De grote stromingen van de wijsbegeerte
1. Wat is filosofie in de oudheid?
• “Wat bedoel ik met filosofie en wie was de eerste die hiermee begon?”
• Oorspronkelijk een Grieks woord
• In het Nederlands hebben we 2 woorden om dit woord te vertalen: ‘Filosofie’ &
‘wijsbegeerte’
o Etymologie van het woord ‘filosofie’
Filosofie is een samenstelling van vriendschap of liefde & wijsheid
Vriendschap of liefde voor de wijsheid
o Etymologie van het woord ‘wijsbegeerte’
Zegt ons daarentegen niets over vriendschap: wijs-begeerte
Het is een begeerte naar wijsheid
• Wijsheid die de filosofie nastreeft altijd iets anders dan wijsheid die meerderheid als
waarheid erkent
• Liefde voor wijsheid is kritiek van heersende ideologie: van waarheid gezond verstand van
alles wat voor iedereen vanzelfsprekend is geworden
• Filosofie: disruptief discours over realiteit: filosofie zegt wat je ziet, wat je denkt dat de
realiteit is, is eigenlijk niet de échte realiteit maar een vertekend beeld daarvan
• Doel filosofie: polemiek doen, andere manier tonen om naar dingen te kijken
Filosofie: een rare vriendschap
• Filosofie is een vriend van de wijsheid maar ook vijand van de wijze, de
wetenschappers, de dominante opinie en ook van andere “vrienden” van de wijsheid
• Filosofen haten elkaar, ze hebben een vijand nodig
Wat is filosofie?
• Betekent zowel liefde voor of vriendschap met de wijsheid alsook begeerte naar wijsheid
• Is een al dan niet bewuste affectieve houding (vriendschap, liefde, begeerte, verlangen)
tot wijsheid
• Is geen weten, geen wetenschap
• Is ook geen wijsheid, maar het streven naar wijsheid : de daad om de aanneembare
waarheid kapot te maken
• MAAR de specifieke betekenis van deze woorden is nooit dezelfde in de geschiedenis van
de filosofie
• Emancipatie van…
o Vanzelfsprekendheden
o Algemene, beheersende meningen
o Wat in of mode is
o Clichés
o We weten altijd te veel!
• Filosofie vraagt…
o Afstand (ruimte)
o Geduld (tijd)
o Wantrouwen (in de eigen wijsheid)
1
, o Vertrouwen (in de niet-gevonden waarheid)
De historiciteit van de filosofie: de tijdperken
Antieke Wijsbegeerte Moderne Wijsbegeerte Postmoderniteit
(7de tot 2de eeuw v. Chr.) (15de eeuw tot 1831) (ca. 1945 tot heden)
Middeleeuwse Moderniteit
Wijsbegeerte
(ca.1831-1945)
(2de eeuw v. Chr. tot
15de eeuw n. Chr.)
Filosofie: (storende) wijsheid
• Socrates (469-399 v.Chr.)
o ‘Ik weet dat ik niets weet’
o ‘Ik weet dat wat jullie voor waar, goed, juist en schoon houden, vals is’
o De horzel van Athene
Hij had veel bewonderaars, maar was niet door iedereen gecharmeerd van
zijn doortastende manier van vragen stellen
Hierdoor kreeg hij deze bijnaam
o Voerde nieuwe goden in, misleidde de jeugd
o Ter dood veroordeeld
• Baruch de Spinoza (1632-1677)
o Uitspraken
‘Un monstre de confusion et de ténèbres’ (Een monster van verwarring en duisternis)
‘Universally infamous’ (Universeel berucht)
‘Atheorum nostra aetate princeps’ (de leider van de atheïsten van onze tijd)
o ‘Spinozist’ als belediging
o Gevaarlijk voor de sociale, religieuze, politieke en economische orde
Slechts één substantie kan bestaan
Deus sive natura (God of de natuur)
Radicaal egalitarisme en radicale democratie
• Friedrich Nietzsche (1844-1900)
o De hamer-filosoof
o Filosofie is “aan gene zijde van goed en kwaad”
o Provocatief (uitdagend)
o Controversieel (waarover grote meningsverschillen bestaan)
o Polemisch (geneigd tot twisten)
o Nihilist (Een ontkenning van elke bestaansgrond van een objectieve waarheid. Een geloof dat het leven
eigenlijk zonder zin of doel is. Dit leidt bij deze mensen vaak tot een vernieti- gingsdrang t.o.v. zichzelf of
van de maatschappij)
o Atheïst
o Uitspraken
‘God is dood’
• Er was ooit een god, hij is nu dood, wij hebben hem vermoord
• En nu? Wat doen we nu zonder god?
