Sociologische stromingen
1. Paradigmatisch pluralisme
• Wat is een paradigma?
• Welke drie filosofische vragen liggen aan de basis van een sociologisch paradigma?
• Welke antwoorden kunnen er worden gegeven op deze vragen, positie van wetens.?
• Welke sociologische paradigma's zijn er? 4
• Welke antwoorden geven de verschillende paradigma’s op de onderliggende
filosofische vragen?
• Welke verschillen en overeenkomsten bestaan er tussen de vier paradigma’s?
• De student verstaat en gebruikt het oriëntatiemodel van paradigma’s!
1.1 Een veelheid aan paradigma’s
Paradigma:
= verschillende manieren om systematisch en wetenschappelijk naar het sociale te kijken.
à Niet 1 manier is de beste en kan op verschillende manieren (interview, enquête…).
= Een geheel van filosofische uitgangspunten waar mensen een bepaald antwoord kunnen
geven. Door de combinatie van antwoorden die ze geven ten aanzien van die filosofische
uitgangspunten gaan ze bepalen welk voor soort vragen interessant zijn, welke soort vragen
dienen beantwoord te worden en welk voor soort methoden dienen gebruikt te worden om
die vragen te beantwoorden.
Kuhn -> lanceerde het begrip paradigma
‘Hoe komen wetenschappers tot hun inzichten. Hoe bouwen ze kennis op?’
PARADIGMA --> 3 ELEMENTEN
1. Filosofische uitgangspunten/vragen
a. Nog nooit bewezen en zijn niet te bewijzen (zie verder, drie vragen)
2. Theoretische opvattingen
a. Welke vragen zijn interessant om te beantwoorden?
b. Wat is interessant om te bestuderen?
c. = soorten vragen die je kan stellen. Wat is interessant om te bevragen en wat
zijn goede vragen.
3. Methodologische keuze
a. Welke methoden zijn er geschikt om het sociale te bestuderen?
= HOE die vragen beantwoorden
Vooruitgangsoptimisme: er zal altijd meer en meer kennis zijn.
à Kuhn onderzocht dit en zegt dat er altijd in alle wetenschappen verschillende paradigma’s
bestaan.
1
,Vb. Natuurkunde: aristoriaanse fysica (oudste paradigma) = alles uit onze omgeving bestaat
uit water, lucht materie en vuur à Newton: er zijn ook krachten à Einstein:
relativiteitstheorie à strenght theorie
Vb. Psychologie: behaviorisme à psychoanalyse à …
Paradigmastrijd:
Op een bepaald moment is een of ander paradigma dominant dus veel mensen werken
volgens dat paradigma. Dominant dus spreekt veel mensen aan dus kunnen aan veel
middelen (zoals geld, medewerkers aanstellen…) komen.
à Enkel kennisopbouw in dit paradigma, andere worden verdrongen.
à Andere gaan dan in de tegenaanval en nemen de leiding -> soort opvolging
DOMINANT: Vb. Conflictsociologie Karl Marx à Marxisme, niet in vraag stellen à mensen
die het in vraag stellen worden gedood = dictatuur (communisme)
DOMINANT: Vb. Darwinisme Spencer (Survival of the fittest) à als maatschappijen sterker
zijn dan andere maatschappijen is dat teken dat ze beter zijn à Hitler die blond en blauwe
ogen als superieur ziet = dictatuur
Vb. Strikte lockdown à mensen willen versoepelingen à luisteren naar overheidseconoom
en niet naar epidemiologen
à Te weinig dominantie van een paradigma is niet goed (te weinig kennisbouw) maar te
veel ook niet.
à Kuhn: ideeën van denkers en auteurs moet je in context zien waarin ze ontstaan zijn.
= In zo goed als alle wetenschappen zijn er
meerdere paradigma’s.
= Strijd tussen paradigma’s om dominant te
zijn en zo middelen te verkrijgen om verder
aan kennisopbouw te kunnen doen.
= Is een paradigma te dominant dan komt
er een dictatuur waarbij je het paradigma
niet in vraag mag stellen.
BASIS: 3 niet te bewijzen filosofische vragen
à Die vragen worden niet altijd uitdrukkelijk gezegd in de theorie, je moet die achterhalen.
