Burgerlijk recht II
HC 1 Bronnen van verbintenissen
Algemeen
- Vermogensrecht = goederenrecht + verbintenissenrecht
- Verbintenissenrecht gaat over rechten jegens een persoon
- Bronnen van verbintenissen: wet + overeenkomst
- Aanspraak = vorderingsrecht
- Verbintenis = verplichting
- Aanspraak van de een is de verplichting van de ander
Definitie verbintenis
‘’Een vermogensrechtelijke rechtsband tussen twee of meer partijen waarbij de ene partij een
prestatie verschuldigd is en de andere partij tot die prestatie gerechtigd is’’
→ NB:
- Begrip verbintenis in ruime zin → gehele rechtsbetrekking
- Begrip verbintenis in enge zin → schuld; passiefzijde: alleen de verplichting
- Verbintenis is een rechtsplicht; niet iedere rechtsplicht is een verbintenis
- Verbintenis versus Obliegenheit
- alleen een verplichting zOnder tegenprestatie → geen aanspraak dus geen
verbintenis
- klachtplicht
Soorten
- resultaatsverbintenis
- inspanningsverbintenis
Art. 6:1 BW:
“Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.”
HR 30 januari 1959, NJ 1959, 548 (Quint/Te Poel):
- “(…) dat uit deze woorden immers geenszins volgt, dat elke verbintenis rechtstreeks
op enig wetsartikel moet steunen, doch daaruit slechts mag worden afgeleid dat in
gevallen die niet bepaaldelijk door de wet zijn geregeld, de oplossing moet worden
aanvaard die in het stelsel van de wet past en aansluit bij wél in de wet geregelde
gevallen.”
I. Verbintenissen die de wet expliciet noemt:
- onrechtmatige daad, onverschuldigde betaling, ongerechtvaardigde verrijking,
ongedaanmakingsverbintenis, zaakwaarneming etc.
II. Bronnen waar de wet naar verwijst:
- overeenkomst, redelijkheid en billijkheid, rechterlijke uitspraken etc.
Typen verbintenissen
Artikel 3:296 BW bepaalt:
- “Tenzij uit de wet, uit de aard van de verplichting of uit een rechtshandeling anders
volgt, wordt hij die jegens een ander verplicht is iets te geven, te doen of na te laten,
daartoe door de rechter veroordeeld.”
,1. afdwingbare verbintenissen
- vOrderingsrecht → rechtsvOrdering
2. natuurlijke verbintenissen (art. 6:3 BW)
- niet rechtens afdwingbaar
- wet (verjaring; kansspel) of rechtshandeling (herenakkoord)
- dringende morele verplichting van zodanige aard dat naleving daarvan (…) naar
maatschappelijke opvattingen als voldoening van een aan die ander toekomende
prestatie moet worden aangemerkt.
- NB. Omzetting: art. 6:5 BW: natuurlijke verbintenis wordt rechtens
afdwingbare verbintenis (=civiele verbintenis)
- NB. Betaling o.g.v natuurlijke verbintenis is niet onverschuldigd (HR
Goudse bouwmeester)
Obligatoire overeenkomst
Obligatoire overeenkomst = verbintenisscheppende overeenkomst
1. Definitie:
- Een overeenkomst is een meerzijdige rechtshandeling, waarbij één of meer partijen
jegens elkaar een verbintenis aangaan (art. 6:213 BW)
2. Totstandkoming:
- Een overeenkomst komt tot stand door aanbod en aanvaarding daarvan (art. 6:217 lid
1 BW)
- Aanbod
- (vormvrij) voorstel (verklaring) tot het sluiten van een overeenkomst
- gedaan met de bedoeling gebonden te raken door aanvaarding (op
rechtsgevolg gerichte wil)
- gericht tot een of meer bepaalde personen
- dat voldoende bepaald is (voldoende duidelijk zijn waar het omgaat)
- Precontractuele fase
- "dat partijen, door met elkaar in onderhandeling te treden over het sluiten van
een overeenkomst, tot elkaar komen te staan in een bijzondere, door de goede
trouw beheerste rechtsverhouding, meebrengende dat zij hun gedrag mede
moeten laten bepalen door de gerechtvaardigde belangen van de wederpartij."
- HR 15 november 1957, NJ 1958, 67 (Baris-Riezenkamp)
- HR Plas-Valburg
- Fase 1: contractsvrijheid; afbreken onderhandelingen mag
- Fase 2: afbreken mag, maar vergoeding van negatief
cOntractsbelang → in de pOsitie brengen alsOf de wederpartij
jOu noOit was tegengekOmen
- Fase 3: afbreken is in strijd met redelijk en billijkheid
- gerechtvaardigde verwachting dat er een contract tot stand zou
komen
- verplichting tot dooronderhandelen
- sluiten contract (evt. met dwangvertegenwoordiging art. 3:300
lid 1 )
- vergoeding pOsitief cOntractsbelang → dat vergoeden
waar hij recht Op zOu hebben als het cOntract was
dOOrgegaan
, (incl eventuele winst)
- HR CBB-
JPO
- “Als maatstaf voor de beoordeling van de schadevergoedingsplicht bij
afgebroken onderhandelingen heeft te gelden dat ieder van de
onderhandelende partijen vrij is de onderhandelingen af te breken,
tenzij dit op grond van het gerechtvaardigd vertrouwen van de
wederpartij in het totstandkomen van de overeenkomst of in verband
met andere omstandigheden van het geval onaanvaardbaar zou zijn.
