Garantie de satisfaction à 100% Disponible immédiatement après paiement En ligne et en PDF Tu n'es attaché à rien
logo-home
samenvatting ethologie €6,49   Ajouter au panier

Resume

samenvatting ethologie

 7 vues  0 fois vendu

samenvatting ethologie. Inhoud lessen + syllabus. 1e keer geslaagd met 14/20!

Aperçu 4 sur 62  pages

  • 18 août 2022
  • 62
  • 2021/2022
  • Resume
Tous les documents sur ce sujet (33)
avatar-seller
emiliebauwens
Ethologie:
A. Inleiding:
Wat is ethologie?
Biologische studie van het gedrag
è Wetenschappelijk verantwoorde methodologie
è Vergelijkende studies
è Evolutieleer als achtergrond

“triune brain”-theorie van MacLean:
- Steunt op vergelijkende functionele neuro-anatomie van centrale zenuwstelsel doorheen
evolutie
ð 3 grote delen ontwikkelen zich over elkaar + vormen 1 functioneel geheel
• Reptiliaanse hersenen: de hersenstam -> sterke stimulus
• Paleocortex: limbische systeem -> meer geheugen + meer genuanceerde emoties
• Neocortex: met voor mens sterk ontwikkelde prefrontale cortex) -> verbeelding
ð De neocortex zal via ervaring primitieve hersenen kunnen controleren (bv. impuls gedrag)

Gedrag:
è Fundamenteel eigenschap levende organismen, moet globaal kunnen reageren op
veranderingen in externe milieu + eigen intern milieu (overlevingskansen verhogen)
è Regulatorische processen: kan beïnvloed worden door alle niveaus van organisme + tal van
aspecten milieu

Vragen van de ethologie
‘Hoe ziet het gedrag er uit?’
è Vragen Tinbergen
- Causaliteit: welke oorzaken doen gedrag optreden?
- Fylogenie: hoe is gedrag ontstaan + hoe genetisch vastgelegd?
- Ontogenie: hoe ontwikkelde gedrag zich?
- Functie: waartoe dient het gedrag?
è Vragen P.R. Wiepkema
- Hoe kan gedrag veranderen door leerprocessen?
- Zijn er modellen mogelijk die gedrag kunnen verklaren en concepten integreren?
- Kan ethologische kennis iets zeggen over welzijn?

B. Causaliteit van het gedrag:
Reflexen
Eenvoudigste voorbeelden oorzaak-gevolg samenhang gedrag

Soorten stimuli
- Releasing stimuli: lokken onmiddellijke reactie uit (deblokkerende: gedrag)
- Priming stimuli: laten probabiliteit van reactie in toekomst toenemen, bereiden organisme voor
om op latere stimulus juist te reageren (oriënterende: hormoon)

Elke stimulus kan meerdere functies hebben:
- Gedrag uitlokken (motorisch patroon zelf)
- Gedrag richten (bv. op voedsel, seksuele partner)
- Bijdragen tot algemene waakzaamheid: general arousal (belang formatie reticularis in
hersenstam)

,Formatie reticularis lokt niet direct bepaald gedrag uit -> kan bijdragen tot verhoging of verlaging
drempelwaarde => zekere graad integratie tussen ≠ gedragspatronen

Zintuigelijke mogelijkheden
Feit dat dier stimulus kan waarnemen, betekent niet dat deze betekenisvol is.
è Centraal zenuwstelsel krijgt vele stimuli
è Perifere (door zintuigen zelf) en centrale (geen rekening houden met stimulus, heeft voor
dier in die toestand geen betekenis) filtering

Sleutelprikkels
Dieren reageren met bepaald gedrag op specifieke stimulus, prikkel past bij reactie als sleutel in slot.
Bv. met modellen waarbij dier vereenvoudigd is kijken tot wanneer het reageert.




è Werken met modellen heeft Gestaltkarakter van prikkels aangetoond. (totaliteit
waargenomen structuur, prikkels moeten in bepaalde schikking voorkomen + vaste
verhouding nodig, gestalte geeft meer info dan prikkels waaruit het is opgebouwd)
è Drempelwaarde: minimumwaarde die sleutelprikkel moet hebben om reactie uit te lokken
(blijft niet constant, hangt af van stemming dier + verschillend tussen individuen)
è Heterogene summatie/prikkelsummatie: verschillende kwaliteiten stimulus kunnen
opgeteld en afgetrokken worden (2 prikkels samen lokken betere reactie uit dan enkele
prikkel)
è Adaptieve waarde sleutelprikkels die sterke
reactie uitlokken is hoger (reageren op die
prikkels is vaak heel belangrijk om te
overleven)
è Supernormale stimuli: dieren reageren sterker
op stimuli waarvan intensiteit in natuur niet te
vinden is. (Bv. sommige vogels verkiezen om
veel grotere eieren te broeden)



Communicatie steunt op uitwisseling signalen, dieren
kunnen valse signalen geven (decaption <-> honest
signalling)

