Onderwijs- en ontwikkelingspsychologie
College 1: deel 1
Onderwijs en Ontwikkelingspsychologie
3 weken na de bevruchting:
Celmassa vormt 3 lagen > verschillende delen van het lichaam (cel differentiatie).
- Neurale buis (neural tube): wordt brein en ruggenmerg.
- Placenta en umbilical cord en amniotic sac > gevormd door support systemcellen.
- Cephalocaudale ontwikkeling: orgaansystemen ontwikkelen in de buurt van hoofd
richting onderste deel van lichaam.
o Gevoelig voor omgevingsfactoren: 15-20% overleeft niet (genetische defecten
of teratogenen).
Ectoderm: buitenste laag.
- Outer surface > huid.
- Central nervous system > neuron of brain.
- Neural crest > melanocyte.
Mesoderm: middle layer.
- Dorsal > notochord.
- Parixal > bone tissue.
- Intermediate > tubule of cell of kidney.
- Lateral > red blood cells.
- Head > facial muscle.
Endoderm: internal layer.
- Digestive tube > stomach cell.
- Pharnyx > thyroid cell.
- Respiratory tube > lung cell.
Germ cells: sperm and egg cells.
verdere ontwikkeling van organen en systemen:
- Week 10-12: hart, brein, ruggenmerg, ribben.
- Week 13-24: onderste deel lichaam.
- Week 25-38: verdriedubbeling in grootte, verdere ontwikkeling brein en longen, leren en gedrag.
Prenatal gedrag:
- Week 5-6: embryo begint met bewegen.
- Week 7: de hik > prenatale versie van melk opboeren. Slikken > belangrijk voor ontwikkeling
spijsverteringsstelsel.
- Week 10: ademen > vruchtwater vloeit longen in en uit. Ontwikkeling slaappatroon > 1/3 van
de tijd wakker.
- Week 12: alle bewegingen van een pasgeboren baby zijn aanwezig (grijpen, slikken, duimzuigen).
Prenatale sensorische ervaringen
- Gezichtsvermogen: weinig visuele prikkels.
- Tastzin: veel tactiele info door eigen beweging.
- Smaak en reuk: vruchtwater neemt smaak en geur van eten van de moeder over.
- Gehoor: foetus reageert op geluiden.
,Prenataal leergedrag
In het 3e trimester is het zenuwstelsel voldoende ontwikkelt voor leren.
- Foetus kan stimuli onderscheiden en leren: vanuit buitenwereld en vanuit lichaam moeder.
Habituatie: wanneer een stimulus herhaald wordt zonder nieuwe betekenis neemt de reactie op
die stimulus af naarmate de tijd vordert (gewenning/verveling).
Dishabituatie: een verandering in de stimulus maakt deze weer interessant en de reactie op de
stimulus neemt weer toe.
Dieronderzoek > herkenning van geur van vruchtwater van eigen moeder.
- Fylogenetische continuïteit: mensen delen eigenschappen met dieren.
Onderzoek in pasgeborenen > voorkeur voor stem van moeder.
Deel 2 College 1
Teratogenen: invloeden van buitenaf die kunnen leiden tot schade of zelfs dood van het ongeboren kind.
- Komen vaak voor in combi met: armoede, slechte voeding, vervuiling omgeving,
ontoereikende prenatale zorg, psychologische stress.
o Mate van schade hangt af van:
▪ Hoeveelheid en duur (dosis-responsrelatie).
▪ Timing (sensitieve perioden).
➔ Drugs, roken (sudden infant death syndrome), alcohol (fetal alcohol spectrum disorder), lood
in drinkwater, medicatie (antidepressiva).
Factoren gerelateerd aan moeder
- Leeftijd: hogere risicos voor jonge moeders en met toenemende leeftijd (ook vaders).
- Voeding:
o Foliumzuur: voldoende aanmaak belangrijk voor voorkomen afwijkingen neurale buis.
o Effecten van voedingspatronen kunnen soms ok pas later in het leven zichtbaar worden.
- Aandoeningen/ infecties: mazelen en rode hond, SOA’s, zika virus.
