HOOFDSTUK 1: DEONTOLOGIE, ETHIEK EN MORAAL
1. Deontologie
Vroegere benamingen:
1. Deontologische richtlijnen (lijnen die je moet volgen, zou dus moeten vastliggen) voor de
maatschappelijk werker
2. Ethische (+, is maar 1 v.d. kaders van deontologie) regels (iets dat vastligt in boekje, die
indruk krijg je) m.b.t hulpverlening (sw vernauwt tot hulpverlening terwijl het meer is)
3. Wijsbegeerte (+, verlangen naar wijsheid) en plichtenleer (plicht – gehoorzamen, zeggen wat
je moet doen)
Deon: plicht Logos: leer Deontologie = de leer van de plicht
= wat men behoort te doen in het licht van de zedelijke waarden/de ethische norm bij het
uitoefenen van een welbepaald beroep.
Verwachtingen SW’er vs. Cliënt
Komen niet overeen met elkaar
Goed SW’er
1. Kennis WETEN
o Theoretisch
o Praktisch
o Tacit knowledge = buikgevoel
o Zelfkennis
2. Vaardigheden (wat je toont) & kwaliteit (hoe je bent) ZIJN
=> persoonlijkheidskenmerk
o Vb. Je kan empathie tonen maar bent het daarom niet altijd
3. Motivatie DOEN
o Intrinsiek
o Extrinsiek
à Interdependentie = onderlinge afhankelijkheid
Verwachtingen van de cliënt tav een ‘goed SW’er’
1. Hulp
Je zoekt hulp, nu, en geen oplossing die lang kan duren.
a. Nu/direct
b. Kosteloos -> geld & energie
i. Agogische paradox: help mij zonder dat ik moet veranderen
c. Voelen -> je kan je geholpen voelen ook al is het probleem niet opgelost
2. Sfeer(schepping)
1
, Je verwacht als cliënt een plek waar je je goed kan voelen, gevoel dat ze naar je
luisteren.
a. Klimaat: draagt bij tot een bepaald gevoel
b. Hulpverschaffend: ruimte ‘welkom’ gevoel doen geven + de persoon
c. Taal: geen vakjargon
3. Veiligheid
a. Discreet omgaan met informatie
b. Veilige ruimte waar niet iedereen zomaar alles kan horen of binnen kan lopen
à Een goed sociaal werker tracht steeds de eigen visie op goed SW te verzoenen met de
verwachtingen van de cliënt
Die verzoening kan botsen met de verwachtingen van je organisatie.
Er is behoefte aan een houvast, een gemeenschappelijk kader die antwoord biedt op die
vragen. ‘Hoe ver kunnen we gaan, wat kunnen/mogen we doen…?’
Waarom: als houvast, ter beveiliging (wij handelen zo want) & als garantie (daar en
daar kunnen we mee helpen)
à Behoefte aan een deontologie
à Deze behoefte wordt versterkt
- Nieuwe ethische problemen
à Iedereen denkt er anders over, hangt samen met waarden en normen
o Vb. allochtonen niet kunnen verplichten om zich te laten vaccineren
omdat ze een andere cultuur hebben
o Vb. euthanasie – christelijk geloof: geen eind maken aan je eigen leven
o Vb. abortus – volgens de wet geregeld maar leeft nog
o Vb. homoseksualiteit – niet voor iedereen evident
- Inspraak & participatietrend – ‘rechtendiscours’
o Iedereen wil zijn mening en oplossingen voorleggen hier speelt de
samenleving op in => iedereen kan zich met alles moeien, mondiger
o Dit maakt het moeilijker voor een sw’er
o Rechtendiscour: We zien dat het toekennen van rechten aan specifieke
groepen als maar groter wordt – patiëntenrechten, inzage in dossier…
Mensen hebben als maar meer rechten op zaken
§ Gevolg: cliënt gaat zijn rechten eisen
- Professionaliseringstendens
o Eisen voor SW (en andere beroepen) liggen hoger
o Personen met ander diploma gaan aan de slag in het SW
- Sociaal werk: een onzekere bezigheid (cf. slingerbeweging)
o Er bestaan geen zekerheden. Je kan geen interventie starten en zeker zijn
van het resultaat.
o Afwegingen maken en daarop keuzes maken
2
,2. Het onderscheid tussen ethiek en moraal
Waarden:
- Waardeloos
- Waardevol
‘Alles van waarde is weerloos’
à Wat van mij van waarde is dat voor iemand anders niet = weerloos
à Beleefdheid – morele consequentie (= niemand afblaffen, knikken naar de mensen
op straat)
à Loyaliteit – morele consequentie (= hoe jij je gaat gedragen naar die waarden)
à Familie – morele consequentie (= vaak familie opzoeken)
3
, 3. Verscheidenheid van ethische stelsels
3.1 Imperatieve en indicatieve systemen
4
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur tessavandierendonck. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €7,49. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.