- Camouflage
- Diersoorten kunnen op elkaar gaan lijken (mimicry). 2 vormen

, • Batesian mimicry: 1 soort is wansmakelijk, andere soort gaan zelfde patroon
ontwikkelen om zo ook niet opgegeten te worden, maar is zelf wel smakelijk
• Müllerian mimicry: wansmakelijke soorten lijken uiterlijk op elkaar, zo wordt
afwerend effect vergroot

è Evaluatiesignalen (veel energie nodig om te produceren, geven eerlijk kracht zender weer)
en conventionele (correleren met bepaalde positieve eigenschappen zender, geen direct
causaal verband tussen zenders, liegen is mogelijk) signalen

Interoceptoren en hormonen
Interoceptoren: nemen allerlei eigenschappen van intern milieu waar (glucose, neurotransmitters, …)
Zenuwstelsel en hormonaal stelsel zijn onderling nauw verbonden, hebben complementaire werking
è Zenuwstelsel werkt snel, maar bereikt geselecteerde cellen + reageert eerder op
gebeurtenissen
è Endocrien stelsel reageert trager, maar kan alle cellen bereiken via bloedbaan + bepaalt
eerder toestanden

Hormonen beïnvloeden het gedrag:
- Indirect: via toestand en werking organen
- Direct: via gespecialiseerde neuronen in de hersenen (hersenstam en limbische systeem)




Interacties gedrag – hormonen:
Hanen die jong gecastreerd zijn ontwikkelen slechts in beperkte
maten secundaire geslachtskenmerken (kraaien niet, geen
interesse in hennen, weinig agressief). Transplantatie testes in
gecastreerde dieren => behoud secundaire geslachtskenmerken +
typisch hanengedrag.




Hormonen en ontogenetische ontwikkeling:
Bij zoogdieren worden hormonaal en
psychologisch geslacht bepaald tijden foetale
periode of soms kort na geboorte. Aan- of
afwezigheid testosteron op gevoelige
periodes is determinerend.
è Alles of niets, permanente invloeden


Feromonen
Een stof geproduceerd door individu om op
olfactorische wijze info aan andere individuen over te dragen en bij hen een welbepaalde
fysiologische of gedragsreactie uit te lokken.
- Alarmferomonen: snelle onmiddellijke reactie
- Onderhouden bepaalde toestand (reproductieve status wijfjes)
è Niet iedere geur is feromoon
è Verspreiding via lucht of op voorwerp aangebracht (markeren)

, Vomeronasaal orgaan en Flehmen:
= orgaan van Jacobsen: tussen mond en neusholte gelegen
è Gespecialiseerd om bepaalde feromonen waar te nemen
è Verband met gedrag flehmen: dier trekt bovenste lip op, opent mond en brengt hoofd
omhoog

C. Genetica en evolutie:
Erfelijkheid en gedrag
Dieren kunnen zich aanpassen aan milieu door gedrag te veranderen in functie van ervaringen die ze
opgedaan hebben. Kan niet dat alle gedragingen in loop van 1 leven zijn aangeleerd (zeker die in
jeugd nuttig zijn).
ð Genetisch geheugen (fylogenese): adaptaties die over generaties heen door (natuurlijke) selectie
ontstaan zijn. Kunnen heel sterk geprogrammeerd zijn (moeilijk te veranderen). Soms
predisposities: zorgen dat ontogenetische ontwikkeling (interactie tussen genen en milieu)
bepaalde richting uitgaat.

Studie genetische determinanten is moeilijk -> lange weg (gen -> gedrag)
- Selectie delen van gedragssequenties of eigenschappen van gedrag (makkelijk indien milieu-
invloed klein is)
- Genetische onderbouw voor gedrag is meestal multifactorieel
- Pleiotropische effecten: een gen beïnvloedt ≠ kenmerken

Switch genes:
Bepalen drempelwaarde van gedragingen
Mogelijke invloeden:
- Op gedragspatroon zelf
è Mendeliaanse overerving bij al dan niet hygiënische bijen. Bijen moeten zowel uncap als
remove gen hebben om hygiënisch te zijn.




- Gedragssequentie wordt beïnvloed

Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:

Qualité garantie par les avis des clients

Qualité garantie par les avis des clients

Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.

L’achat facile et rapide

L’achat facile et rapide

Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.

Focus sur l’essentiel

Focus sur l’essentiel

Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.

Foire aux questions

Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?

Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.

Garantie de remboursement : comment ça marche ?

Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.

Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?

Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur emiliebauwens. Stuvia facilite les paiements au vendeur.

Est-ce que j'aurai un abonnement?

Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.

Peut-on faire confiance à Stuvia ?

4.6 étoiles sur Google & Trustpilot (+1000 avis)

67474 résumés ont été vendus ces 30 derniers jours

Fondée en 2010, la référence pour acheter des résumés depuis déjà 14 ans

Commencez à vendre!
€6,49
  • (0)
  Ajouter