Onderwijs en pedagogiek vanuit historisch perspectief
1 PEDAGOGISCHE HISTORIOGRAFIE
Pedagogische histografie = studie van opvoeding en onderwijs van het verleden
1.1 ORIËNTEREND BEGRIPPENKADER
Deze 3 termen vaak door elkaar gebruikt weldegelijk een verschil (geen
synoniemen)
1. Verleden= Omvat alle historische gebeurtenissen die voorbij zijn (verdampt niet
heden)
bv. de invoering van de wet van de leerplicht 1914
2. Geschiedenis= de studie van het verleden o.b.v. historische bronnen in archieven (=
materiële overblijfselen van het verleden)
o Gesitueerd in het heden: analyse, interpretatie van feiten, gebeurtenissen,
artefacten, processen
Verschillende brontypes:
Geschreven Materiële Visuele Mondelinge bronnen=
bronnen= voorwerpen = bronnen =
Voornamelijk in Historische Door Door meer interesse in het
historisme (enige artefacten minder technologisch bestuderen van het
objectieve bronnen) geloof in objectiviteit e vooruitgang dagelijks leven van de
in geschreven bronnen gewone man
Uitgegeven bronnen: Bv. gebruiksvoorwerpen Bv. schilderijen Bv. opgenomen getuigenissen
bevindt zich vaak in een als oude vaas of van personen die het verleden
bibliotheek schoolbanken hebben meegemaakt en hun
Onuitgegeven bronnen: herinneringen en ervaringen
geschreven over aspecten van het verleden
archiefdocumenten
3. Historiografie= grotere overkoepelende term geheel van onderzoek over een
bepaald thema met inbegrip van alle methoden en theoretische modellen die
historische pedagogen gebruiken om verleden te bestuderen
1.2 PEDAGOGISCHE HISTORIOGRAFIE TEGEN HET LICHT VAN HAAR
GESCHIEDENIS: PARADIGMATISCHE WISSELS
Paradigma=
Een samenhangend stelsel van modellen en theorieën die het denkkader vormen waarbinnen
de werkelijkheid wordt onderzocht, geanalyseerd en beschreven.
Bril waarmee je naar de werkelijkheid kijkt bepaalt welke thema’s ze onderzoeken,
de bronnen die ze gebruiken, opvattingen (de werkelijk is zoals hij is maar de manier
waarop je naar ze kijkt hangt af van je bril)
Verschillende benaderingswijzen (verschillende brillen) maar niet 1 juiste
De pedagogische histografie heeft belangrijke evoluties doorgemaakt + de betekenis
zelf is ook veranderd.
Voorbeeld paradigmaverschuiving:
Overtuiging in de 19de een vroege 20ste eeuw dat enkel geschreven bronnen een
objectieve studie van het verleden toelieten --> dus enkel de methode van de historische
documentanalyse de historicus in staat stelde om het verleden objectief te beschrijven. 2de
helft van de 20 ste eeuw --> opvatting op een helling te staan
1.2.1 VAN HISTORISME NAAR EEN IDEEËNGESCHIEDENIS TOT DE ‘NEW CULTURAL HISTORY
OF EDUCATION’
1.2.1.1 HET NEGENTIENDE EEUWSE HISTORISME
Historism Het dominante paradigma in de 19de en vroeg 20ste eeuw
e=
1
, Onderwijs en pedagogiek vanuit historisch perspectief
Geschied Wetenschappelijke onderneming dat werd onderwezen aan de universiteiten
enis=
Leopold Duitse historicus, beste vertegenwoordiger van het historisme
Von Ontwikkelde 1ste bouwstenen voor bronnenkritiek: bron op materiële als
Ranke inhoudelijke aspecten beoordelen via hulpwetenschappen
Overtuiging: historische realiteit exact kunnen beschrijven. = objectieve
beschrijving van het verleden
o Voorwaarde: bron laten spreken voor zichzelf
o Fotograaf neemt foto van werkelijkheid, de foto zelf is een objectieve
weergave van de realiteit historisch werk spiegel van verleden
o Positionaliteit van de onderzoeker speelde geen rol door
principes toe te passen kon hij een objectief relaas vertellen
Gevolg: In 19de eeuw grootte ontstaansgeschiedenissen (=grand narratives)
geproduceerd
Groot belang gehecht aan schriftelijke bronnen = enige objectieve bronnen
Geschreven door: administraties, koningen leven van de gewone man of
vrouw kwam daar niet in voor + andere brontypes niet onderzocht wegens
hun subjectieve aard
Acts and Historisme richtte voornamelijk op een acts and facts history = beschrijving
facts van de feitelijke ontwikkeling van moderne, nationale onderwijssystemen
history groeiproces + sociale vooruitgang van het moderniseringsproces legitimeerde
Ze vertelde over de heroïsche vooruitgang moderne onderwijssystemen
die zich uit de primitieve grondvesten van het ancien regime hadden weten
te ontwikkelen tot een modern, rationeel geordend onderwijsbestel.
