1. Effectief gezag
- Bij wie ligt ultiem gezag, of dient dit te liggen
2. Over burgers
3. Binnen een bepaald territorium
Vragen die voorheen binnen de staat speelden, spelen nu ook daarbuiten…
Wat voorheen buiten de staat speelde, speelt nu ook daarbinnen
Vervlechting brengt normen (en feiten) van ‘buiten’ naar ‘binnen’ en andersom
Wat betekent deze nieuwe situatie voor het recht?
- Nationaal recht bestaat zeker en is vooralsnog het belangrijkste, maar het staat
onder sterke internationale en transnationale invloed
- Nationaal recht moeten we bestuderen in internationale, regionale, en transnationale
context (internationaal publiekrecht, verdragsrecht, Europees recht, en
rechtsvergelijking is onmisbaar geworden om te kunnen begrijpen wat er aan de hand is
om te kunnen bedenken hoe juridische problemen kunnen worden opgelost)
-
Homogeniteit: “De gemeenschap waarover gezag wordt uitgeoefend, heeft een gemeenschappelijke
cultuur en is een rechtsgemeenschap.” Belinfante
Nederland bestaat uit 4 landen: Nederland, Curaçao, Aruba en St. Maarten
Koninkrijk heeft federale trekken: ‘koninkrijksaangelegenheden’ en ‘autonome’ aangelegenheden.
Soevereiniteit heeft verschillende betekenissen tegenkomen:
- Dat in de internationale context staten soevereine staten zijn en zij elkaar
soevereiniteit moeten eerbiedigen
- Soms wordt bedoeld de kwestie welke instantie binnen de staat het hoogste
gezag uitoefent
- Soms wordt met soevereiniteit bedoeld hoe in politiek-filosofische zin de staat
legitiem gezag kan uitoefenen
Voor nu omschrijf ik soevereiniteit als “gezagsuitoefening met voorrang boven andere organisaties
(die gezag uitoefenen of kunnen uitoefenen)”. Dan zitten we dicht bij een historische omschrijving
van soevereiniteit als ‘hoogste gezag’. Soevereiniteit heeft een ‘intern’ aspect en een ‘extern
aspect’: met het interne aspect wordt het hoogste gezag binnen de staat. Over het ‘interne aspect’
gaat de volgende vraag.
Andere kenmerkende elementen van de Staat
• Publieke gezagsuitoefening is in beginsel eenzijdig
• Staat claimt het geweldsmonopolie
• In de EU: de staat is een legitieme democratische rechtsstaat
,Democratie:
- Regering door het volk
➢ Rechtstreekse democratie
- Regering namens het volk
➢ Vertegenwoordigende democratie
- Verkiezingen en andere volksstemmingen
- Meerderheidsbesluitvorming
- Verantwoording
Representatieve democratie:
• Politieke mandatering
• Verantwoording
- In presidentieel stelsel
- In parlementair stelsel
Vertegenwoordigende democratie: Presidentieel stelsel (uitvoerende macht) president gekozen &
parlement gekozen: beslissing over wie uitvoerende macht heeft, is niet aan het parlement’
Kenmerken rechtsstaat:
- Grondrechten
- Legaliteit
➢ Uitoefening overheidsmacht over burgers moet grondslag hebben in de wet
- Machtenscheiding
- Rechtsbescherming door onafhankelijke rechtspraak
Werkcollege week 1:
Nederland heeft een rigide Gw, deze is moeilijker te wijzigen
Staat Montevideo Convention:
- Afgebakend grondgebied
- Permanente bevolking
- Effectief gezag
- Bekwaamheid om internationale contacten te onderhouden
Gezag en soevereiniteit:
Waarop is het gezag van de Staat dan gebaseerd?
