H4 'Duitsland in Europa' EXAMENKATERN VWO samenvatting geschiedenis
36 vues 1 fois vendu
Cours
Geschiedenis
Type
VWO / Gymnasium
Book
Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Contexten-vwo vanaf 2022
Samenvatting Examenkatern-Training voor het Examen met Historische Context VWO: van dit boek
Alles heel duidelijk beschreven zodat iedereen het begrijpt.
Samenvatting Historische Context 2 Steden en Burgers in de Lage Landen 1050-1700
Tout pour ce livre (119)
École, étude et sujet
Lycée
VWO / Gymnasium
Geschiedenis
6
Tous les documents sur ce sujet (4833)
Vendeur
S'abonner
cerenp
Aperçu du contenu
GESCHIEDENIS
SAMENVATTING
H4 Duitsland in Europa 1918-1991
1. Zwakke plekken van de Republiek van Weimar
In de laatste dagen van de 1e WO werd in het Duitse keizerrijk de Republiek van Weimar 1918
uitgeroepen door een sociaal-democratische regering. De regering van de Republiek kreeg te
maken met veel tegenstand van communisten, nationalisten, conservatieven en teleurgestelde ex-
soldaten. Republiek van Weimar: parlementaire democratie.
- communisten: (KPD) deden alleen mee om propaganda te maken voor het eigen ideaal, wilden
zelf alle macht. Internationaal -> streefden naar proletarische wereldrevolutie.
- Nationalisten en conservatieven: wilden het keizerrijk terug met minder macht voor de politieke
partijen en meer voor henzelf. Ze hadden een grote afkeer en angst voor de communisten.
Weinig tot geen vertrouwen in parlementaire democratie.
- Teleurgestelde ex-soldaten: sloten zich aan bij communistische, conservatieve of fascistische
groepen. Zij gaven de parlementaire democratie en haar vertegenwoordigers de schuld van
alles wat naar hun mening verkeerd was.
De tegenstanders hielden de sociaal-democratische regering verantwoordelijk voor:
• De nederlaag in de 1e WO
• Het opgelegde Verdrag van Versailles uit 1919
• En van de hieruit voortvloeiende slecht economische toestand (door de hoge herstelbetalingen
en verlies aan grondstofrijke gebieden)
De Vrede van Versailles maakte het de leiders van de Republiek moeilijk om steun te winnen vd
meerderheid vd bevolking in DU. Duitsland had namelijk als verliezer niet mee mogen
onderhandelen;
- DU kreeg de schuld vd oorlog en kreeg enorme herstelbetalingen door de geallieerde opgelegd
- DU moest grondgebied afstaan: klein gebied aan België en een groot gebied aan Polen (nieuwe
staat polen wilde per se toegang tot de Oostzee),Fr kreeg Elzas-Lotharingen terug, Duitse
koloniën werden verdeeld onder geallieerden
- DU moest ontwapenen: het mocht alleen kleine oorlogsschepen en een klein beroepsleger
hebben
Wegens achterstand van de herstelbetalingen bezetten Franse en Belgische troepen in 1923 het
Ruhrgebied (economische hart van DU). Arbeiders gingen in staking, maar de Duitse regering
betaalde hun lonen door -> om dat te kunnen doen meer bankbiljetten drukken -> inflatie -> grote
economische crisis 1923 (VERTROUWEN IN DEMOCRATIE NEEMT NOG VERDER AF)
Halverwege de jaren ’20 bloeide de economie weer enigszins op als gevolg van:
- een verzoeningspolitiek met FR (fr en du mogen du niet meer binnenvallen).
- Het Dawesplan 1924: Charles Dawes (VS) -> het jaarlijkse aandeel in de aflossing vd
herstelbetalingen werd gekoppeld aan de economische draagkracht v Duitsland. En de VS
gingen vanaf 1925 leningen aan DU verstrekken om de Duitse economie weer op de been te
helpen.
Het Dawesplan leidde tot het vertrek van de bezettingsgroepen in het Ruhrgebied en tot een
tijdelijk economisch herstel. -> tussen 1924 en 1929 stabiele regeringen gevormd
2. De nazi’s profiteren van de economische crisis van 1929
Oktober 1929 daalde de waarde vd aandelen op de Amerikaanse Beurskrach -> economische
crisis (talloze faillissementen v banken en bedrijven, sterke daling vd productie en vd handel, grote
werkloosheid). In EU werd vooral DU door de beurskrach in de VS getroffen. Als gevolg ging VS
leningen terugvragen, echter had DU de leningen nog steeds nodig. Er kwam uiteindelijk wel een
einde aan die leningen -> veel werklozen in DU.
• Economische crisis wordt ook een politieke crisis. De partijen die de republiek van Weimar altijd
hadden gesteund, vonden geen oplossing voor de economische problemen. Nieuwe grondwet
artikel 48: het kabinet kon bij een noodtoestand regeren met noodverordeningen. Regeren met
1
, noodverordeningen hield in dat de macht in handen lag van Rijkskanselier en president samen.
De president was uiteindelijke de machtigsten want hij kon weigeren de noodverordeningen te
ondertekenen en de Rijkskanselier benoemen en ontslaan.
• Vooral de NSDAP profiteert vd crisis. Leider Adolf Hitler -> Hitler beloofde dat hij het land zou
leiden naar welvaart en nationale eenheid en het Verdrag van Versailles ongedaan zou maken.
