Digitaal Mediagebruik – Jo Pierson
Inhoud
Inleiding..................................................................................................................................................2
1. Theoretisch kader: hoofdstuk 1 en 2..................................................................................................4
Hoofdstuk 1. Media en digitale technologieën...................................................................................4
1.1 De digitale omgeving................................................................................................................4
1.2 Nieuwe en oude media.............................................................................................................5
1.3 Digitale media...........................................................................................................................7
1.4 Infrastructuur en platformen....................................................................................................8
Hoofdstuk 2. Informatiesamenleving.................................................................................................9
2.1 Nieuwe samenleving?...............................................................................................................9
2.2 Genetwerkte economie en globalisering................................................................................10
2.3 Theorieën van informatiesamenleving...................................................................................11
2. Artefacten: H2 (2.4-2.6) & H1 (1.5)...................................................................................................12
2.4 Geschiedenis van ICT..............................................................................................................12
2.5 Evolutie van netwerken..........................................................................................................14
2.6 Toekomst van informatiesamenleving....................................................................................15
1.5 Technologie en samenleving...................................................................................................16
Tradities in gebruikersonderzoek.................................................................................................20
3. Praktijken: H3 & H4..........................................................................................................................24
Hoofdstuk 3: cultuur en identiteit....................................................................................................24
4.1 Digitale sociale omgang..........................................................................................................24
4.2 Sociale media..........................................................................................................................25
4.3 Media en identiteit.................................................................................................................27
4.4 Gemeenschap of publiek?......................................................................................................28
4.5 Reputatie en invloed...............................................................................................................29
4.6 Kritiek op digitale sociale omgang..........................................................................................31
Hoofdstuk 4: Van samenwerking naar waarde.................................................................................31
4.1 Collaboratieve media..............................................................................................................31
4.2 Dilemma van participatie........................................................................................................32
4.3 Vrije software en P2P..............................................................................................................34
4.4 Open innovatie.......................................................................................................................35
4.5 Economische waarde van samenwerking...............................................................................36
4. Socio-economische omkadering: H5 & H6........................................................................................37
Hoofdstuk 5: Publieke sfeer en macht..............................................................................................37
, 5.1 Van toeschouwers naar actief publiek....................................................................................38
5.2 Journalistiek en publieke sfeer...............................................................................................38
5.3 Politiek en democratie............................................................................................................42
5.4 Sociale bewegingen................................................................................................................43
5.5 Surveillance en controle.........................................................................................................45
5.6 Informatie en burgerschap.....................................................................................................47
Hoofdstuk 6: Werk en economie......................................................................................................47
6.1 Opkomst digitaal kapitalisme..................................................................................................47
6.2 Economische modellen en actoren.........................................................................................49
6.3 Digitale arbeid en onzekerheid...............................................................................................50
6.4 Immateriële productie: merken en financiële markten..........................................................54
6.5 Globale ongelijkheden en ontwikkeling..................................................................................56
2 Conclusie: p.145-147.........................................................................................................................57
Inleiding
Enkel en alleen omdat technologie het mogelijk maakt voor mensen iets te doen, wilt niet zeggen
dat ze het gaan doen.
Digitaal gemedieerde communicatie: mensen en samenleving in toenemende mate afhankelijk van
(ICT) voor hun sociale interactie en informatie-uitwisseling; ook wel Computer-Mediated
Communication’ (CMC)
Digitale media onderzoeken (Lievrouw & Livingstone, 2002):
Examen !! 3-ledig perspectief digitale media
Artefacten: digitale media technologie die ons vermogen om te communiceren mogelijk maakt en
uitbreidt (= op welke manier komen digitale media tot stand en welke actoren controleren de
ontwikkeling en design van digitale media?)
Vb. Facebook-groepen (wie toegang tot wat); iPhone met Wifi; architectuur algoritmen
desinformatie op fb zoveel mogelijk data genereren
Praktijken: communicatieactiviteiten met betrekking tot ontwikkeling en gebruik van digitale media
(=Hoe worden deze digitale media gebruikt in de context van het alledaagse leven en werk? Waarom
zijn sommige technologieën succesvol en andere niet?)
