Deze lijst zorgt ervoor dat je slaagt op het examen. Er komen heel veel begrippen op het examen en combinaties van begrippen. Dit helpt je zeker verder ;)
BEGRIPPENLIJST ECONOMIE
Contents
24. inleiding de macro-economische concepten......................................................................................................1
25. Economisc he activiteit en conjuctuur................................................................................................................5
26. langetermijngroei, instituties en technologie.....................................................................................................6
27.geld.......................................................................................................................................................................7
28. monetair beleid door de ECB..............................................................................................................................9
29. de arbeidsmarkt................................................................................................................................................10
30. Kapitaal en de kapitaalmarkt............................................................................................................................12
31. internationale handel........................................................................................................................................14
38. duurzame ontwikkeling....................................................................................................................................14
32. Internationale macro-economische relaties.....................................................................................................15
24. INLEIDING DE MACRO-ECONOMISCHE CONCEPTEN
1
,BBP
= de toegevoegde waarde die geproduceerd wordt door economische activiteit binnen een bepaalde
geografische entiteit (land, groep, regio, landen) gedurende een bepaalde periode (typisch een jaar)
Maatstaf om de economische fenomenen aan te duiden
Maatstaf om de economische groei te meten en zelf om productiewinsten te berekenen
productieketen
= de productieketen is een beschrijving van alle schakels in het productieproces van een grondstof tot het
afgewerkte product of de dienst ( ook het finale goed of de finale dienst)
Intermediaire goederen (inputs)
= goederen die nog minstens één productiebewerking moeten ondergaan om omgezet te worden in finale
goederen, vooraleer ze geconsumeerd kunnen worden. Wordt ook een half-afgewerkt product genoemd.
Meel dat de boer aan de bakker verkoopt
Voor de bakker is het meel de intermediaire input.
o De waarde van de output van de keten > de waarde van de intermediaire inputs
De waarden worden ENKEL opgenomen bij de finale bestedingen !!
Toegevoegde waarde
= de marktwaarde van de productie ( de output ) min de marktwaarde van de daarvoor aangekochte
intermediaire goeden(de input). Het is alle waarde die door het productieproces wordt toegevoegd aan de
input.
= inwoners van een land kunnen inkomen uit arbeid of kapitaal verwerven in het buitenland.
Een inwoner van België kan bijvoorbeeld werken voor een onderneming in Nederland, of een
professor van de UGent kan ook deeltijds aan de universiteit van Amsterdam werken. In dat geval is er
geen instroom van inkomen in België: er wordt meer inkomen verdiend in België dan er binnen de
landsgrenzen geproduceerde wordt, er ontstaat een inkomende factorinkomen IFI.
Verschil tussen beide is het netto-factorinkomen = NFI = IFI-UFI ( uitgaande factorinkomen )
Wanneer het NFI van een land positief is, verdient dit land meer in het buitenland door de inzet van
kapitaal/arbeid en inzet, dan het buitenland in dit land verdient. Als deze redenering andersom is
komen we terecht bij het BNI = bruto nationaal inkomen. (BNI = BBP + NFI)
Zie pagina 512-517 vervolg
Bbp per capita
= het BBP per inwoner van een regio/land = BBP/aantal inwoners
Geeft inzicht in de hoogte van het inkomen per hoofd van de bevolking in elk van beide landen.
Nominaal BBP Reële BBP of BBPr
= het BBP in lopende prijzen = het BBP in constante prijzen
Deflateren
= het reële BBP wordt berekend door de hoeveelheden te nemen in elk jaar, en die te vermenigvuldigen met
prijzen van het basisjaar. Dit wilt zegen dat deflatie/inflatie buiten beschouwing worden gehouden
Nominale wisselkoers
= de prijs van een munt uitgedrukt in de eenheid van een andere munt op een bepaald moment.
Koopkrachtpariteitswisselkoers
3
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur StudentHW2003. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.