Leerpad A – dieetleer bij diabetes mellitus
1. de inleiding
⇒ doel = 1. Glucosewaarden zo normaal mogelijk houden (70-110mg/dl)
en verschijnselen hypo- en hyperglycemie voorkomen. 2. Voorkomen en
uitstellen van complicaties en afwijkingen aan de bloedvaten en zenuwen
(hangt samen met hoge glycemiewaarden)
- Diabetes is een stofwisselingsziekte waarbij er op korte termijn
hypo- en hypercomplicaties zijn + mogelijks overgewicht bij DM2
- 4 pijlers voor behandeling van diabetes: gezonde aangepaste
voeding, genoeg bewegen, zelfcontrole- of regulatie (medicatie) en
educatie.
- Langetermijncomplicaties: macrovasculair (HVZ), microvasculair
(retinopathie, nefro- en neuropathie), voetproblemen, infecties en
tandproblemen
2. behandeling van diabetes type 1
2.1 diabetesvoeding: evenwichtige en gezonde voeding
⇒ op basis van de voedingsdriehoek en hierdoor is het geen ‘diabetesdieet’ meer
maar om diabetesvoeding:
- Normaal gehalte aan vet (max. 30-35 En%), met laag gehalte verzadigd vet
en transvetten en goede vetzuurhouding → VV en TV worden vervangen door
onverzadigd vet (plantaardige oliën, vette vis), want ze zijn risico voor HVZ
- Normaal eiwitgehalte (10-15En%)
- Koolhydraten ( 55En%) met aandacht voor:
o Complexe, meervoudige koolhydraten ‘trage suikers’: zetmeelrijk
(graanproducten, brood, deegwaren, aardappelen, groenten)
o Voeding hoog aan vezels (ongeraffineerde, volkoren graanproducten,
groenten) → koolhydraten worden trager geabsorbeerd in bloed en
vertragen glucose-absorptie + langzamere glycemie-stijging.
Volkorenbrood i.p.v.. wit brood + vers fruit i.p.v. fruitsap/gedroogd fruit
o Spreiding van de koolhydraten en binnen een maaltijd KH-gehalte
constant houden → KH-ruilwaarden
Moet worden afgestemd op hoeveelheid
insuline (eenheden) → normoglycemie kan
bereikt worden
Verdeling over de dag en is afhankelijk van
insulinetherapie
Naast 3 hoofdmaaltijden 3-4 tussendoortjes →
minder piek en meer tragere absorptie
Beperking van zuivere, enkelvoudige, zoete suikers (snelle
suikers): suiker in ‘verpakte vorm’ dus de snelle suikers eten
met een product met traag resorbeerbare KH, vezels, eiwitten of
vetten bv. volkoren boterham met confituur. → evt. zoetstoffen
Glycemische index (GI): geeft aan hoe snel KH worden
opgenomen a.d.h.v. trage of snelle. De trage worden traag
1
, opgenomen, met minder glycemie-stijging en risico hypo. Getal
gaat van 0-100, GI = <55 is laag, GI van 55-70 is gemiddeld en
>70 is hoog
Glycemische lading: is het effect van eten
op de suikerspiegel dus GL >20 is hoog, 10-
20 is gemiddeld en <10 is laag.
Index en lading: worden beïnvloed door
vetten, eiwitten, vezels, bereidingswijze en is
persoonsgebonden (maaglediging,
darmwerking,..)
Kijk naar gehele nutriëntensamenstelling +
nadruk op kwaliteit van KH
2.1.1 praktische realisaties – koolhydraatruilwaardensysteem
⇒ voeding moet worden gespreden en constant gehouden worden over
verschillende dagen.
- Regel: 1 KH-ruilwaarde/broodwaarde: gelijk aan 12,5g (10-15g) KH. Dus 1
snede brood, dus daarom broodwaarden
- Koolhydraten afstemmen aan insulineschema + in overleg met arts en diëtist
- 3 hoofdmaaltijden (+ evt. tussendoortjes) + aanpassen
naargelang situaties (ziekte, sport, uit eten gaan)
- Realisatie: lees de etiketten (KH-gehalte, suikergehalte,
totale vetten, vetzuurverdeling en voedingsvezelgehalte)
2.2 voldoende lichaamsbeweging
⇒ goed voor stofwisseling en verlaagt de insulinebehoefte doordat de
insulinereceptoren op celmembraan (vd spieren) gevoeliger worden voor insuline.
Zowel de voeding ALS de insuline moet worden aangepast in functie van de fysiek.
3. behandeling van diabetes mellitus type 2
⇒ eerst advies dieet en gezondere leefstijl +energiebeperkt dieet bij overgewicht
- Voeding gericht op normaliseren gewicht en behandeling vd
insulineresistentie: gewichtsverlies van 5-10% kan insulinegevoeligheid
verhogen + BD en cholesterolgehalte verlagen en CV risico verminderen
o laag verzadigd vet- en suikergehalte en hoog aan vezels + verdeling
macronutriënten
- Voldoende beweging: insulinebehoefte daalt en er is meer energieverbruik
- Orale antidiabetica (OAD)
4. verschillen in voeding tussen type 1 en 2
Type 1 & 2 met insuline- Type 2 zonder medicatie of
injecties enkel OAD
Hoeveelheid energie Ondergewicht: meer energie Overgewicht:
Overgewicht: energiebeperking energiebeperking
KH-verdeling over de dag Zo regelmatig mogelijk Wenselijk
2