- Hobbes (1588-1679) Negatief beeld van een samenleving zonder Staat
- Locke (1632-1704) Iets positiever beeld in een samenleving zonder Staat
- Rousseau (1712-1778) Maatschappelijk contract tijdens oprichting overheid
- Rawls (1921-2002) Hoe kan je kijken of de regels rechtvaardig zijn. Teruggaan naar
de sluier van onwetendheid. Afspraken die dan worden gemaakt zijn rechtvaardig
Democratie: heerschappij door het
volk 3 kernelementen:
1. Vrije verkiezingen
2. Parlement is ieder geval medewetgever
, 3. Uitvoerende macht democratisch gelegitimeerd
Rechtsstaat:
- Bescherming tegen machtsmisbruik
(legaliteitsbeginsel) Doelen:
- Vrijheid
- Gelijkheid
- Rechtszekerheid
Art. 89 Gw regering kan ook zelfstandig regels maken
RvS bestaat uit een afdeling advisering en een afdeling bestuursrechtspraak (art. 73 Gw)
Week 2:
Grondwet artikel 43: De minister-president en de overige ministers worden bij koninklijk besluit
benoemd en ontslagen
Verkiezingen op 17 maart 2021: waarom?
- Periodieke verkiezingen
- Grondwet:
Artikel 52:
1. De zittingsduur van beide kamers is vier jaren
- Uitgewerkt in de Kieswet (o.m. C1)
- Aan de vooravond van de verkiezingen dient de Min-Pres het ontslag van het kabinet
in (sinds invoering evenredige vertegenwoordiging)
De andere reden voor verkiezingen
- Kabinetscrisis
Altijd verkiezingen bij kabinetscrisis?
- Vast gebruik, geen dwingende regel
➢ Formatie Kabinet Cals (1965)
➢ Interim-kabinetten (na val van regulier kabinet)
➢ Gebruik, maar goed
gebruik? Vertrouwensregel (1)
- Hoofdregel die het hele NL parlementair stelsel beheerst
➢ Tussen wie? Het hele kabinet en de tweede kamer, twijfel over eerste kamer.
➢ ‘Negatief’ Wantrouwens regel
➢ Aard van vertrouwen: vertrouwensverlies
➢ Vorm: hoe uit zich wantrouwen?
- Ongeschreven, maar dwingend recht
- Tot Grw 1983 (art. 86): ‘De koning benoemt ministers en ontslaat hen naar
- Gedeeltelijk beheerst door geschreven regels
- Overwegend is de vertrouwensregel
➢ Hoe zo?
- Sinds 1 april 2021: art. 11.1 RvOTK
➢ Voorheen: art. 139a&b RvOTK
Procedure:
- Overleg of vergadering met beoogde fractie voorzitters nieuw gekozen TK
- Kamervoorzitter (oude) wijst ‘verkenner’ aan
- In eerste plenaire vergadering TK: aanwijzing informateurs
- Informateurs
➢ Voorbereidend werk
➢ Ontwerp-regeerakkoord
- Tussentijdse verantwoording aan TK
- Uiteindelijk instemming Kamerfracties
- Formateur
➢ Ministers en staatssecretarissen
- Constituerend beraad
- Voordracht aan de koning
- Benoeming/weigering ontslag bij KB
RvO Ministerraad
Artikel 4:
1. De raad beraadslaagt en besluit over het algemeen regeringsbeleid en bevordert de
eenheid van dat beleid
2. Te dien einde beraadslaagt en besluit de raad onder meer over:
k. Voordrachten van de minister-president voor koninklijke besluiten tot benoeming en
ontslag van ministers en staatssecretarissen
De homogeniteitsregel
- Ongeschreven, bindende regel van staatsrecht
- Sinds 1848:
➢ Invoering van politieke ministeriële verantwoordelijkheid voor doen en laten koning
➢ Art. 42 lid 2 Gw ‘De koning is onschendbaar, de ministers zijn
verantwoordelijk’ Eén koning, één homogene ministerraad
Homogeniteitsregel: ‘Géén minister of staatssecretaris mag handelen in strijd met een genomen
besluit ministerraad.’
RvO MR:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur NoortjeMiddelkoop. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.