Romeins Recht
Hoorcollege 1: aard van de persoonlijke rechten
Waarom dit vak?
• Imperium Romanum
o Val van het Romeinse rijk => Donkere tijd: geen ander rijk dat opstaat =>
Versplinterde, vervallen wereld
o Unieke wereld van de Romeinen tot de 19e eeuw: zoals met het
recht, infrastructuur etc.
o Tweeduizend jaar geschiedenis: 6e eeuw tot val Constantinopel 15e eeuw
o Invloed op de Europese geschiedenis
o “Culturele Rome-idee”: het idee dat de wereld onder de Romeinen beter
was dan nu => Bijzonder in het recht
• Receptie van het Romeinse recht
o Het fenomeen ‘wetboek’: eerste instinct van de jurist om naar een wetboek
te grijpen is Romeins
o Inhoud van het Romeinse recht
o “Niet omdat het Romeins is, maar om het Recht
is” Het album van de praetor
• Praetor is een hoge Romeinse magistraat (zie hc 7), functioneerde als een
soort minister van justitie => Hij kon zelf regels maakte
• Dat heette het album, werd gedaan aan het begin van de ambtstermijn
• Portwachter voor de civiele procedure: je moet eerst langs de praetor om je
procedure te starten => Te vergelijken met ons strafrecht: verschillen tussen
delicten
om te bewijzen dat dat gebeurd is: bij Romeins ook zo in privaat recht => Bewijzen bij
de praetor
Indeling van rechtsvorderingen
• Inst., 4,6,1
, “De belangrijkste indeling van alle rechtsvorderingen waarmee tussen personen bij
rechters of arbiters wordt geprocedeerd over enig vermogensrecht is er een in twee
soorten: want ze zijn ofwel zakelijk, ofwel persoonlijk”
• Belangrijkste indeling in vermogensrecht: vorderingen ofwel zakelijk of persoonlijk
• Tussen personen of tussen persoon en zaak
• Absolute en relatieve rechten
Zakelijke en persoonlijke acties
• D. 44,7,25 pr. (Ulpianus, 1 reg.)
“De zakelijke rechtsvordering is die waarmee wij onze zaak opeisen waarover een
ander macht heeft; en die is altijd gericht tegen degene die macht over de zaak heeft.
De persoonlijke rechtsvordering is die waarmee wij procederen tegen degene die
jegens ons verplicht is iets te doen of te geven, en die wordt steeds tegen dezelfde
persoon ingesteld.”
• Zakelijk recht: volgt de zaak waar het ook is, kan tegen iedereen worden ingeroepen
• Persoonlijk recht: tussen 2 partijen
• Summa divisio: hoogste verdeling
Zakelijke en persoonlijke rechten
• Verbintenissenrecht
o Recht tegen een persoon (iura in personam)
o Geven, verrichten of instaan
o Werken alléén tussen partijen
o Gelijkheid van schuldeisers; geen rangorde
o Uit rechtmatige of onrechtmatige daad
• Goederenrecht
o Rechten op een zaak (iura in re)
o Beschikken en gebruiken
o Zaaksgevolg; derdenwerking
o Sterkte positie in faillissement
o Eigendom en beperkte zakelijke rechten
Voorbeeld: huur en erfpacht (Opvolging onder bijzondere
titel)
, • Absolute en persoonlijke rechten: je hoeft je niks aan te trekken, want jij hebt
dat contract niet gesloten
• Bijzondere titel: je neemt 1 recht, en dat laat je dat recht naar iemand
anders overwandelen
Opvolging onder algemene titel
• Algemene titel: Overgang van het hele vermogen, zoals bij fusies
• Alle rechten en plichten gaan over
• Kennen wij ook
• Er gaat iemand dood, en alle rechten maar ook plichten gaan over => 2
personen worden 1, dus ook verbintenissen gaan mee
• Verschil tussen zakelijke en persoonlijke rechten komt alleen tot uitdrukking onder
bijzondere titel, want bij algemene titel vallen 2 personen samen
De verbintenis als iuris vinculum (rechtsketting)
• Terminologie:
o Crediteur en debiteur
o Vorderingsrecht en schuld: vordering betekent ook vorderingsrecht, dat is
gebonden aan een termijn => Je kan alleen iemand aanspreken binnen
een bepaalde tijd
o Bevrijdende betaling => Alleen dan verbreek je de rechtsketting: dit kan
ook met andere middelen dan betaling
• Werking tussen partijen
o Vervanging alleen met toestemming wederpartij (maar cessiemandaat)
o Novatie als driepartijenovereenkomst
o Vorderingsrecht geldt alleen tot de specifieke persoon
o Voor debiteur maakt het ook uit wie de crediteur is; je kan niet zomaar
de een vervangen door de ander, beide kanten op
o Dit kan slechts als IEDEREEN dat goed vindt
• Natuurlijke verbintenis
o Rechtsvordering en aansprakelijkheid
o Nakoming is en blijft verplicht: de nakoming, de betaling, het afdoen van
een natuurlijke verbintenis is nog steeds een verschuldigde, een
verplichtende betaling (geen schenking)
, o Betaling is verschuldigd en geen schenking
o Nog een natuurlijke verbintenis: weddenschap zonder rechtsvordering kan
je niet naar de rechter, maar je bent wel een schuld verplicht te betalen
Betaling aan en door een derde
• Betaling aan een derde
o De debiteur moet aan zijn crediteur betalen
o Effect van opdracht of
bekrachtiging (toestemming
achteraf)
o Betaling te goeder trouw aan de
verkeerde bevrijdt niet (ander dan 6:36
BW: als je te goeder betaalt aan een ander
dan je crediteur dan ben je van je
crediteur af)
• Betaling door de derde
o Iedereen kan voor iedereen betalen
o Vroeger als je niet betaalde, kon je
je debiteur gevangen zetten
o Uitzondering: ‘hoogstpersoonlijke’ verbintenis (is niet overerfbaar)
• Voorbeeld:
o A is bevrijd van schuld bij B
o Maar schuld van C aan A blijft bestaan: behalve als A van te voren
opdracht had gegeven of als A het bekrachtigt: dit kan A zelf kiezen
Alternatieve en facultatieve verbintenissen
• Alternatieve verbintenis
o Object later bepaalbaar
o Door debiteur, crediteur, derde
o Termijnstelling
• Facultatieve verbintenis
o Eén enkelvoudig object
o Maar ook betaling mogelijk door andere, bepaalde prestatie
o Naar keuze van debiteur
o Noxale aansprakelijkheid: vroeger kon je ook van
je schuld afkomen door iets totaal anders te
geven, zoals je hond
Hoofdelijkheid
• Wie is de crediteur en wie is de debiteur? Je
kan meerdere crediteuren en/of debiteuren
hebben
• Actieve en passieve hoofdelijkheid
• Uit contract, testament, onrechtmatige daad, etc.
• Aan iedere crediteur geheel verschuldigd
• Door iedere debiteur geheel verschuldigd
• Debiteuren verdelen onderling
• Betaling door één bevrijdt ook de ander
• Voorbeeld: dit is bevrijdend voor Claudius, want hij doet wat hij moet doen
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur guusjebeijer. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.