3) Draai de flacon, naald en spuit ondersteboven
4) Kijk of de naald zich volledig IN de vloeistof bevindt (anders trek je lucht op!)
5) Vloeistof optrekken
6) Om luchtbellen te voorkomen spuit recht houden met de naald naar boven en
zachtjes met de vingernagels tikken tegen de spuit, waardoor de luchtbelletjes naar
boven komen
7) Lucht nadien uit de spuit duwen met de stamper (niet erg als hierbij wat vloeistof
verloren gaat, zolang je de exacte hoeveelheid overhoudt die je moet injecteren)

Wanneer we dus vaststellen dat er veel lucht wordt opgezogen, nemen we meer vloeistof op
dan gewenst.

1) Palpeer en ontsmet de juiste plaats
2) Maak een tentje van de huid (om zeker te zijn dat de vloeistof subcutaan terecht
komt)
3) Breng de naald onder een hoek van 45 graden in
4) Laat het tentje los
5) Voer de injectie uit
6) Trek de naald eruit


5

, 7) Masseer na
8) Naald in de naaldenbak - recappen 45 gr
9) Spuit in de vuilbak
10) Bevrijdt het dier uit zijn hachelijke positie en verlos hem van de muilband

INJECTIE INTRAMUSCULAIR
1) Bespreek de anatomie van de naald en spuit
2) Kies de juiste naald en spuit en leg uit waarom
3) Injectie voorbereiden (zie bespreking SC)
4) Dier voorbereiden (zie bespreking SC)
5) Subcutane injectie toedienen
1) Plaats: palpeer de juiste plaats (speciesafhankelijk) – ontsmet
→ Houd contact met de huid > bij bewegingen kan je steeds het
dier volgen
→ Door te ontsmetten gaat de vene dilateren en is deze
duidelijker zichtbaar
2) Dier afleiden: neem een huidplooi vast of klop je ritmisch hand tegen de
huid
3) Naald op een hoek van 90° (lumen of bevel naar je toe) en koppel daarna
spuit aan
→ Bij runderen of bange dieren gebruik je best naald en spuit →
gaat sneller
4) Aspireren en check of je zeker niet in een bloedvat zit
→ Aspireer 2x als je de helft van de vloeistof geïnjecteerd hebt bij
grote hoeveelheden
(vanaf 20 ml) of gevaarlijke stoffen die niet in het bloed mogen
zoals peniciline
5) Naald terugtrekken: je kan na-masseren maar dit is niet noodzakelijk
Afronden: spuit en naald in de vuilbak (eerst recappen, hoek 45gr) (restafval – naaldbak),
het dier wordt verlost van zijn positie (praam en neusknijper mogen af),
afleidingsmanoeuvres worden gestopt


Speciesverschillen – plaatsen om een subcutane injectie uit te voeren
1) Hond, kat, konijn: in de rugspieren naast de spinaaluitsteeksels van de wervels of
in de hamstring (m. biceps femoris) semimembranosus of semitendinosus (weg
van de nervus ischiadicus)
2) Paard: in het driehoekje dat je vormt met lig. nuchae, scapula en wervels
In principe kàn je in de spieren van de achterhand prikken, maar dat is gevaarlijk
3) Rund: spuitplekken kunnen een reden van afkeuren zijn: driehoekje (paard)
4) Varken: spuitplekken kunnen een reden van afkeuren zijn: nek of oorbasis




6

, VIDEO BLACKBOARD
Een II wordt meestal uitgevoerd in de ruggenstrekkers, die
zich links en rechts van de wervelkolom bevinden.
Afhankelijk van de grootte van de hond en de toe te dienen
substantie is de juiste toedieningsnaald gekozen. Weten:
grootte orde van naald en alternatieve
toedieningsplaatsen. Hond dient gefixeerd te worden. Dit
doen we door het hoofd van de hond te fixeren in de
nekplooien terwijl we naast het dier staan en niet voor.
Eventueel doe je dit voor aan de eigenaar.

Hierna ga je als dierenarts de juiste plek of spierbuik palperen en ontsmetten. Je maakt
contact met de huid en houdt contact zodat bij eventuele afweerbewegingen van het dier, jij
steeds het dier kan volgen. HAAL DE SPUIT ERAF. Eventueel neem je een huidplooi of klop je
ritmisch tegen het dier om het dier af te leiden van verdere pijn van de prik. Meer in notas.
NA HET INSTEKEN VAN DE NAALD, DE SPUIT ER WEER OP. Je brengt de naald onder de
correcte hoek in de spierbuik, namelijk 90 graden.

Vaak wordt enkel bij de koe met spuit en al samen geïnjecteerd omdat het sneller moet
gaan. Als je met een angstig dier te maken hebt is dit vaak ook beter, het is afhankelijk van
de situatie.

Als de spuit op de naald is bevestigd moet je eerst aspireren om jezelf te verzekeren dat je
niet in een bloedvat geprikt heb. Indien dit niet het geval is kan je rustig injecteren. Bij grote
hoeveelheden, vanaf 20 ml, of indien je gevaarlijkste stoffen injecteert die niet in het bloed
terecht mogen komen, zoals bv peniciline, aspireer je een 2e maal als je de helft van de
vloeistof geïnjecteerd hebt. Nadat je de injectie gegeven hebt halen we de naald rustig uit
het dier, zonder naald en spuit te ontkoppelen, eventueel duwen we na maar het is bij een
intramusculaire injectie niet noodzakelijk. De naald wordt verwijderd in de naaldenbak, de
spuit in de vuilbak. Het dier wordt verlost van zijn hachelijke positie.

STAPPENPLAN
1) Ontsmet de dop van de flacon met ontsmettingsalcohol
2) Prik de naald in het midden van de rubberen dop: naald moet bij het optrekken
volledig door de dop van de flacon zitten
3) Draai de flacon, naald en spuit ondersteboven
4) Kijk of de naald zich volledig IN de vloeistof bevindt (anders trek je lucht op!)
5) Vloeistof optrekken
6) Om luchtbellen te voorkomen spuit recht houden met de naald naar boven en
zachtjes met de vingernagels tikken tegen de spuit, waardoor de luchtbelletjes naar
boven komen
7) Lucht nadien uit de spuit duwen met de stamper (niet erg als hierbij wat vloeistof
verloren gaat, zolang je de exacte hoeveelheid overhoudt die je moet injecteren)




7

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur diergeneeskundemasterstudent. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €10,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

53068 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€10,99  8x  vendu
  • (1)
Ajouter au panier
Ajouté