Inleidende begrippen
1. Definities
• Methodisch werken ➔ tijdens het hulpverlenen gebruik maken van verschillende methodieken,
waarvan aangetoond is dat ze effectief zijn in bepaalde situatie of voor een bepaalde doelgroep
o Werd aangetoond door praktijkervaring en (wetenschappelijk) onderzoek
→ methodisch werken en de metafoor en de gereedschapskoffer van een loodgieter
o Kijken in gereedschapskoffer wat het beste past → als iets niet past, pak je iets anders
• Methode ➔ letterlijk: “de weg waarlangs”
o Een aan bepaalde formele regels of voorschriften onderworpen werkwijze waarin aantal
min of meer logisch op elkaar volgende stappen te onderscheiden zijn
o Systematische, doelgerichte en procesmatige handelingswijze en bewust
o Gesystematiseerde manier van werken in bepaalde situatie om bepaald doel te bereiken
o Wat je doet of laat met cliënt, daar is goede reden voor
Doelgericht (waarom? Doel?) Systematisch (Wat) Procesmatig (hoe?)
- Oplossen van probleem - verschillende stappen/fasen - in contact/relatie met cliënt
die we doorlopen
- doelen moeten haalbaar, realistisch - in bepaalde logische volgorde - afgestemd op vraag van cliënt
zijn
- doelen worden bepaald in dialoog met - 3 T’s: tempo, thema en taal - rekening houdend met tempo cliënt
cliënt en/of zijn omgeving
- Doelen worden regelmatig geëvalueerd - per fase passende
en bijgesteld tussenkomst/interventie
• Methodiek ➔ Leer van een methode
o Draagt bij tot bewust + verantwoord kiezen en handelen
▪ Het Waarom? (doel) Het Wat? (fases) het Hoe? (systematiek, procesmatig)
o Verwijst naar handelingsmodel (weten hoe te handelen) en verklaringstheorieën,
empirische (wetenschappelijke kennis) en ethische grondslagen (wat is goed sociaal
werk?)
o Steunt op ethische en normatieve kaders
o Ontwikkelt zich in een uitwisseling tussen theorie en praktijk (wetenschappelijk –
evidence based)
• Ethisch ➔ ethiek ➔ wijsgerichte discipline die kritisch reflecteert op meestal impliciete normen
en waarden en morele overwegingen – “de moraal” – die gelden in bepaalde gemeenschap
o Het nadenken over goed en kwaad
• Normatief kader ➔ gevormd door waarden en normen die we in onze samenleving belangrijk
vinden (bv. Rechtvaardigheid, veiligheid, respect, mensenrechten, …)
• Evidence based practice ➔ praktijken en praktijkmodellen waarvan empirisch aantoonbaar is
dat ze een grote(re) kans hebben op effect
• Practice based evidence ➔ interventies die op basis van ervaringskennis, persoonlijke kennis,
stille kennis een bepaalde geldigheid hebben verworven en grotere kans op effectiviteit hebben
1
SMW
,• Social casework ➔ methode (oudste) binnen maatschappelijk werk die geënt werd op diverse
theorietische referentiekaders en wetenschappelijke inzichten uit psychologie, pedagogie,
geneeskunde en sociologie. Gaat om doelgericht proces waarin personen en gezinnen die in
problematische sitautie zitten op professionele wijze vanuit bepaalde plaats (organisatie) worden
geholpen om hun welzijn te verhogen en waarbij vertrouwensvolle samenwerking tussen helper
en cliënt essentiële rol speelt. Centraal staat de gerichtheid op de “casus” en de kritische
refelctie op effectivteite (= werken op maat)
o Grondleggers → Marie Kamphuis en Florence Hollis
→ nadien
o Maatschappelijk groepswerk of groepsmaatschappelijk werk
▪ Helpt personen hun maatschappelijk functioneren te verbeteren door middel
van doelgerichte groepservaringen en persoonlijke moeilijkheden en problemen
in groep betere te laten verwerken
o Samenlevingsopbouw of opbouwwerk
▪ Aanpak van maatschappelijke problemen met participatie van de doelgroep
→eerst → Boom met drie takken
o Social casework
o Opbouwwerk
o Groepsmaatschappelijk werk
→ nu → boom met veel takken
o Brede kruin met vele vertakkingen
o Diverse methodieken
o Groepsmaatschappelijk werk
o Taakgerichte hulpverlening
o Systeembenadering
o Outreachend werken
o …
• Elke methode heeft 4-lagen
o Doelstelling: methode ontworpen om specifieke, omschreven doelen te bereiken
▪ Oplossing hulpvraag
o Visie: uitgangspunt, gedachtengoed
▪ Zorgen dat mensen tot hun recht kunnen komen, menens iets aanleren, krachtig
gericht werken (sterker maken), gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid, nastreven,
verbondenheid versterken
o Relatie: hoe benadert hulpverlener de cliënt, hoe gaan ze met elkaar om, klik hebben
met cliënt
▪ Goede werkrelatie is sleutel van succesvolle begeleiding
o Technieken/interventies: kleinste handelingseenheden, een interventie (of tussenkomst)
▪ Binnen methode/methodiek gebruikt gemaakt van interventies of technieken
▪ Vormen kleinste eenheid van methodisch werken in hulpverlening
▪ Techniek ➔ kleine, meer afgegrensde handelingseenheid of bouwsteen van
professioneel methodisch handelen binnen methode
▪ Bv. Gesprekstechnieken: doorvragen, confronteren, normaliseren, …
➔ de methodiek of methode voor sociaal werk bestaat niet!! → afhankelijk van verschillende