Paradigma is dus een geheel van theorieën die op een of andere manier met elkaar
samenhangen.
1. Mensbeeld
a. Waarom gaan mensen relaties met elkaar aan? / Hoe verhouden mensen zich
onderling?
à Hoe verhouden mensen zich onderling
2
, 2. Maatschappijbeeld
a. In welke mate is individuele vrijheid mogelijk? / Hoe verhouden mens en
maatschappij zich?
à Hoe verhouden de maatschappij en het individu zich onderling?
3. Wetenschapsbeeld
a. Hoe kunnen we tot kennis komen?
! Woorden zeker kennen! Materialisme = objectivisme = empirisme…
Blauwe woorden zijn tegenovergestelde van rode.
Behoren pas tot eenzelfde paradigma als ze hetzelfde denken over de drie vragen.
Objectivisten (niet gelijk aan objectief zijn) volgen dus niet per se hetzelfde paradigma.
Materialisme <-> idealisme à Geschiedkundigen
Objectivisme <-> subjectivisme à Filosofie
Positivisme <-> rationalisme à Sociologie
Agency: mensen hebben handelingsbekwaamheid en kunnen zelf hun leven inrichten
Structure: ons leven wordt altijd bepaald door de maatschappij waarin je geboren w
Deze tegenstellingen hebben dezelfde standpunten, zelfde houdingen, maar worden anders
genoemd in verschillende wetenschappen.
Drie elementen/vragen bepalen welk voor theoretische uitganspunten mensen zullen kiezen
en welke methodologische keuzes ze gaan maken.
3
, A. Hoe komen we tot kennis? (1 van de 3 vragen)
Filmpje The Cave – allegorie van de grot: hoe komen we tot kennis, kunnen wij de wereld
buiten ons ooit wel kennen. Kunnen we ooit wel weten wat rechtvaardigheid is?
Die buitenwereld, die rechtvaardigheid, wij zien schimmen op een grot maar dat is niet de
echte wereld die we zien. Zijn wij ooit in staat om die buitenwereld te kennen?
à Voor wetenschappers een probleem want zij baseren zich op waarnemingen en deze
allegorie zegt dat wij niet alles kunnen waarnemen.
Optische illusie: vlakken zijn even groot en zelfde kleur.
à Misschien zijn wij ook gevangenen die vastgeketend zijn en schaduwen zien want onze
waarnemingen bedriegen ons.
KUNNEN WIJ DE BUITENWERELD WEL KENNEN?
2 posities t.a.v. die vraag:
A. Objectivisme (= materialisme…):
→ Er is een werkelijkheid los van de menselijke geest
→ Door observeren kan je de werkelijkheid kennen
→ ‘Meten is weten’
→ Ja, we kunnen de buitenwereld kennen door instrumenten te gebruiken. We
kunnen alles observeren ook al laten onze functies ons in de steek (gehoor,
tast, geur...).
B. Subjectivisme (= idealisme…):
→ Nee want onze observaties zijn steeds afhankelijk van de manier waarop we
waarnemen
→ Waarnemingen zijn een vervorming van de werkelijkheid
→ Waarnemingen zijn daarom interpretaties van waarnemingen
→ Door logisch te redeneren kan je een vat krijgen op de werkelijkheid
→ Ook al hebben we speciale instrumenten, je bent niet 100 procent zeker
→ Je kan wel aan wetenschap doen door logisch te redeneren, met mensen
praten en zo interpretaties krijgen van de waarneming
Je kijk zal je methodes bepalen:
- Objectivisme
o Kwantitatieve methodes: enquêtes, experimenten, cijfermateriaal verzamelen
- Subjectivisme
o Kwalitatieve methodes: methodes & logisch redeneren (diepte-interview,
focusgroep). Niet meten hoe mensen denken maar vragen.
B. In welke mate is individuele vrijheid mogelijk (in een slv)?
à Maakt de mens de maatschappij of wordt de mens bepaald/gemaakt door de
maatschappij?
à In welke mate kan je individueel leven als je samenleeft.
Zoals traditionele kip ei discussie. Wat was er eerst, het individu, de maatschappij of de
groep waarin de mens leefde?
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tessavandierendonck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €8,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.