DEEL 1: DE SOCIOLOGIE ONTDEKKEN
Hoofdstuk 1: Wat is sociologie?
Een poging tot definitie, die gelukkig mislukt.
De meeste definities over wat sociologie nu juist is en inhoudt, zijn oppervlakkig en onvolledig. Zeker
voor sociologen met al wat ervaring. Ook de grondleggers van de discipline konden er hun vingers
niet juist opleggen. De bekende Duitse socioloog, Max Weber (1864-1920), omschreef sociologie als:
“Een wetenschappelijke poging om het sociale handelen te begrijpen, met de bedoeling op die
manier tot een causale verklaring van het verloop en de effecten van dat handelen te komen.”
Hier kunnen twee dingen over gezegd worden:
1) Antropologen, historici, politicologen en sociologen bestuderen vaak dezelfde verschijnselen,
hebben soortgelijke opvattingen over wat als verklaring kan gelden, hanteren dikwijls dezelfde
theorieën, beroepen zich op dezelfde grondleggers, etc. Op dat gebied is de definitie dus vrij
algemeen.
2) Weber zegt dat de sociologische verklaring causaal en oorzakelijk moet zijn, met andere woorden
dat er in de verklaring een oorzaak-gevolgrelatie aanwezig is. Hiermee zijn niet alle sociologen het
eens. De sociologie is een diepverdeelde wetenschap.
Definities helpen dus niet altijd om een verschijnsel te begrijpen. En dit is nu juist waar de nadruk op
ligt bij de sociologie: het begrijpen. Sociologie is een levendige wetenschap die zich onder invloed
van haar eigen inzichten en bevindingen geregeld vernieuwt. Om vat te krijgen op wat sociologie nu
juist is, moet je het beschouwen als een avontuur en niet als een levenloos object dat met een paar
moeilijke zinnen kan worden gedefinieerd.
Wat de sociologie ons leert.
DE BELANGRIJKSTE LES
Alles wat in de maatschappij bestaat, had ook anders kunnen zijn. Alles is dus contingent (= niet
noodzakelijk/onmogelijk). Maar het is niet omdat iets anders had kunnen zijn, dat er geen goede
redenen bestaan voor hoe het is zoals het is. Alles is dus ook niet arbitrair (=willekeurig).
ALLES IS CONTINGENT , MAAR DAAROM NIET ARBITRAIR.
Voorbeeld: Het onderzoek naar verschillende huwelijksvormen in 565 verschillende culturen in de
zogenaamde ‘Murdock-files’. Hieruit blijkt dat ons monogame huwelijksstelsel maar in 20% van de
culturen bestaat. In de andere 80% van de culturen werd er gekozen voor polygamie. Dit toont aan
dat ons ‘vanzelfsprekend’ monogaam huwelijksstelsel, toch niet zo vanzelfsprekend is, en bijgevolg
dus anders had kunnen zijn.
,Het besef dat er een grote diversiteit aan culturen bestond, was er al. Maar toch werd het vroeger
dikwijls ontkend: er was wel ‘diversiteit’, maar dat was alleen het gevolg van de achterstand die
sommige ‘achterlijke’ culturen hadden. Deze culturen moesten zich dus nog ontwikkelen, de
diversiteit was dus maar tijdelijk. In de 19de eeuw sloten vele mensen zich bij deze gedachtegang aan.
Toch kunnen we stellen dat vanaf de 17de eeuw het bewustzijn van het contingente doordrong.
CONTINGENTIE
Het besef van contingentie speelt een belangrijke rol in de sociologie. Door dit besef kunnen we ons
de vraag stellen waarom bijvoorbeeld bepaalde individuen afwijkend gedrag vertonen. Dit afwijkend
gedrag moet dus door de samenleving zijn geproduceerd, want de normen die we hanteren om
afwijkend gedrag te beoordelen is ook van sociale oorsprong. Dit zou ook kunnen verklaren waarom
bepaalde gedragingen in bepaalde samenlevingen afwijkend zijn en in andere niet.
Contingent, maar niet arbitrair.
Jean Jacques Rousseau (18de eeuw) vroeg zich af hoe men de mensen ertoe kan brengen de wet te
respecteren, als iedereen er zich bewust van is dat deze gemaakt zijn door de mens zelf. Hoe zijn
de rechtstaat en sociale orde dan mogelijk? Rousseau dacht een oplossing te hebben gevonden in
religie. Hij zei dat mensen de wetten pas zullen respecteren en hun plichten zullen naleven als een
religie hen daartoe aanzet en motiveert. Dit, omdat hij het evident vond dat mensen wetten
respecteren zolang zij geloven dat deze van buitenaf (door God of door de natuur) worden opgelegd.
De oplossing lag dus bij een ‘nieuwe’ soort religie: civiele religies.
MAAR WAAROM IS HET CONTINGENTE NIET ARBITRAIR OF WILLEKEURIG ? Deze vraag vormt de rode draad
doorheen de sociologie.