factoren → de vier elementen, werken op maat van cliënt en situatie/hulpvraag is bepalend
2
SMW
,• Internationale definitie van social casework
o Praktijkgericht en academische discipline
o Sociale verandering en ontwikkeling
o Sociale cohesie (verbinding van mensen, wij-gevoel)
o Emancipatie en empowerment
▪ Emancipatie ➔ een van de drie basisstrategieën bij “actie” en focust vooral
persoonlijke groei van cliënt → doel is zelfwerkzaamheid van cliënt verhogen,
zodat deze meer greep krijgt op zijn bestaan (sterven naar gelijke behandeling)
▪ Empowerment ➔ gaat om sterker en vaardiger maken van mensen, zodat ze
volwaardige plaats in samenleving kunnen innemen en weer greep kunnen
krijgen op eigen leven → vertrekpunt zijn competenties van mensen en hun
omgevingen en niet zozeer problematische aspecten
o Sociale rechtvaardigheid → waarde
o Mensenrechten → recht
o Collectieve verantwoordelijkheid → visie
o Collectieve verantwoordelijkheid → waarde
o Theorieën (psychologie, sociologie, inheemse kennis, pathologie, …)
o Mensen en structuren = mensen en hun sociale systemen → opnemen van rollen in
sociale systemen
o Aanpakken = interveniëren
o Verbeteren welzijn (welzijn welvaart)
• Doel van sociaal werk → taak van de hulpverlener
o Burgers AAN hun RECHT te doen komen
▪ Basisbehoeften + veiligheid
▪ Wat mensen kunnen aanvragen en waar maken ze aanspraak op
▪ Taak hulpverlener: premies, tegemoetkomingen, rechten, …
o Mensen TOT hun RECHT te laten komen
▪ Aanzien, waardering en zelfactualisatie
▪ Beste, sterkste versie van hunzelf
▪ Taak hulpverlener: versterkend werken, empowerment, emancipatorisch, …
2. Krachtlijnen van het sociaal werk
2.1 Globale definitie van sociaal werk
“Sociaal werk is een praktijk-gebaseerd beroep en een academische discipline die sociale verandering
en ontwikkeling, sociale cohesie, empowerment en bevrijding van mensen bevordert. Principes van
sociale rechtvaardigheid, mensenrechten, collectieve verantwoordelijkheid en respect voor
diversiteit staan centraal in sociaal werk. Onderbouwd door sociaalwerktheorieën, sociale
wetenschappen, menswetenschappen en inheemse en lokale vormen van kennis, engageert sociaal
werk mensen en structuren om levensuitdagingen en problemen aan te pakken en welzijn te
bevorderen.”
2.2 Mensenrechten als referentie- en handelingskader
• hoe worden sociaalwerkpraktijken ontwikkeld gebaseerd op realiseren van rechten en in relatie
tot noties van sociale rechtvaardigheid, gelijkheid en menselijke waardigheid binnen huidige
maatschappelijke en beleidsmatige evoluties?
➔ vertaling in vijf krachtlijnen
3
SMW
, 2.3 DNA van sociaal werk in vijf krachtlijnen
• politiserend werken: sociaal werk als democratische praktijk
• nabijheid
• proceslogica van sociaal werk
• generalistisch sociaal werk
• verbindend werken
2.3.1 Politiserend werken
“dat politiserende betekent dat we mensen continu wakker moeten schudden over
onrechtvaardigheid”
• waarborgen van (de toegang tot) rechten
• collectiviseren van maatschappelijke problemen → dus niet enkel individueel → ook structureel
(bv. Drempels)
• OOK → beleidsbeïnvloedend werken + signaleren van tekorten en knelpunten
• Beleidswerkers moeten wakker geschud worden voor sociale onrechtvaardigheid → ervaar je
dagelijks als MA → aantal mensen geraken niet aan basisrechten
• Mensen aan hun recht laten komen → lukt niet altijd → daar waar mensen niet aan hun recht
komen
• Taak MA → signaleren
• Zorgen dat knelpunten in wetgeving opnieuw op politieke onderhandelingstafel komen
• Politiserend werken zit in DNA van sociaal werker
o Sociaal werkers trekken en organiseren mee dialoog rond maatschappelijke
ontwikkelingen, evoluties en problemen
o Ze waarborgen mee toegang tot rechten en kaarten ook structurele factoren die sociale
rechtvaardigheid belemmeren aan
o Samen met doelgroep zoeken ze mee naar oplossingen en beïnvloeden ze op diverse
manieren het beleid
2.3.2 Nabijheid
“Het realiseren van grondrechten vraagt basiswerk, nabijheid, relaties opbouwen en daar tijd voor
krijgen en maken, onvoorwaardelijk elkaar kunnen ontmoeten, laagdrempelig en vrijblijvend kunnen
zijn. Het gaat bijvoorbeeld om samen de was ophangen of twee uur in de wachtzaal zitten met
cliënten, …”
• Aanwezig zijn in leefwereld van personen in kwetsbare situatie
• Fysieke (bv. Op huisbezoek gaan) en mentale betekenis (bv. Door empathisch, authentiek te zijn)
• Heeft alles te maken met procesmatig → 3T’s
• Relatie aangaan is heel belangrijk voor relatieopbouw
• Sociaal werkers aanwezig in nabijheid en leefwereld van kwetsbare personen
• Zowel in thuissituatie, als in laagdrempelige werkingen zoals buurtwerk, lokale dienstencentra en
verenigingen waar armen het woord nemen, werken sociaal werkers, ondersteunen sociaal
werkers personen en groepen
• Deze nabijheid wijst niet alleen op fysieke aanwezigheid maar ook voor dat agenda altijd samen
met betrokkenen wordt bepaald
4
SMW