Vb. ‘verslaafd’ aan sociale media (desinformatie verspreiden omdat dit de bestaansreden voor
reclame is); huisregels omtrent smartphone-gebruik, digitale bronnen om nieuws maandelijks te
raadplegen
Socio-economische omkadering: sociale, legale en economische afspraken, inrichting en organisaties
rondom digitale media technologie en communicatie (=Welke rol speelt politiek en economie in de
innovatie en het gebruik van digitale media, en hoe worden publieke waarden gewaarborgd?-
Vb. GDPR; Google verdienmode (aanpak en wetgeving), desinformatie aanpak
Mutual shaping (wederzijdse beïnvloeding)
,Wederzijdse afhankelijkheid tussen digitale media en samenleving (niet mono-causaal): ‘co-
production of technology and society’
Digitale media beïnvloedt alledaagse leven: Vb. Smartphone
Alledaagse leven verandert digitale media: Vb. SMS & messaging apps
Grillige wisselwerking tussen digitale media en samenleving:
Geen formele relatie tussen (technologische) innovatie en verspreiding
Cruciale rol van socio-demografische en culturele factoren: Vb. Internet, TikTok
Technologische innovatie noodzakelijke MAAR geen voldoende voorwaarde voor geslaagde
technologische invoering
(Media) technologie = onderhandelbaar -> gebruikers geven mee vorm aan technologie:
o Geen ‘eindgebruikers’, maar digitale media worden vorm gegeven in
gebruikerspraktijken
Wederzijdse beïnvloeding (mutual shaping): circelvormige beïnvloeding tss artefacten -> praktijken ->
socio-economische omkadering
Technologie maken wat gebruikers ermee doen mogelijk, maar limiteren ook; reeks van mogelijke
activiteiten binnen de grenzen vd technologie zelf (vb. Twitter heeft een max aantal karakters)=
affordances
Visies:
Boom= “digital sublime” (digitaal verhevene) (Vincent Mosco) = positieve visie
Mythe die er vanuit gaat dat technologieën hun sociale en materiële realiteit overstijgen, waarin
blind wordt geloofd:
Drager van democratie, gerechtigheid, gelijkheid en economische overvloed (global village)
Individuen kunnen starheid van bureaucratische en industriële samenlevingen overwinnen
(vroeger 1 grote massazender die het voor het zeggen had, luisteraars konden er niet veel
tegen gaan: nu heeft iedereen een stem, en je overwint de ‘macht’ dankzij opkomst internet
en social media)
Nieuwe mogelijkheden bieden voor participatie en actief vorm geven van publieke en
productieve leven
Noodzaak aan “demystificatie”, om voorbij te gaan aan deze “mythische” visie door grondig
culturele, sociale, politieke, economische en materiële karakteristieken van digitale media te
analyseren (loskomen vd mythe: wat doet technologie nog? Neg externaliteiten, dingen die je niet
direct ziet, maar wel een impact hebben)
Doom: recente ontwikkelingen tonen donkere kant van digitale media (Evgeny Morozov: to save
everything, click here -> geloof dat techn alles zal oplossen) = neg visie
Vb. Facebook & Cambridge Analytica (misbruik v data voor verkiezingen), verstrekkende
bewakingstechnologie, uitbuiting van werk door deeleconomie, mega-techbedrijven,..
Conceptueel inzicht om voorbij deze tweedeling te gaan
Digital literacy, techn meer doen voldoen aan verwachtingen (rekening houden met privacy)=
tussenwegen en ingrijpen
= zware simplificatie vd werkelijkheid
, Citaat: Cairncross over blindelings geloof ‘the death of distance’ (1995):
"De dood van afstand zal de macht naar beneden verschuiven, naar het individu. Het zal zowel de
democratie versterken als transformeren....informeren van de burger...regeringen zullen zich meer
bewust worden van wat hun burgers denken over hun beleid...het verminderen van lobby
kosten...politieke vertegenwoordiging zal een gemak worden, in plaats van een noodzaak.
Vrij om verschillende standpunten te verkennen, op het internet of op de duizenden radio- en
televisiekanalen die beschikbaar zullen zijn, zullen mensen minder vatbaar worden voor propaganda
van politici die conflicten willen aanwakkeren. Verbonden door de onzichtbare van wereldwijde
communicatie, kan de mensheid ontdekken dat vrede en welvaart worden bevorderd door de dood
van afstand"
Complexe relatie: digitale media hebben transformerende kracht, maar kunnen tegelijk
bestaande sociale en economische ongelijkheden bestendigen of zelfs versterken
Risico: verspreiding en alomtegenwoordigheid van digitale media in dagelijkse leven maakt
hen vaak onzichtbaar, waarbij we hun aanwezigheid en rol uit oog verliezen
o Voorbij gaan aan alledaagse interpretatie en ervaring van digitale media, al te vaak in
historisch vacuüm
Dynamische relatie tussen digitale media en sociale verandering
o Aangeduid als “informatiesamenleving”: vorm van sociale en economische
organisatie gebaseerd op productie, manipulatie en distributie van informatie
o Diepgaande allesomvattende verandering van hedendaagse samenlevingen
o Om te begrijpen is nodig om centrale rol van digitale technologieën in alle sferen van
culturele, sociale, politieke en economische leven te bestuderen
1. Theoretisch kader: hoofdstuk 1 en 2
Hoofdstuk 1. Media en digitale technologieën
1.1 De digitale omgeving
Digitale media worden onderdeel van alledaagse leven
Om gevolgen te begrijpen moeten we rekening houden met technologische kenmerken van
digitale media
Analyseren van culturele, sociale, politieke en economische contexten waarbinnen digitale
media ontstaan zijn -> essentieel om niet technologisch deterministisch te zijn: gevolg v bep
keuzes en heeft gevolg v de samenleving & daarom noodz om te kijken naar de drie
perspectieven -> juridische, technologische, sociologische: artefacten, socio-economische
omkadering en praktijken)
Technologieën zijn niet neutraal, maar hebben complexe achtergrond waarin culturele,
sociale, politieke en economische factoren verweven zijn met technische en materiële
mogelijkheden
Communicatiewetenschappen hebben verschillende benaderingen ontwikkeld om de relatie
tussen digitale media en samenleving te begrijpen en de wijze waarop zij elkaar beïnvloeden
en gezamenlijk veranderen
Hedendaagse samenlevingen gekenmerkt door alomtegenwoordigheid en doordringendheid
van digitale media
“Media life” (Mark Deuze)= leven in media, ipv leven met media -> een vis in het water weet
niet dat hij in het water zit zonder hij eruit genomen wordt, noodz deel v ons leven (vb
elektriciteit: we merken dat het belangrijk is als we het niet meer hebben)