- Geestelijke gezondheid:
o Stress: veranderingen in HPA as en meer cortisol > groeiachterstand foetus, lange-
termijn veranderingen in balans in HPA as kind.
o Complexe combi van prenatale invloeden, genetica en postnatale invloeden.
Multiple risicomodel: risicofactoren treden vaak samen op en kunnen gezamenlijk zorgen voor ernstigere
gevolgen dan de factoren op zichzelf.
➔ Vooral in gezinnen met lage sociaal economische status (SES).
Veerkracht: als een kind ondanks de ontwikkelingsrisico’s goed terecht komt.
- Positieve persoonlijkheidskenmerken (hoge intelligentie, responsiviteit naar anderen en in
staat zijn om doelen te behalen).
- Responsieve zorg van iemand buiten de familie.
College 1, deel 3: Hechting
Hechting: een hechte, voortdurende emotionele band tussen kind en specifieke persoon/personen.
- Harlow > hechtingsexperimenten met jonge aapjes.
Veranderd persectief:
- Voor 1940: emotionele zorg niet noodzakelijk voor gezonde ontwikkeling, vooral
fysieke behoeften zijn belangrijk.
, - Na 1945: emotionele band met ouders/verzorgers op zeer jonge leeftijd belangrijk.
Start van systematisch onderzoek naar hechting > kwaliteit ouder-kindrelaties verbeterd > verdere
ontwikkeling.
Bowlby > hechtingsgedrag bij jonge kinderen (8-36 maanden).
o Kinderen vertoonden meer stress als hun moeder niet aanwezig was, met name
in onbekende omgeving.
o Kinderen stress vertoonden als zijn benaderd werden door vreemden,
tenzij gerustgesteld en getroost door moeder.
o Kinderen wilden sneller onbekende omgeving ontdekken als de moeder aanwezig was.
Attachment theorie (John Bowlby, 1953).
Drie belangrijke elementen:
- Baby’s zijn biologisch aangelegd om zich te hechten aan hun verzorgers om te kunnen
overleven (evolutie).
- Voor baby’s zijn hun ouders/verzorgers een veilige uitvalbasis (secure base) om de omgeving
te ontdekken.
- Co-regulatie: het proces waarbij een ouder/verzorger het kind helpt om emoties te reguleren.
➔ Internal working model of attachment: kind ontwikkelt een beeld van zichzelf,
hechtingsfiguren en relaties in het algemeen > beïnvloedt de interacties die het kind heeft
tijdens kindertijd en later in het leven.
Vier hechtingsstadia:
1. Preattachment (0-6 weken).
- In dit stadium produceert het kind aangeboren geluiden zoals huilen. Het kind
wordt gerustgesteld door de daaropvolgende interactie met de ouder/verzorger.
2. Attachment in the making (6 weken – 6-8 maanden).
- Gedurende deze fase laten zuigelingen hun voorkeur blijken voor bekenden en ontwikkelen
ze een vertrouwensband met hun ouders.
3. Clear-cut attachment (8-18 maanden).
- In deze fase maakt het jonge kind actief contact met zijn primaire verzorgers en vertoont
het verlatingsangst. Gedurende deze fase zijn de ouders voor de meeste kinderen een
veilige uitvalsbasis.
4. Wederzijdse relaties (18-24+ maanden).
- Tijdens deze fase ontwikkelt het jonge kind zich op cognitief- en taalbegrip. Dit zorgt ervoor
dat het jonge kind de gevoelens, doelen en motieven van anderen leert begrijpen. Het jonge
kind gaat actief deelnemen in zijn/haar relaties meet anderen.
Strange situation
Mary Ainsworth (1979): toetste de theorie van Bowlby in een gestandaardiseerde opstelling.
Strange situation: procedure – 7 momenten waarop het gedrag van het kind wordt geobserveerd.
- Verlating en terugkomst van de ouder/verzorger.
- Aanwezigheid van een vreemde (met / zonder ouder erbij).
➔ Kwaliteit van hechting:
o Gedrag van het kind in interacties met verzorger en vreemde.
o De reactie op de terugkomst van de ouder/verzorger.
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur julietterozendaal. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €4,99. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.