Gelijkaardige met de ontwikkeling van de natuurwetenschappen opzoek naar
wetmatigheden om de natuur te verklaren. Groot vertrouwen in wetmatigheden kan
ons iets leren om maatschappelijke vooruitgang te geven
Historisme zocht ook naar wetmatigheden
1.2.1.2 POSTMODERNISME
Invloedrijke stroming (= overkoepelende naam voor een cultuurstroming 1950-70)
Kritiek historisme stelde de assumptie van het modernisme in vraag wetenschap
nooit volledig objectief
o Wetenschap is een gesitueerde activiteit cultureel historisch bepaald
o Gevolg: objectieve reconstructie van verleden komt onder vuur te liggen
o Heeft invloed gehad op historische pedagogiek
1.2.1.3 RADICAAL REVISIONISME
Toonde aan dat het moderne volksonderwijs niet de emancipatie maar de
socialisatie van de massa had beoogd.
o Doel Burgers die productieve arbeiders zijn of gehoorzaam zijn
o School geen onderdeel voor maatschappelijke vooruitgang
o School wel een instituut om status quo te legitimeren
Radicaal revisionisme gaf kritiek op de stelling dat iedereen de kans had om naar
school te gaan.
o Arbeiders konden wel naar school gaan maar niet naar de universiteit dat
zorgde ervoor dat de sociale ongelijkheid blijft
o De elite heeft de massa weten te controleren en disciplineren = school als
intituut van sociale reproductie van bestaande ongelijkheid.
1.2.1.4 NEW CULTURAL HISTORY OF EDUCATION
Jaren 90 Het historisme werd gaande weg in vraag gesteld -> naïef, gedateerd omdat je
enkel of feiten beperkt
2
, Onderwijs en pedagogiek vanuit historisch perspectief
Domina Eind vorige eeuw werd de ‘new cultural history of education’ dominant
nt: Gaf kritiek op historisme en radicaal revisionisme
Sterk is ingegeven door postmodernisme dat assumptie van het
modernisme in vraag stelt
Basis 1. De kritiek op de vermeende objectiviteit van de geschiedenis
assumti 2. De interdisciplinariteit en het multiperspectivsme in benaderingen
es: 3. De linguistic trun ten aanzeien van taal en een neiuwe benadering ervan in relatie tot
(historische) realiteit
4. De material turn, of de groeiende aandacht voor het belang van de materialiteit in een
voor de studie van het opvoedings-en onderwijsverleden
1. Kritiek op de vemeende objectiviteit van de geschiedschrijving
Kritiek op hoe we naar de historische realiteit kijken we houden geen rekening met
de positionaliteit van de onderzoeker, twijfel bij of de ondezoeker zelf niets toevoegd.
Wat moet er wel: Grotere transparantie over je positionaliteit: hoe jij denkt, op
welke manier heeft dat een invloed op de manier waarop ik dat onderzoek van het
verledenh heb aangepakt.
o Inzicht krijgen in de context waarbinnen een historische actor leefde omdat dat
voor een stuk zijn denken, zijn geschriften heeft bepaald
Bv. Von rankes opvattingen over de mogelijkheid om de historische feiten exact te reconstrueren niet zomaar als
naïf gezien --> werd gecontextualiseerd binnen het toenmalige vigerende normen en waardenkader
2. Belang van een multiperspectivistisch en multidisciplinarie benadering van het
opvoedings en onderwijsverleden
Wat: Over eenzelfde onderwerp kunner er verschillende geschiedenissen geschreven
worden niet 1 waarheid = nood aan multiperspectief = Historische realiteit
bekijken vanuit verschillende perspectieven.
Via: Veel meer aansluiting zoeken van theoretische en conceptuele kaders uit
disceplines zoals sociologie, antroplogie… kritiek op historisme omdat ze zich
beperkten tot historische hulpwetenschappen
Gevol Maken andere benaderingswijzen mogelijk bv. de gewone opvoedingsrealiteit
g: m.a.w. als je een andere groep wil benaderen dan zal je ook andere bronnen
moeten raadplegen dan enkel geschreven bronnen (zoals schilderijen) waardoor
ook nieuwe methoden belangrijk werden om de bronnen te ondezoeken.