Daarbij dient rekening te worden gehouden met de mate waarin en de
wijze waarop de partij die de onderhandelingen afbreekt tot het
ontstaan van dat vertrouwen heeft bijgedragen en met de
gerechtvaardigde belangen van deze partij. Hierbij kan ook van belang
zijn of zich in de loop van de onderhandelingen onvoorziene
omstandigheden hebben voorgedaan.”
- Kern: terughoudendheid:
- t.a.v. aannemen derde fase en
- t.a.v. de verplichting tot vergoeding positief contractsbelang
- Criteria: rekening houden met:
- mate waarin en de wijze waarop de partij die de
onderhandelingen afbreekt tot het ontstaan van dat vertrouwen
heeft bijgedragen
- de gerechtvaardigde belangen van de afbrekende partij
- NB. mede van belang: onvoorziene omstandigheden
Werkgroep
‘’Te mooi om waar te zijn’’
- geen reden voor eenzijdige ontbinding want ontbinding vereist tekortkoming in de
nakoming
- wel relevant voor de totstandkoming van een overeenkomst
Discrepantie tussen wil en verklaring
- dan is er dus wel een wil → anders dan bij een wilsgebrek
HC 2 Wilsvertrouwensleer
Aanbod
- (vormvrij) voorstel (verklaring) tot het sluiten van een overeenkomst
- gedaan met de bedoeling gebonden te raken door aanvaarding (op rechtsgevolg
gerichte wil)
- gericht tot een of meer bepaalde personen
- dat voldoende bepaald is (voldoende duidelijk zijn waar het omgaat)
Aanvaarding
- (vormvrije) acceptatie van het aan de wederpartij gedane, nog geldige aanbod
(verklaring)
- gedaan met de bedoeling om gebonden te raken (op rechtsgevolg gerichte wil)
- gericht tot de aanbieder
- dat inhoudelijk overeenstemt met het aanbod
, NB. afwijkende aanvaarding is een verwerping: art. 6:225 lid 1 BW)
Verval van een aanbod
1. door tijdsverloop
a. aanbod zonder termijn: (art. 6:221 lid 1 BW)
i. mondeling: indien niet onmiddellijk aanvaard
ii. schriftelijk : indien niet binnen redelijke termijn aanvaard
b. met termijn: door verstrijken van termijn (art. 6:221 lid 2 BW)
2. door verwerping (art. 6:221 lid 2 BW)
3. door herroeping:
a. aanbod is herroepelijk (art. 6:219 lid 1 BW)
b. Uitzondering:
i. indien aanbod termijn voor aanvaarding inhoudt
c. NB. Herroeping niet meer mogelijk (art. 6:219 lid 2 BW)
i. indien aanbod reeds is aanvaard
ii. indien mededeling tot aanvaarding is verzonden: lid 2
Propedeuse
- Verschil herroeping (art. 6:219 BW) en intrekking (art. 3:37 lid 5 BW)
- Ontvangsttheorie (art. 3:37 lid 3 BW)
- Uitnodiging om in onderhandeling te treden
- "dat een advertentie waarin een individueel bepaalde zaak voor een bepaalde
prijs wordt aangeboden, in het algemeen slechts een uitnodiging inhoudt om in
onderhandeling te treden.”
- HR 10 april 1981, NJ 1981, 532 (Hofland/Hennis)
- geen aanbod want andere aspecten kunnen een rol spelen: past de bewoner wel
in de buurt bijv.
- Rechtshandeling
- wil + verklaring = rechtshandeling (art. 3:33 BW)
- aanbod= wil + verklaring (= eenzijdig gerichte rechtshandeling)
- aanvaarding = wil + verklaring (= eenzijdig gerichte rechtshandeling)
- Art. 3:37 lid 1 BW: vormvrij
- Art. 3:37 lid 3 BW: ontvangsttheorie
Wilsvertrouwensleer
- in beginsel: de geopenbaarde wil (art. 3:33 BW)
- bij discrepantie: opgewekt vertrouwen (art. 3:35 BW):
- opgewekte schijn
- gerechtvaardigd vertrouwen bij de wederpartij (evt. onderzoeksplicht)
- onder omstandigheden beroep op art. 3:35 BW in strijd met art. 6:2 BW (zie
Westhoff- Spronsen) → ‘’bekijk het maar, ik neem Ontslag!’’ → het nadeel dat
iemand lijdt mOet wOrden meegewOgen: OnderzOeksplicht → hOe meer nadeel,
hOe meer OnderzOeksplicht Om te onderzOeken of iemand wel echt wil
- HR 17 december 1976, NJ 1977, 241 (Bunde-Erckens) → misverstand in betekenis
- dat (...) indien partijen die een overeenkomst wensen te sluiten, daarin een voor misverstand
vatbare uitdrukking bezigen, die zij elk in verschillende zin hebben opgevat, het antwoord op
de vraag of al of niet een overeenkomst tot stand is gekomen, in beginsel afhangt van wat
beide partijen over en weer hebben verklaard en uit elkaars verklaringen en gedragingen,
overeenkomstig de zin die zij daaraan in de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mochten
toekennen hebben afgeleid.”
- is de manier waarOp jij het Opvatte oOk de juiste manier → vier punten:
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur PleunReijnen. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.