Drie verschillende manieren waarop deze vraag in de loop van de geschiedenis werd aangepakt:
1) VERLICHTING EN TEGEN-VERLICHTING:
In de discussie tussen verlichting en tegen-verlichting, werden de fundamenten van de sociologie
gelegd. Sociologie kan worden beschouwd als een poging om de verlichting met de tegen-verlichting
te verzoenen.
Verlichting Tegen-verlichting
- Verwerpt “religie” als ordehandhaver. De rede - Religie is noodzakelijk voor het scheppen van
is de grondslag van de maatschappelijke orde. orde, want het besef dat mensen zelf de wetten
zouden opstellen, zou leiden tot geen
- Redelijk handelen leidt tot vooruitgang en
wederzijds respect.
geluk.
- Redelijk handelen leidt tot egoïsme en
onrecht. (= Geen positief beeld van de
menselijke natuur, mensen handelen toch maar
alleen uit eigen belang.)
, 2) GRONDLEGGER VAN DE SOCIOLOGIE: AUGUSTE COMTE:
- Term ‘sociologie’ bedacht.
- “Positieve sociologie” Sociologie gesteund op wetenschappelijke observatie en logica.
- Aandacht moet gaan naar het ontdekken van onveranderlijke regelmaten in het gedrag.
- Voorstander van de Verlichting Hij zei dat er 3 opeenvolgende stadia in de menselijke
ontwikkeling zijn te vinden: die van het religieuze, van het metafysische en tenslotte die van het
wetenschappelijke denken. In het laatste stadium zou het menselijke handelen en samenleven
geleid worden door de rede en positieve sociologie zou daarbij helpen.
- Maar Tegelijkertijd was hij gevoelig voor argumenten van de Tegen-Verlichting. Hij geloofde
bijvoorbeeld wel in de rede, maar niet dat het volgen van de rede automatisch tot maatschappelijke
orde zou leiden. Ook stelde hij zich de vraag hoe en waarom mensen wetten zouden respecteren als
ze weten dat ze ze zelf hebben gemaakt. Respect voor de wetten en de maatschappelijke orde
hebben een irrationele grondslag. Zonder een geloof te hebben, en alleen maar de rede te volgen,
heeft dit volgens de aanhangers van de Tegen-Verlichting bijgeloof, onverklaard respect voor gezag
en manipulatie van rituelen tot gevolg. Dit vond Comte dan weer volksverlakkerij (bedrog).
- Het menselijke handelen wordt niet alleen geleid door de rede, maar ook door impulsen,
gevoelens en emoties. Het komt eropaan die emoties, samen met de rede, juist te kanaliseren, en zo
naar goede en positieve doelen te leiden. Dit kan niet door enkel de rede via wetenschappelijk
denken aan te spreken. Daarvoor is een andere instelling nodig die rede en emoties, denken en
voelen van de mensen kan samenbrengen en oriënteren. Comte besefte dat de enige instelling die
daarin reeds geslaagd was, religie was. Maar de religies uit het verleden hadden voor hem afgedaan,
omdat deze de rede nooit echt aanvaard hebben. Daarom probeerde hij een nieuwe religie het leven
in te blazen: de religie van de Mensheid. Hierin stond geen Godheid centraal, maar wel de
mensheid zelf.
3) DEBAT TUSSEN HABERMAS EN LUHMANN. (20ste eeuw)
Waarom is de maatschappelijke orde niet arbitrair (niet willekeurig)?
HABERMAS: Hij juicht het werk van de wetenschap toe, maar hij beseft dat de wetenschappelijke
rede ons niet kan zeggen wat we moeten doen. Het kan ons wel zeggen hoe efficiënt iets
bijvoorbeeld is, maar uiteindelijk maken we zelf de beslissingen. Die beslissingen die we maken (op
individueel en maatschappelijk niveau) creëren hoe de maatschappij eruit ziet. We hebben dus nood
aan een methode om openlijk met elkaar te communiceren en zo de juiste beslissingen te maken.
Habermas was van mening dat in zo’n open, wetenschappelijke communicatie de redelijke mensen
het eens zouden worden over hoe ze bepaalde problemen moeten aanpakken. Op die manier
zouden de regels en de instellingen die we zelf maken, ophouden arbitrair te zijn. We kunnen het
willekeurige dus laten verdwijnen.
LUHMANN: Luhmann is het niet eens met Habermas. Hij is van oordeel dat we met het contingente
moeten leren leven door het arbitraire gewoon te aanvaarden. Hij gelooft niet dat mensen het eens
kunnen worden in een redelijke discussie, omdat mensen nu eenmaal andere meningen hebben over
wat prioritair is. Daarom bedacht hij de meerderheidsregel. Dit wil niet zeggen dat de meerderheid
gelijk heeft, maar als we ze niet respecteren, is er kans op meer willekeur en chaos. Een andere