Vooraf werd er nooit naar de gewone mens gekeken, andere culturen,
mensen met beperking (waren als irrelvant gezien en gemarginaliseerd)
maar die spelen ook een grote rol in het pedagogische histoigrafie
3. Linguistic turn
Taal niet meer eenduidig representationeel maar materieel werd benaderd
Taal niet meer een symbolische representatie van de historische werkelijkheid --> een
poststructuralistische visie waarin taal onderdeel is van en een co-constructief is van
de werkelijkheid
Taal is ook een representatie van een bepaalde manier van denken --> niet objectief
Constructie van een historisch narratief
Bv. hoe in het verleden spraken over andere culturen, dat gaf vorm aan hun realiteit, dat bepaalde ook
hoe mensen dachten over hen, het gaf ook vorm of labels worden geplakt op jongeren zoals adhd. Het
is een uitdrukking van de realiteit maar het creëert ook een bepaalde werkelijkheid
4. De material turn
Objecten krijgen hele belangrijke betekenis enkel geschreven bronnen zijn te weinig
om verleden te vertelen
Bv. geschiedenis van de school
Bouwt verder op de linguistic turn
o Taal niet enkel als transparante betekenisgever van de realiteit
o Maar ook een actor die bepaalde realiteiten schept
3
, Onderwijs en pedagogiek vanuit historisch perspectief
Onderwijs en opvoeding wordt gemaakt door mensen: in het onderwijs zijn ouders,
leerlingen leerkrachten… betrokken --> dit betekent dat je ook niet langere kan
beperken tot de institutionele bronnen die je in heel wat archieven kan terug vinden.
Gebruik dus verschillende bronnen; materiële actoren, objecten, of materialiteiten
spelen een rol in het begrijpen van de geschiedenis
Schoolcultuur werd heel belangrijk meer aandacht voor dagdagelijkse praktijken,
Het wijst meer op kritsche manie bekijken, hoe komt het dat wij bepaalde zaken nu
vanzelfsprekend vinden zoals waarom luisteren leerlingen netjes naar de leerkracht) en dat
gaan we kritisch bekijken via de schoolcultuur
1.3 BELANG VAN EEN HISTORISERENDE AANPAK
2 benaderingswijzen
Menselijke actor drijft dat aan historiserend stelt dit in vraag
HISTORISTISCH PERSPECTIEF HISTORISEREND PERSPECTIEF
Idee van reconstructie: hoe het Idee van een constructie
eigenklijk was Overtuiging van het verhaal dat ik vandaag schrijf over
De historische realiteit exact het verleden geen reconstructie is van feiten. Maar is
herschrijven eignlijk een constructie van een narratief op basis van
mijn interpretaties van de feiten
De bron als spiegel der realiteit De bron representeert een geconstueerd
Product van dat schrijven is identiek narratief
aan relatieit Bron niet langer spiegel van de werkelijkheid
Geconstrueerd vanuit bepaald doel en
perspectief
Je moet een kritisch houding hanteren tov de
bron en archief
Agency: wat hebben mensen in Agency: de actor als subject (decentering the
het verleden gedaan? subject)
Specifieke opvatting--> De actors zijn het onderwerp van iets
historische actoren Je kijt niet alleen naar wat heeft iemand in het
Wat hebben historische actoren verleden gedaan maar je kijkt naar: wat heeft
allemaal gedaan iemand in het verleden gedaan en wat zijn de
Bepaalde mensen kunnen externe factoren die zij handelen hebben bepaald
bepaalde dingen doen en wij Mens is niet perce centraal gegeven maar bevind
beschrijven dat op een feitelijke zich in een web met materiële en talige
manier zonder meer structuren
Romantisering van het archief Het archief als een kritische ruimte
Het arcief is een soort van goudmijn Eigenlijk wordt dat archief veelmeer een soort van
waar de historicus inspringt en data kritische ruimte die bestaat uit verchillende
uit gaat plukken die hij of zij kan verhaallijnen
gaan gebruiken voor zijn
reconstructie
History for the present
De geschiedenis werd niet altijd toegepast en ingepast = bruikbaar te maken om een
bepaald uitpsraak legimiteit te geven
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur malikadesruelle. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,89. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.