Neurologisch stelsel
Parkinson
HC 1 – klinisch beeld
Parkinson(isme) = “klinisch syndroom”
Met motorische symptomen
- Tremor
- Rigiditeit
- Bradykinesie (akinesie – hypokinesie)
- Posturale instabiliteit
Met niet-motorische symptomen: treden op voor de motorische SS en nemen toe in latere fases
≠ ziekt-identiteiten: tremor-dominant, PIGD – dominant, leeftijdsdominant
Chronisch, progressief ziektebeeld
“extrapiramidaal” syndroom basale ganglia belangrijke rol
Bij parkinson patiënten is er een probleem in de substantia nigra pars compacta. Daar gaan
systematisch cellen afsterven (voornamleijk de dopamine neuronen). Dit zorgt voor een verzwakking
van de ondersteuning van de directe en indirecte pathway
o Functies basale ganglia
Regelen van de housingstonus
Soepele overgang tussen bewegingen
Automatische bewegingen
Betrokken bij het motorisch leerproces hersenen info bijsturen tijdens onze slaap
o Pathofysiologie (kenmerkend voor Parkinson)
Dysfunctie van de basale ganglia: verlies van gepigmenteerde neuronen in de SNc ↓
connecties via dopamine verlies prikkeloverdracht
Dysfunctie in CZS (cortex): optreden van lewy bodies, neergeslagen eiwit ingekapseld in de
hersenen tss de neuronen meer nr de cortex evolueren
o Klinisch beeld
Diagnose gesteld op basis van:
Motorische kernsymptomen (TRAP)
− Tremor
− Rigiditeit
− Bradykinesie (akinesie – hypokinesie)
− Posturale instabiliteit
1
, Neurologisch stelsel
Niet-motorische symptomen (obstipatie, reukzin, drpessie, slaap, geheugen,
emotionaliteit, …) niet iedereen heeft dit in dezelfde mate
Reactie op levodopa (dopamine)
Unilaterale aanzet
Chronisch, progressief ziektebeeld niet snel, geleidelijkaan achteruit
Exclusie andere cerebrale ziektebeelden (hersenscan)
PET- of SPECT scans (zicht op dopaminerge systeem)
BETA-CIT radioactively marked metabolites to detect dopaminemetabolism in the
putamen minder stof, dopamine conc = bevestiging diagnose
o Symptomen
bradykinesie = traag bewegen
Verminderde bewegingssnelheid en amplitude
Dominante symptoom, bij 80% van de patiënten
Axiale distributie weinig rompbeweging
Neemt toe bij dubbeltaken en complexe situaties
Hypokinesie = kleine stappen zetten
Filmpje observatie:
- Armzwaai weggevallen
- Romp nauwelijks beweegt
- Kleine stapjes zetten, met de ruimte triggers/cue geven om toch grote stappen te zetten
(tegels)
Akinesie
Initiatie problemen
Stop in cyclische bewegingen zoals stappen, schrijven, spreken
Filmpje observeren:
- Mini stapjes
- Moeite met deuropening
- Zwaartepunt nr voor gaat verplaatsen bij freezen, daarvoor snelle passen
Posturale instabiliteit
Retropulise
Propulsie met freezing
Vallen (68% > 1 per jaar)
Tragere en inadequate balans reacties
Rigiditeit
Verlies van automatische ontspanning
Distributie in flexoren en romp
Tremor
Rust tremor (beven), bij 50% van de P
Sociale invloed > functionele invloed
Actietremor in latere stadia minder voorkomend
o Symptomatologie – beïnvloedende factoren
Medische behandeling
Medicatie: dopamine precursor) levodopa of dopamine-agonisten
− Oraal
− Rechtstreeks in darm
− Experimenteel: via de huid
Of neurochirurgie: deep brain stimulation
+: invloed op bradykinesia, rigiditeit, tremor
- : effect distaal > proximaal, gewenning, geen invloed op EW
Interne/ externe factoren (stress, emoties, aandacht, dubbeltaken, nauwe doorgangen, ..)
2
, Neurologisch stelsel
Progressieve aandoening
Veranderende noden
Comorbiditeiten (~ leeftijd), complicaties
o Differentiaal diagnose
Parkinsonisme = hypokinetisch rigide syndroom:
Ziekte van Parkinson
Asymmetrische presentatie
Motorische en niet-motorische symptomen
Gradueel verloop
Medicamenteuze respons
Fietsen lukt
Parkinson-plus syndroom sneller evolueren
= iemand die niet reageert op dopamine ze hebben er niet te weinig van maar de
verwerking is verstoord
Multiple system atrophy (MSA) spraak sneller aangedaan
Progressive supranuclear palsy (PSP) oogmotoriek/ vooral omhoog
Cortico-basal degeneration (CBD) cognitieve systeem
Vasculair parkinsonisme
Lewy body dementia (DLP) cognitieve meer op voorgrond dan motoriek
o Symptomatologie – evolutie
Chronisch
Progressief (indicidueel sterk verschillend)
Toename comorbiditeiten
Toename complicaties medicatie
Aanvangsleeftijd 50-60 jaar (tendens tot vroegere diagnosestelling)
Classificatie ahv Hoehn en Tahr – stadia
I
Vroege stadia
II
III
IV Midden en latere stadia
V
VROEGE STADIA (I en II)
Niet motorische symptomen
Axiale motoriek (romp en nek)
− Verhoogde rusttonus (rigiditeit) ~verlies mobiliteit en kracht
− Vnl rotaties en extensie
− Armzwaai, draaine in bed, rugpijn
Houding
− Flexiehouding (retropulsie, propulsie)
− ↓ dissociatie
− Thorax iets meer kyfotisc posturale verandering
Gang
− ↓armzwaai, ↓romprotatie ↓paslengte ↓ stapsnelheid (draaien)
− ↓ voetafrol
Tremor
− Onwillekeurige, ritmische, sinusoïdale bewegingen
− Thv ledematen of kin
− Bij 50% van de patiënten
− Uitlokkende factor invloed op participatie
Maskergerlaat
− Onnatuurlijk aangehouden glimlach, verminderd knipperen
− Geleidelijke evolutie van uni- bilateraal
− Misinterpretaties: depressie, verminderde betrokkenheid
− emotionele ontremming
3