Grondslag van het (straf)recht
Kennismaking met recht en rechtspraktijk
PPT Kennismaking 01 - Inleiding
Leermethode: notities + slides + handboek in 1 doc
Thema 1: Recht en rechtswetenschap
1. Wat is recht?
Definitie ‘recht’ = moeilijk
→ Nuttig? Ja, enkel een juridisch probleem behoeft juridische “oplossing”
→ Mogelijk? Nooit volledig sluitend, maar wel enkele essentialia
↳ Wanneer een probleem niet juridisch is, kan het niet juridisch opgelost worden
Terminologie = belangrijk → je moet de juiste verwoording gebruiken
Je doet iets fout: misdrijf
1. Overtreding - bv. verkeersovertreding
2. Wanbedrijf - bv. diefstal
3. Misdaad - bv. moord
⇒ Hieruit volgt een sanctie die afdwingbaar is door de overheid - onderscheid rechtsregels
van andere (gedrags)regels
↪ Betekent niet dat de regel slechts onder overheidsdwang wordt nageleefd
Recht = een geheel van rechtsregels dat afdwingbaar is via overheid, maar de methode & het
jargon zijn ook belangrijk
⇒ Geweldsmonopolie: de overheid kan geweld uitvoeren om een vonnis te bereiken, andere
mogen dit niet
!! Definitie:
Recht = een rationeel opgebouwd geheel van precies afgelijnde begrippen & normen
waaraan van overheidswege opgelegde, minstens van overheidswege erkende, sancties
kleven, die langs (evenzeer) genormeerde) instellingen kunnen worden afgedwongen en
waarvan de bedoeling is de orde in de samenleving te organiseren, te handhaven of te
herstellen.
1
,Onderdelen definitie:
1. Rationeel opgebouwd geheel
In de opbouw van het recht zit een zekere logische opbouw = structureel
↳ Een regel = een rechtsregel wanneer hij past in het logisch opgetrokken gebouw van het recht
2. Begrippen, normen, instellingen (strikte terminologie)
- Het recht heeft zijn eigen jargon dat zorgt voor een breuklijn met juristen
↪ Jargon = strikter dan het gewone taalgebruik
↪ Sommig jargon breekt met de betekenis in het dagelijks leven: De keuze voor afwijkende
of nieuwe termen kan:
- Door de noodzaak om op min of meer wetenschappelijk niveau toepassingsgebieden
en definities te kunnen omschrijven
- Om menselijk (vaak geladen) situaties te kunnen objectiveren met het oog op
analyse.
- Om afstand te creëren
- Vaktaal vs. Volkstaal:
・ ‘Misdaad’: ‘door het rood rijden = misdaad’ → juridisch = fout WANT een misdaad is
alleen de zwaarte misdrijven bv. moord
・ ‘Eigendom’: ‘die fles water is mijn eigendom’ → juridisch : fout WANT eigendom slaagt
op onroerend goed --> fles = bezit want is roerend
- Ook eigen instellingen: rechtbanken, OM,…
3. Middel om maatschappelijke orde te onderhouden
↪ Het recht … de maatschappelijke orde:
1. Organiseert/regelen: opstellen van regels
2. Handhaaft: controle of regels nageleefd worden
3. Herstelt: slachtoffers vergoeden
↪ Het beleid is wel vrij beperkt en algemeen:
- De wetgevende macht legt regels op
- Rechters dienen die regels te volgen, maar hebben een beleidsvrijheid binnen dat
grondwettelijke kader: minimum en maximum voor een bepaalde straf
= marge voor persoonlijke inbreng
↪ Er wordt in ons land zeer veel genoteerd = regularisering
- Vraag stellen of we eigenlijk niet te veel neerschrijven? = ethische kwestie
⇒ Sommige willen minder regels = dereguleren
→ Wat niet neergeschreven staat → kan = oké
4. Sanctie (door of erkend door overheid)
Een norm is slechts een rechtsnorm als er een sanctie aan verbonden is
↳ De straf is een sanctie opgelegd door de overheid (de strafrechtbank) en uitgevoerd door
de overheid
⇒ Rechtstreekse interactie tussen het individu & de overheid (= elk orgaan dat deel heeft
aan het geweldsmonopolie)
2
,Sancties kunnen worden dus opgelegd door overheid:
- Rechtstreeks: gevangenisstraffen, boetes,…
- Via erkenning door overheid
De overheid zal niet vaak zelf het sanctionerende initiatief nemen → Men doet zelf beroep op
de sanctie & dan zal deze via de overheid (rechtbank, deurwaarder,..) afgedwongen kunnen
