OPO bar 31 ‘Architectuur in Context B’
OLA ‘Geschiedenis van de stedenbouw’
Studiewijzer 2021-22
De cursus bestaat uit 3 soorten leerstof:
• Historische/culturele achtergrond: moet je kennen als context van de verschillende theorieën,
modellen, etc. die we gezien hebben. Je moet de link kunnen leggen tussen een bepaald
denken over de stad, en de sociale, politieke, culturele, etc. kenmerken van die periode.
• Teksten van ontwerpers, stedenbouwkundigen of academici waarin theorieën, modellen,
ideeën worden ontwikkeld: het is aangeraden deze teksten aandachtig te lezen. Je moet
minstens in staat zijn de leesvragen te beantwoorden die bij deze teksten op Toledo staan;
gebruik deze dan ook als kapstok bij je lectuur ervan.
• Toepassing van bovenstaande in concrete projecten, plannen, gebouwen.
Al wat hieronder vermeld staat behoort tot de leerstof. Je moet weten waar elk item voor staat, en het
in relatie kunnen brengen met de context waarin we het gezien. Van de projecten of , concepten die
in vetjes staan moet je ook een grafische weergave kunnen geven. Let wel: zoals uiteengezet
tijdens de colleges, gaat elke examenvraag vergezeld van een beeld of citaat dat je als kapstok van je
antwoord kunt/moet gebruiken. Je hoeft dus niets ‘blind’ van buiten te leren.
,H1: Inleiding
Definitie van stad, stedenbouw, verstedelijking: definities uit de literatuur; het is van belang dat je inziet
dat er van deze fenomenen (veel) verschillende en soms conflicterende definities of omschrijvingen
mogelijk zijn.
Stad
o Stad is de hoeveelheid faciliteiten per oppervlakte
o Mumford, What is a city? (1937) cultuurhistoricus, filosoof
• Geographic plexus ligt op een plaats voor een bepaalde reden (Gent tussen rivieren)
• Economic organization iedere inwoner is economisch verbonden
• Institutional process stad is gebaseerd op overeenkomsten (rood licht, docent praat)
• Emoties, gedeelde identiteit mensen in stad maken stad
o Wirth, Urbanism as a Way of Life (1938) socioloog, cijfers
• Stad is ‘redelijk’ groot
• Densiteit is belangrijk
• Stad heeft ‘lange’ duur
• Mensen met verschillende achtergronden
• Manier van leven is anders in stad
Verstedelijking
o Verstedelijking versimpeld ‘Verstedelijking beschrijft een verschuiving in de compositie van
de bevolking’ verhouding ruraal/stedelijk
o Verstedelijking vandaag mensen buiten steden hebben stedelijke levensstijl ontwikkeld
Stedenbouw
o Stedenbouw als interactie tussen factoren die leiden tot een stad
• Morfologisch patronen in ontstaan, ontwikkeling en planning
• Socio-cultureel stad als neerslag van maatschappelijke verhoudingen en
ideologieën
• Discipline discours, omgeving als wetenschappelijk studie-object
Childe, ‘The Urban Revolution’: belang van de stad in de (evolutie van de) menselijke beschaving; 3
paradigm shifts die te maken hebben met nederzettingspatroon van de mens.
o Childe marxistische benadering geschiedenis in sprongen 3 Paradigm Shifts
o Neolitische revolutie nomadische jagerscultuur naar agrarische bestaansvorm
• Kudde vangen in plaats van erachter lopen
o Urban revolution (3500-1500BC) ontstaan van hiërarchisch maatschappijsysteem
gebaseerd op handel en productie stad als product én katalysator GvdS geeft inzicht
in menselijke beschavingsgeschiedenis dorpsgemeenschap wordt stedelijk als
• Grootte & dichtheid, diversiteit, lange afstandshandel, complexe maatschappij
• Niet iedereen is familie meer
o Industriële revolutie (19e eeuw) grootschalige transformaties door mechanische productie en
distributie
• Plattelandsvlucht door vestigen van fabrieken in stad
• Voeding (continue toevoer door transport); militair (groei buiten omwalling, niet meer
nodig), vervoer (gemechaniseerd verkeer), energie (niet langer van natuur afhankelijk)
• Explosieve verstedelijking, stad groeit door mensen verder van centrum
, Ur: opbouw; basiselementen van de stad: omwalling, burcht/heiligdom, woonweefsel
o Basiselementen omwalling, nabijheid van water, centrale burcht/heiligdom, dicht weefsel
van straatjes en woningen
o Ur (Irak) als eerste stad, 30.000 inwoners
Principe van de sprawl, ontstedelijking, netwerkstad (zie ook laatste les)
o Ontstedelijking buiten stad vestigen, suburbanisering
o Sprawl Overal vestigen, dure landbouw door kleine percelen, lintbebouwing
o Netwerkstad stad als geheel van activiteiten, trajecten en bestemmingen i.p.v. stad als
collectie van plekken We blijven niet in één stad
A: water uit waterlopen
rond stad
C: Omwalde tempel,
burcht
Omwalling
Woonweefsel