Taalgebruik B
1. Taalvariatie
- Nederlands = Pluricentrische taal
ð Taal met 2 of meer standaardvormen (NL, BE, SUR)
ð Standaardtaal bevat soms andere woorden en voldoet aan andere
normen.
- Taalregister
à Informeel (vertrouwelijk), Neturaal, Formeel (afstandelijk)
ð Afhankelijk van het doelpubliek, tekstdoel, kanaal en teksttype
Woordenboeken geven aan tot welk taalregister ze behoren.
1.1. Nationale taalvariatie (natiolecten)
1.1.1. Begripsomschrijving
o Standaardnederlands = officiële variant van het Nederlands
ð Onderwezen op school
ð Wordt gebruikt door de overheid en media in Ned. Taalgebied
ð Standaar of norm voor correct taalgebruik wordt aanvaard
ð Uitspraak, syntaxis en woordenschat
o Nederlandse Taalunie
ð Bewaakt & beschrijft Standaardnederlands
ð Officiële nieuwste spelling van de Nederlandse taal
= Groene boekje
ð Grammatica
= ANS (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
o Onderscheid tussen geschreven & gesproken taal.
o Zuidelijk deel van Noord-Holland & provincies Zuid-Holland & Utrecht
= komt meest overeen met gesproken Standaarnederlands
o Vlaanderen => VRT-Nederlands de norm
o Bepaalde ‘elitaire’ groepen (academici, onderwijsmensen,…) bepalen de norm
1.1.2. Ontstaan en verbreiding
Ontstaan in hogere kringen => Kleinere provinciesteden => Lagere
bevolkingsgroepen => Platteland
Groot verschil in standaardiseringsproces Vlaanderen & Nederland
Standaardisering = Langzaam proces dat vlugger in schrijftaal dan in
spreektaal voltrekt.
1.1.2.1. Nederland
§ Schrijftaal
ð 16de – 17de eeuw
ð Sterke behoefte aan eenheidstaal
o Boekdrukkunst
o Opkomst protestantisme
o Doorbraak renaissance: 1 natie, 1 taal
ð Gebaseerd op Hollandse dialecten
ð Zuiderlingen immigreerden naar Noorden
= Geschreven standaardtaal verspreidde via bijbellectuur
, § Spreektaal
ð Half 19de eeuw
ð Hollands als basis
ð Voorschriften uniforme uitspraak
ð Streefdoel: onhoorbaar uit welke streek men kwam
§ Verbreiding (= natuurlijk proces)
ð Onderwijs
= Verbeterde kwantitatief & kwalitatief
= Leerplicht verlengd tot 17 jaar
ð Verkeer
= Leefkring uitbreiden
= In aanraking komen met mensen uit andere streken
= Verder van huis werken
ð Migratie
= Stroom platteland naar stad en andersom
= Veel mensen werken in de stad, wonen in naburige dorpen
ð Media
ð Beroepsstructuur (Meer/verdere contacten leggen dan vroeger)
ð Prestige
= Sociaalpsychologisch
= Wordt gebruikt door hogere groepen => meer prestige dan
dialect
§ Neerlandisme (hollandisme, nederlandisme, neerlandicisme)
ð Taalvorm uitsluitend gebruikt in Nederland
ð Sommige beschouwd als afwijkend van het Standaardnederlands
o Dat ken jij wel zeggen, me fiets is gestolen
ð Andere geaccepteerd als Standaardnederlands in Nederland
o Frikandel (curryworst), pinpas (bankkaart)
1.1.2.2. Vlaanderen
§ Geen standaardiseringsproces tussen 16de en 19de eeuw
• Katholiek en dus negatief tegen Protestanten
• Frans als voertaal voor weteschappen, bestuur en onderwijs
• 1898: Gelijkheidswet (Nederlands = officiële taal Vlaanderen)
• Geen Frans zoals elite, geen dialect zoals ‘gewone man’
o Nederlands uit het noorden => Norm
§ Jaren 50/60/70 van de 20ste eeuw
• Verenigingen voor beschaafde omgangstaal organiseerde:
o ABN-veertiendaagses, taalcongressen &
welbesprekendheidstoernooien
• ABN-kernen op school = verenigingen die ABN promootten
• ABN-centrale = reportages & films produceerde
• Openbare omroep
o Taalverzuiveraars op tv (Hier spreekt men Nederlands)
o Taalrubrieken in kranten & tijdschriften
• Ipv dat Ned.-Ned. de norm is; Nederlands-Nederlands &
Belgisch-Nederlands nu beiden variëteit van het Nederlands
, § Belgicisme
ð Sommige beschouwd als afwijkend van Standaarnederlands
o Mazout (stookolie), sacoche (handtas
ð Andere geaccepteerd als Standaardnederlands in België
o Frikadel (gehaktbal), jobstudent
1.1.3. Nederlands-Nederlands, Belgisch-Nederlands, Surinaams-Nederlands
§ Gedachten Nederlanders: Vlaams kleurrijk is, Vlamingen beter op hun
taal passen of Vlaams maar een raar taaltje is.
§ Gedachten Vlamingen: Jaloers op perfecte beheersing Nederlands
door Nederlands of net dat Nederlands kil is.
o Artikel: Sappig Nederlands in Suriname
§ NL’ers: Houden van Vlaamse tongval – Surinaams plezierig,
vermakelijk, vreemd en sappig
§ Vlamingen: Nederlands van NL’ers plezierig, vermakelijk, netjes &
hoogmoedig – Surinaams plezierig, vermakelijk, vreemd en sappig
§ Surinamers: Trots op hun Nederlands, duidelijker, trager en beter
articuleren
o Artikel: AN, BN en … NN
§ Nederland-Nederlands en Belgisch-Nederlands zijn beide variëteiten
van het Nederlands
§ AN = De doorsnede van de 2 nationale variëteiten: alle woorden,
uitspraakvormen en constructies die in het hele Nederlandstalige
gebied gebruikt worden in de standaardtaal
1.1.3.1. Verschillen tussen Nederlands- en Belgisch-Nederlands
§ Spelling
• Geen officiële verschillen
• Niet altijd het geval
à Midden 19de eeuw discussie
§ Integrationisten: willen 1 standaardtaal
§ Particularisten: wilde eigen Vlaamse
taal/spelling
• Na WOII: Cultureel verdrag tussen BE & NL
à Regelmatig overleg over spelling Nederlands
• 1980: Taalunieverdrag
à Doel: De integratie van NL en de Nederlandse
gemeenschap in BE op het gebied van de Nederlandse
taal en letteren in de ruimste zin.
§ Grammatica
• Gebruik jij en u
o Vlaanderen: Tot jaren 30 gij-eenheidssysteem
o Nederland: gij heel ouderwets (Bijbel)
• Doorbreking van de werkwoordelijke eindgroep
o Voltooid deelwoord vooraan/achteraan
o Vb: Hij heeft er niet willen over zeggen.(BE)/Hij heeft er
niet over willen zeggen.(NL)