worden
→ Kunnen via de overheid worden afgedwongen, NOOIT ZELF:
Verbod op eigenrichting = we mogen onszelf geen recht verschaffen
Bv. buurman plant boom te dicht tegen uw eigendom, wanneer hij weigert dit weg te
halen mag je deze niet zelf weghalen; je gaat naar het vredegerecht & wanneer je je
gelijk haalt moet deze weg gehaald worden (wanneer dit nog steeds geweigerd wordt
springt de deurwaarder in)
⇒ Overheid heeft het geweldsmonopolie = enkel de overheid mag ‘geweld’ of ‘dwang’
gebruiken → Wanneer ze dit effectief doet dragen ze bij tot het naleven van de
rechtsnormen en doet de overheid aan “rechtshandhaving”
5. Recht en rechtstelsels
⇒ Dit geldt in België maar mss niet in andere rechtssystemen ⇒ er zijn diverse
rechtsstelsels:
1. Civil law systeem
- Macht ligt bij het recht → wetgeving neemt een prominente plaats in
- In België
2. Common law
- Heel belangrijke rol voor de rechtbanken
- Macht ligt bij de rechter = rechtersrecht
- Het recht ontwikkelt zich van geval tot geval
- Laat willekeur in zekere zin toe
- Voornamelijk in GB & VS
Het verschil tussen de systemen zorgt ervoor dat er op een andere manier naar het recht
wordt gekeken:
- Civil law:
・Contracten zijn minder gedetailleerd (omdat ze voortbouwen op een wettelijk systeem &
dus eerder aanvullende regelingen bevatten)
- Common law:
・Wetgeving wordt pas uitgevaardigt om eventuele lacunes in specifieke gevallen op te
lossen zonder een algemeen systeem aan te bieden
・Wetten vervullen een vervolledigende & corrigerende rol
3
, 2. Recht versus ...
Recht vs. rechtvaardigheid
Recht = verhouding middel / doel
⇒ recht is een middel maar met een bepaald doel
↳ Dit doel blijkt uit: eed advocaat, debatten politiek regelgevende instellingen
↳ Doel wordt soms niet bereikt: Toepassen van op zich goede regel kan slecht uitvallen
Bv. Mondelinge huur: je wilt een kot huren, je vraagt om het bij te houden voor u, maar
deze mondelinge behoefte is niet bindend, wanneer deze huurder het verhuurd aan
een andere persoon met contract zal je niks kunnen doen
Recht = niet rechtvaardig → het is om hopelijk rechtvaardig te zijn
↪ Rechter moet altijd het recht volgen, ook wanneer dit niet altijd eerlijk is/niet ethisch
verantwoord is
Bv. Een dakloze die uit honger een appel steelt van een marktkramer moet een straf
krijgen van de rechter ‘la bouche de la droit’
Rechtspositivisme & natuurrecht
↪ Positief recht is het tegengestelde van het natuurrecht,
- Het natuurrecht = een recht dat niet voortvloeit uit beslissingen van geëigende politieke
instanties, maar dat er rechtsregels zijn die kunnen worden afgeleid uit de natuur of uit
het wezen vd mens
→ Natuurlijke, onvervreemdbare of universele rechten die aan iedereen zouden
moeten toekomen ⇒ leiden tot de fundamentele rechten! (= kern van ons recht)
- Het positieve recht = het geheel van de regels dat werd vastgesteld door de overheid &
bindend is voor alle burgers
→ Rechtspositivistische opvatting: er bestaat geen hoger recht, zijnde het natuurrecht
⇒ Positief recht = het enige bindende recht
Recht vs. rechtswetenschap
Door het rationele kan men komen tot de rechtswetenschap
→ Maar heel veel van wat er gebeurt in het recht is niet rationeel
Paradigma = het geheel van basisveronderstelling waarop een wetenschap is gebaseerd
→ De basis paradigma van het recht = iedereen wordt geacht de wet/het recht te kennen
( “nemo censetur ignorare legem” ) > Is niet mogelijk
⇒ Anders kan je iemand niet sanctioneren
⇒ Je kan dus nooit als verweer inroepen dat je het niet wist = rechtsdwaling
TENZIJ: je onoverkomelijke dwaling hebt: wanneer je een bepaalde juridische
problematiek hebt, wanneer je vooraf om advies gaat vragen aan een jurist; als die zegt
je moet dit doen, en wanneer je een tweede persoon raadpleegt die ook zegt dat je dit
doet; en dit is beide fout, dan kan je vrijuit gaan
4