Het lukte NSDAP uit te groeien tot een massaorganisatie, door gebruik te maken van
propaganda en van paramilitair vertoon (uniformen etc)
Het fascisme van de nazi’s: nationaal-socialisme. -> totalitaire ideologie. Tegen parlementaire
democratie (dus tegen persoonlijke vrijheid en dus Republiek van Weimar). Tegen liberalen,
socialisten, communisten.
Niet klassenstrijd (communisten), maar rassenstrijd. Communisme: internationale stroming, ze
dienen de nationale zaak niet. Nazi’s waren voor een Germaanse Volksgemeinschaft ->
nationalistisch. Duitse volk (germaanse ras) staat centraal.
2 KENMERKEN NATIONAALSOCIALISME:
1. Ze gingen uit van de ongelijkheid vd rassen i.d. wereld. 1 hoogwaardig ras: Arische ras.
Germaanse volkeren zijn raszuiver. Minderwaardige ras: slavische rassen (vb. Russen).
Verderfelijke rassen: joden, zigeuners etc. Joden, zigeuners etc. besmetten volgens Hitler DU.van
anti-judaïsme (haat tegen joodse religie) naar antisemitisme (haat tegen joodse ras).
2. Hitler wilde ‘Lebensraum’. Stichting van een groot Germaanse rijk. Volgens hem was het
grondgebied waarover het Duitse volk beschikte onvoldoende om alle Duitsers en hun
nakomelingen een goed bestaan te bieden, dus nieuwe grondgebied veroveren. Hitler had vooral
Oost-EU en vooral de SU op het oog.
3. De nazi’s grijpen de macht
Hitler werd in 1933 benoemd tot Rijkskanselier door Von Hindenburg. Hitler wilde wel de absolute
meerderheid, dus mocht hij van Von Hindenburg nieuwe verkiezingen uitvoeren. Om absolute
macht te krijgen was terreur nodig, want dan hadden kiezers het als gevolg van de terreur wel uit
hun hoofd laten socialistisch of communistisch te stemmen. De nazi’s geven de communisten de
schuld vd brand in het gebouw vd Rijksdag. De nazi’s ontnemen de communisten hun
burgerrechten: ‘de noodverordening ter bescherming van volk en staat’.
Hitler besloot zich door de Rijksdag te laten machtigen alleen verder te regeren, hij vond het
namelijk een teleurstelling dat hij nooit de meerderheid van Duitse bevolking heeft gekregen. De
machtigingswet moest zowel de Rijksdag als de grondwet buiten spel zetten. De eerste twee
artikelen vd wet: Rijksdag, Rijkspresident en de grondwet werden hierin uitgeschakeld. Tweederde
meerheid van de stemmen was nodig, uiteindelijk werd dit ook behaald, mede door het ontbreken
vd communistische afgevaardigden.
Acties van Hitler:
- In 1933 werden alle vakbonden opgeheven en vervangen door een nationaal-socialistische
organisatie: het Deutsche Arbeitsfront (DAF).
- Ook andere politieke partijen werden verboden. De nazi’s wilden maar 1 partij, dus DU was
officieel een éénpartijstaat geworden. In VOLKSGEMEINSCHAFT horen namelijk geen politieke
partijen, gaat om nationale eenheid.
- Hitler was bang dat de SA een nieuwe revolutie zou beginnen. Met hulp vd SS volgde de Nacht
van de lange messen in 1934. Hier werden hoge SA-mannen door de SS vermoord.
- Hitler nam na de dood van Von Hindenburg zijn positie over en werd leider van het Duitse rijk.
- Hitler laat leger eed van trouw aan hem persoonlijk afleggen als staatshoofd en
opperbevelhebber. Doel: afdwingen loyaliteit.
- Hitler probeerde bondgenoten te maken met de Kerken.
De Duitsers hadden nu alle macht in handen. Zij noemden hun DU het Derde Rijk
4. Nazificeren vd samenleving
2
Les avantages d'acheter des résumés chez Stuvia:
Qualité garantie par les avis des clients
Les clients de Stuvia ont évalués plus de 700 000 résumés. C'est comme ça que vous savez que vous achetez les meilleurs documents.
L’achat facile et rapide
Vous pouvez payer rapidement avec iDeal, carte de crédit ou Stuvia-crédit pour les résumés. Il n'y a pas d'adhésion nécessaire.
Focus sur l’essentiel
Vos camarades écrivent eux-mêmes les notes d’étude, c’est pourquoi les documents sont toujours fiables et à jour. Cela garantit que vous arrivez rapidement au coeur du matériel.
Foire aux questions
Qu'est-ce que j'obtiens en achetant ce document ?
Vous obtenez un PDF, disponible immédiatement après votre achat. Le document acheté est accessible à tout moment, n'importe où et indéfiniment via votre profil.
Garantie de remboursement : comment ça marche ?
Notre garantie de satisfaction garantit que vous trouverez toujours un document d'étude qui vous convient. Vous remplissez un formulaire et notre équipe du service client s'occupe du reste.
Auprès de qui est-ce que j'achète ce résumé ?
Stuvia est une place de marché. Alors, vous n'achetez donc pas ce document chez nous, mais auprès du vendeur cerenp. Stuvia facilite les paiements au vendeur.
Est-ce que j'aurai un abonnement?
Non, vous n'achetez ce résumé que pour €6,39. Vous n'êtes lié à rien après votre achat.