2
, • De dood van God is dus geen antwoord, maar een probleem
• Paul Preciado (1970)
o Geen gender studies, geen wetenschap, maar filosofisch terrorisme
o Nieuwe concepten om de wereld anders te bekijken
o Werken:
Pornotopia: an essay on Playboy's architecture and biopolitics (2014)
Testo Junkie:sex, drugs, and the biopoliticin the pharmacopornographicera
(2013)
Manifiestocontrasexual(CountersexualManifesto) (2002)
Filosofie in de oudheid
• Filosofie is in elk tijdperk en zelfs bij elke filosoof anders
• De vraag is dus wat wijsheid, begeerte, vriendschap en liefde precies betekent in het geval
van een tijdperk of een filosoof
Heraclitus (540 v.C. – 480 v.C.) versus Parmenides (ca. 515-450 v. Chr.)
• Filosofie vinden we pas bij hen 2
• Voor hen: religie, natuurwetenschap, (praktische) wijsheden
• Niet vergeten: filosofie is een rare vriendschap
• Met deze 2: het (nieuwe) begin van de wijsbegeerte
o De vraag naar de zin van het zijn
Zelfstandigheden van de filosofie tegenover mythologie, natuurfilosofie &
common sense
o niet op zich, maar voor ons
o ze tonen dat natuurfilosofie geen revolutie in het denken is maar een verbetering
van de mythologische uitleg van de realiteit in de werken van Homerus en
Hesiodus (Griekse dichters)
o Natuurfilosofie = wetenschappelijke vertaling van de oude waarheid
Thales van Milete (624/23 – 544v.C.) & de voorsocratische filosofen
• In Theogonie van Hesiodus zegt hij…
o Dat er in het begin alleen Chaos was
o Dan ontstaan er een aantal oer-goden van Chaos en uit deze oer-goden nieuwe
goddelijke en niet goddelijke wezens die allemaal deel uitmaken of hebben deel
uitgemaakt van de natuur die voor de mensen verschijnt
o Bv.: de aarde (Gaia) ontstaat uit Chaos, ze is de moeder van de hemel (Uranus)
o Het universum is het resultaat van een proces van voortplanting
• Thales zegt
o Het principe van de realiteit (van de natuur) is water
o En water is geen god
o En dat water het principe is, is geen verhaal waarin je moet geloven, maar kennis die
je door empirische observatie vergaart
o Niettemin blijft Thales in de denkruimte van de mythologie (de vraag naar de
oorsprong van het universum)
o Thales = begin natuurwetenschappen, niet filosofie wiskundige realiteit
o Natuurfilosofie: wetenschappelijke vertaling van de oude waarheid
• Daarom zag men in de Oudheid een continuïteit tussen Homerus en Thales
3
, • Na Thales komen andere filosofen die ook de vraag stellen naar het principe van de natuur
(ze blijven dienaars van de mensen)
• Iedereen geeft een ander antwoord op dezelfde vraag
Anaximander (ca.610 - ca.549 v.Chr.) – Milete
• Het onbegrensde: zegt dat het principe een onbepaalde massa is, alle oerstoffen (lucht, vuur,
aarde en water) ontstaan uit deze materiele onbepaaldheid
• Leerling Thales, bekritiseert deze lucht, aarde, water en vuur: hij zegt dat er geen element
eerst was, het zijn alle elementen die daarvoor niets waren
• Was de eerste die een kaart maakte
Anaximenes (585-526 v.Chr.) – Milete
• Lucht: merkt dat noch Thales noch Anaximander gelijk heeft, het principe is volgens hem
lucht
• Leerling Anaximander
• Probeert aan te tonen dat leraar en leraar van leraar fout waren
Pythagoras (ca.570 - ca.500 v.Chr.) - Samos
• Vuur, harmonie (ziel) en getal
Heraclitus (540-480- v.Chr.) - Efese
• Het principe is de logos, de wijsheid luidt: alles is een en een is alles
(wet/ verhoudingen)
• Alles verandert: maar het principe is de logica van de verandering
• Deze logica is dialectisch: noch A nog -A is
reëel: de realiteit is de verhouding tussen
tegengestelde elementen: maar mensen willen/kunnen dat niet zien
• Ze denken dat ze wakker zijn, maat ze zijn aan het slapen Crisis natuurfilosofie
• Ze denken dat ze iets werkelijks voor ogen hebben, maar dat is een droom De natuurfilosofie
komt tot haar einde
Parmenides (ca. 515-450 v. Chr.) - Elea
filosofie is niet meer
• Het (absolute) ‘is’ empirisch observatie
• Mensen hebben inderdaad een vertekend beeld van de realiteit van de natuur (het
• Ze zien niet in dat wat is niet kan veranderen zichtbare)
• Het niets kan je niet denken, dus: niets bestaat niet
• De echte realiteit is onveranderlijk, ongeboren, in zichzelf rustend
• We gebruiken het werkwoord zijn op een verkeerde manier,
om naar dingen te verwijzen die niet zijn, maar worden
(veranderen in de tijd)
• Er is toch geen daadwerkelijk “buiten-van-de-ideologie”
4